‘Als je meer weet van de dag van de Heer, dan besef je wel dat deze
tijd van genade en verzoening een totaal andere is!’

In de dag van de Heer zal Jahweh als de God van Israel Zijn volk
installeren in hun juiste plaats als een heilig en koninklijk priester-
volk boven de andere natien van de aarde. De verzoening zoals
Paulus die verkondigt, is er dan niet meer. De Joden zijn dan opnieuw
dichtbij, en de natien weer veraf.

‘Dat besef je nu niet he, dat het in die dag weer zo zal zijn.’

Het is dan helemaal een dag van gerechtigheid en gericht, hoewel die
dingen vooral in het begin erg merkbaar zullen zijn.
Het zou absoluut onwezenlijk zijn als wij verzoening zouden prediken
terwijl God zelf de donder van Zijn toorn op Israels vijanden laat neer-
komen. Elke voor onze tijd karakteristieke waarheid is tegenstrijdig
aan de toestand die tijdens de eerste fase van de dag van de Heer op
aarde te zien zal zijn.

‘Ook in dit opzicht zijn de verschillen erg groot!’

Als wij hier op aarde nog zijn, terwijl wij uitzien naar de komst van
Christus naar de aarde, zou dat de allergrootste verwarring betekenen.
Wij zouden vrede verkondigen, terwijl Hij oorlog voert. Wij zijn gewend
aan genade en zouden dan Zijn grimmigheid ontmoeten. Het is dan ook
totaal onmogelijk!
Wij leven nog steeds in een welaangename tijd, een dag van redding, laten
wij ons blijven verblijden in die grote genade!