De discipelen vragen in Mattheüs 24:3 de Heer Jezus wanneer de dingen zullen zijn, waarvan Hij sprak, wat het teken van Zijn aanwezigheid (Grieks: parousia) zou zijn en (het teken van) de voleinding van de eon (Grieks: aioon).
Daar gaat de Heer op in, Hij geeft antwoord.
De discipelen vroegen onder andere naar de voleinding, niet van de wereld (NBG), maar van de eon! Dat is de tegenwoordige boze eon (Galaten 1:4), waarin de satan de god van deze eon is. Hij zal onttroond worden en de Heer zal Zijn rechtmatige plaats als Koning van de koningen en Heer van de heren (Openbaring 11:15) innemen. Nu is het woord ‘voleinding’ boeiend, het Griekse sunteleia, dat betekent letterlijk samen-doeleinde, met andere woorden: al de ontwikkelingen, die de Heer in Mattheüs 24 noemt, gaan samenvallen en wijzen op het doel dat bereikt wordt in het einde van deze eon. Dit sunteleia komt in de Griekse vertaling van de Tenach (OT) onder andere voor in Exodus 23:16, waar het wijst op het Loofhuttenfeest aan het einde van het jaar. Dat is een oogstfeest. Door dit woord te gebruiken, wijzen de discipelen erop, dat het oogsttijd is, zo werd er door de Heer ook in Mattheüs 13:39 over gesproken. ‘De oogst is de voleinding van de eon’. Dan zal de Heer gaan oogsten! Hij komt als de Zoon des mensen en dat zal snel zijn als een bliksemflits.
Grote gerichten zullen gaan plaatsvinden, de Heer laat de mensheid niet zitten in zijn wetteloosheid, wat hen alleen maar verder naar de afgrond zou voeren. Daarom worden er nodige stappen gezet, de dingen die moeten gebeuren (Mattheüs 24:6).
Vóór de laatste jaarweek van Daniël 9:24-27 begint, wordt het lichaam van Christus weggenomen. Dan is het getuigenis van God en Zijn zoon niet weg, want daarna treden de 2 getuigen 1260 dagen lang op in Jeruzalem (Openbaring 11:3)!