Dan zal dus, terwijl haar man 
leeft, zij als echtbreekster 
betiteld worden ingeval zij van 
een andere man zou worden.

        Romeinen 7:3a

De Schrift geeft aan, dat van 
een andere man worden 
wel 
degelijk op de lichamelijke 
gemeenschap tussen man en
vrouw slaat. Deze uitdrukking 
lees je ook in Richteren 14:20
en Ruth 1:12, waar Naomi de
uitdrukking gebruikt. Als dat 
een gehuwde vrouw betreft, is
de echt daarmee verbroken. 
Volgens Thora moesten dan 
zowel man als vrouw gedood
worden (Leviticus 20:10). 
Hier wijst e.e.a. op Israël, dat 
overspelig andere mannen 
(goden) naliep. Daarmee brak
Israël de echt door zich aan 
andere man(nen) te binden
tijdens het leven van haar 
Man Jahweh.