Waar veel mensen op afknappen in christelijk Nederland, is dat vermanende vingertje, waar onderwijzend personeel soms zo goed in is/was. ‘Ja, maar er zitten goede bedoelingen achter’, hoor je al tegenwerpen. En ‘de leerlingen zijn me lief, ik wil graag dat ze goede resultaten boeken’. Prima, tot je dienst. Het punt is, dat voorgangers en dominees weleens lijken te denken, dat ze met kinderen te maken hebben, in plaats van met volwassen gelovigen. Zij vermanen soms wel erg gemakkelijk. Ook is men er regelmatig goed in, de gelovigen op hun zwakke plekken te wijzen, op de zwakten in de ziel te gaan staan. Is dat opbouwend? Paulus wijst er voortdurend op, dat het gaat om de opbouw van de gemeente, de opbouw van de gelovigen. Daarom ligt bemoediging meer voor de hand. Woorden als vertroosten (Grieks: parakaleo) en terechtwijzen (Grieks: noutheteo) vinden wij bij o.a. Paulus, door de NBG-vertalers werd het eerste woord graag met ‘vermanen’ vertaald. Het tweede woord ‘terechtwijzen’ heeft, vanuit het Grieks bezien, een andere inhoud dan ‘terechtwijzen’, wat een berispende klank heeft. Bij nader inzien ligt dat dus toch wel anders…..