‘Het gaat niet goed in deze wereld!’ ‘Het wordt allemaal te erg!’ ‘De regeringen moeten harder ingrijpen!’ ‘Het loopt allemaal uit de hand!’ Dit zijn uitspraken, die je sinds het zondigen van Adam en Eva kunt doen. Na verloop van tijd werd het zó erg, dat God een grote watervloed deed komen en de hele mensheid, behalve 8 mensen in de ark, moest omkomen in het water. Tot Golgotha en het open graf ging het zondigen van de mens gewoon door en leek God het maar te laten gaan. In Israël kwam de wet erbij (Romeinen 5:20), waardoor het nóg erger werd. In plaats van de zondaar te beteugelen, namen de zonden alleen maar toe en bleken het zelfs overtredngen van de regels te zijn waarmee de mens God krenkte in Zijn hart. Nu lijkt het erop, dat de boodschap van overstromende genade –puur menselijk gedacht- het zondigen aanmoedigt. Paulus maakt nóg iets bekend, in 2 Corinthiërs 5:14 en Romeinen 6:6 staat:
‘15 daar wij tot het inzicht gekomen zijn, dat één voor allen gestorven is. Dus zijn zij allen gestorven. en voor allen is Hij gestorven..‘
dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn; 7 want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde.

Die oude mens(heid) blijkt te zijn overleden! Zand erover, dus. En de gelovige wordt zich dat bewust, want ook dit is evangelie, goed nieuws! De oude mens is dood en begraven. Voor God. En dáár gaat het om. Jezus Christus nam die hele oude mensheid mee aan het kruis en het graf in! Toen Hij opgewekt werd, stond Hij als eersteling van de nieuwe mens-heid op uit dat graf! Paulus leert ons te rekenen zoals God rekent: zoals Christus nu dood is voor de zonde en leeft voor God, zo ook wij (Romeinen 6:10,11)! Tegen de Corinthiërs zegt hij: ‘opdat zij, die leven, niet langer voor zichzelf leven, maar voor Hem, die voor hen stierf en opgewekt werd’ (2 Corinthiërs 5:15). Geweldig he, deze blijde boodschap. Geen slavernij onder de zonde meer, maar leven voor God, om Hem (als slaaf) te dienen!