De liefde doet de naaste geen 
kwaad. Het complement dan 
van wet is liefde
             
Romeinen 13:10

De gelijkenis over de samaritaan
(Lucas 10:25-37) vertelt wie de
naaste is. Dat is de Samaritaan
die de overvallene hielp.
Paradoxaal, maar waar.
De vraag van de wetgeleerde aan
de Heer was wat hij moest doen
om eonisch leven te verwerven.
Na kort gesprek komt de vraag
van de wetgeleerde wie dan zijn
naaste is, waarop de Heer vertelt
over de barmhartige.
Het blijkt, dat de Heer de naaste
is van hem, die in rovershanden
was gevallen. De ultieme Naaste
van ons is Hij. Hij was barmhartig
voor ons, en nog. Dus hebben we
Hem lief.