De aanwezigheid (Grieks: parousia), waar de Heer met Zijn discipelen over spreekt, is die van Hem als de Zoon des mensen. Dan komt Hij als de bouwer (‘zoon’ is in het Hebreeuws afgeleid van het werkwoord ‘bouwen’) van de mensheid, de zoon van Adam. Hij is dan werkelijk lijfelijk aanwezig voor Zijn volk om het te verlossen.
Hij zal de shalom, het welzijn brengen in Zijn volk en daardoor naar de volkeren, in het komende, wereldwijde koninkrijk.
Dat zal plaatsvinden vanaf het einde van de 70e ‘jaarweek’ (letterlijk: zeven-er) van Daniël<br> 9:24-27. Hij zal komen en Zijn voeten zetten op de Olijfberg, zoals voorzegd door de profeet Zacharjah, hoofdstuk 14. Dan zal het Joodse volk de Naam van Jahweh aanroepen en zij zullen door Hem gered<br> worden, zij zullen kunnen vluchten.

Vóór deze 70e jaarweek van Daniël 9:24-27 begint, vindt plaats wat in die bekende woorden van Paulus in 1 Thessalonicenzen 4:13-18 staat. Christus Jezus zal komen als Heer (Grieks: Kurios) in de lucht, Hij zal afdalen van de hemel. Zijn aanwezigheid is dan lijfelijk in de lucht, niet op de Olijfberg. <br>Dit zijn belangrijke verschillen! Hij komt, en Zijn aanwezigheid is voor ons als lichaam van<br> Christus in de lucht. Verder daalt Hij dan niet af. Hij is daar lijfelijk. Hij rukt ons weg van<br> de aarde en wij ontmoeten Hem in de lucht. Israël ontmoet Hem op aarde. Hun toekomst ligt immers hier op aarde; onze toekomst is in de hemelen en dat is te midden van de hemelingen, zoals in de brief aan de Efeziërs helder staat. Wat een genade, dat wij de komende gerichten op aarde niet hoeven mee te maken! Dat u, jij en ik dan weggerukt worden, heeft niets met onze eigen verdienste te maken. Integendeel. Het is volledig, helemaal voor de volle 100% Zijn werk!