‘Het kan nog wel 1000 jaar duren, want rond het jaar 1000 waren mensen ook in de ban van het ronde getal 1000 en dachten dat de wereld zou vergaan of dat Jezus Christus zou terugkomen’. ‘Ach, er zijn altijd mensen (fanatiekelingen) geweest, die graag wilden, dat Jezus Christus terugkeerde; sla er maar geen acht op’. ‘Niemand weet de dag of het uur….dus het kan nog wel minstens 100 jaar duren, voordat Hij terugkomt’.
‘Ja je moet maar niet zoveel bezig zijn met Zijn wederkomst, het gaat om hier, nu, vandaag en wat na Zijn wederkomst gebeurt?…..nou dat zien we dan wel weer’.
Allemaal uitspraken, die mensen doen, om gelovigen af te houden van het bezig zijn met Zijn terugkeer voor de gemeente en voor Israël en de volkeren. Of men wil op zijn minst de aandacht ervan afleiden en mensen vooral bezig laten zijn met nu, hier, vandaag, de wereld waarin wij leven. Paulus schrijft in elke brief over de toekomende dingen. Kennelijk was hij er diep van overtuigd, dat de toekomst ongelooflijk belangrijk is voor vandaag. Vooral de rol die de gemeente daarin speelt. Die rol is niet gering. Hij roept ons in Kolossenzen 3 wel erg duidelijk op, bezig te zijn met de dingen die boven zijn, waar Christus is (vers 1). Bovendien voegt hij er voor alle duidelijkheid aan toe ‘niet die op de aarde zijn’ (vers 2). Daaraan koppelt hij in vers 4 de openbaring van Christus, dat is Zijn terugkeer en wat daarna gebeuren gaat. Ook wij zullen dan met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. Wat geweldig is dat he, vindt u niet?