‘Heerlijk uitzicht, Zijn komst.’

Dat geeft ons Zijn kracht – nu. De 
kracht van Zijn opstanding werkt 
in ons als gelovigen. Wat we doen
is door de kracht die Hij verleent:

want in de genade van God ben ik
wat ik ben, en Zijn genade in mij 
kwam niet voor niets;  ik meer ge-
arbeid dan zij allen; niet ik echter, 
maar de genade van God die met 
mij is             
1 Corinthiërs 15:9,10

‘Totdat Hij komt.’

We wachten dat rustig af, we zijn
geroepenen en zullen Gods bazuin
horen, op Zijn tijd. Dan is het lijden
en de moeite en de verdrukkingen
voorbij. Definitief. We zien omhoog:

want de lichte last van verdrukking
van korte duur bewerkt voor ons 
een alles overstijgend eonisch ge-
wicht aan heerlijkheid

                             2 Corinthiërs 4:17