‘Gisteren vroeg ik me af waar wij dan de Heer gaan ontmoeten, maar dat
zegt Paulus heel helder in 1 Thessalonicenzen 4.’

De Heer zelf zal neerdalen (letterlijk: naar beneden stappen) van de hemel
in een bevelende uitroep, met de stem van de vorst van de engelen met de
bazuin van God, en de doden in Christus zullen eerst opstaan.
Dit zegt vers 16. Er staat in vers 16 nog niet, of de Heer op aarde komt bij deze
gebeurtenis. Wat wel duidelijk is: de doden in Christus zullen eerst opstaan!

‘Dat was voor die gemeente een grote troost! Zij zullen elkaar bij dat moment
terugzien! Degenen die hun ontvallen waren, zullen opstaan!’

Dat is bijzonder fijn he. Dat geldt uiteraard ook voor ons! Bij dit grote gebeuren
zullen wij hen, die ons ontvallen zijn, weer terugzien. Wat een blijdschap zal dat
geven! En het houdt in, dat wij (als wij leven bij de bazuin) niet eerst bij de Heer
zullen zijn terwijl de overledenen achterblijven. Nee, de Heer doet het zo, dat
wij als één groep allemaal Hem zullen ontmoeten.

‘Wonderlijk toch. Als je er over nadenkt, lijkt het onwezenlijk. Je hebt altijd met
je beide voeten op aarde gestaan en dan ineens ga je weg.’

Het is wat Gods woord zegt. De apostel geeft aan, dat wij Hem in de lucht zullen
ontmoeten. Dat blijkt uit vers 17. Wij, de levenden die achterbleven tot de aan-
wezigheid van de Heer, zullen samen met hen tegelijk weggerukt worden in wol-
ken, tot (in) een ontmoeting van de Heer (tot) in de lucht. En zo zullen wij altijd
samen met de Heer zijn.

‘Dat samen met hen, is dat samen met de opgestane gelovigen?’

Jawel, want al eerder (in vers 16) gezegd, dat de doden in Christus eerst zullen
opstaan. Het kan niet missen, als wij leven bij de bazuin, dan zullen wij samen
met degenen die dan opstaan, weggerukt worden en samen Hem ontmoeten
in de lucht. Dit is zó iets bijzonders. Maar alle leden van het lichaam van
Christus
zullen dat meemaken! Of zij nu die verwachting hadden, of niet, of
die inmiddels voor zichzelf (en anderen) weggeredeneerd hadden.
Het maakt niet uit.

‘He wacht even, dus God doet op dat moment niet naar wat jij gelooft?’

Nee nee nee, God doet -zoals altijd- wat Hij beloofd heeft, wat Hij zegt.
Gelukkig doet Hij niet naar wat wij denken en/of geloven. Hij vervult Zijn woord!
En in 1 Thessalonicenzen 4:13-18 staat, dat de gestorvenen in Christus én de dan
levende gelovigen allemaal weggerukt worden. Er worden geen uitzonderingen
gemaakt of verdere groepen benoemd. Het gaat maar om twee groepen: de al
overleden gelovigen en de dan nog in leven zijnde gelovigen. Simpeler kan het
niet. De Heer roept hen allemaal bij zich, om Hem verder te dienen. Heel Zijn
lichaam. Hem dienen, vanaf dat moment te midden van de hemelingen, in de
hemelen. Of zij dat nu verwacht hadden, of niet.