‘He, dat van gisteren was mooi duidelijk. Ik kan me voorstellen, dat als
je uit een kerk of groep bent gegaan of gezet om wat je hebt ontdekt in
Zijn woord, je niet meer teruggaat!’

Vanzelfsprekend. Juist door het evangelie van genade raak je vrij van je
religie en je tradities. En dat gaat vroeg of laat botsen met de leringen van
de kerk/groep waar je in zit, omdat men vaak tradities van mensen blijft
volgen in plaats van (het evangelie van de genade van) Christus. Sommigen
blijven ondanks een heel ander inzicht vanuit het evangelie van genade
toch in de kerk/groep komen waar ze in zitten. Er zijn gelovigen, die (meer
of minder) gedwongen opstappen omdat zij de waarheid van Gods woord
hebben leren kennen.

‘En als je eenmaal in die vrijheid door Gods genade bent gekomen, ga je
niet meer terug!’

Natuurlijk niet, hoe moeilijk en pijnlijk het ook was om op te stappen.
En als je een bijbelstudiegroep en/of bijeenkomst hebt gevonden waar wel
het evangelie van Gods genade wordt verkondigd zoals het staat
geschreven, ben je niets verplicht. Ook dat is helemaal genade.
Aan de andere kant wil je anderen ontmoeten, waarmee je die geweldige
boodschap van genade deelt. Samen opgebouwd worden in de genade.

‘Maar op heel veel plaatsen is dat gemengd met werken en de wet, meestal
klinkt de zuivere genade niet.’

Dat blijft een lastige zaak. Je gaat wel steeds beter onderscheiden en merkt
al snel de afwijkingen van het paulinische genade-evangelie. Een gelovige
is vrij en kan ervoor kiezen nergens meer naar toe te gaan. Zelf thuis stude-
ren en je verblijden over het evangelie. Dat kan. Het is ook fijn het geloof
te delen met anderen die die genade ook belijden en kennen. En misschien
is het alleen maar mogelijk met enkelen in huiselijke sfeer Gods woord
te delen, te bestuderen.

‘Maar jij ziet dat steeds minder gebeuren?’

Mensen haken soms na jaren in eerste instantie de genade wel gekend te
hebben, af. Men verlaat Paulus. Men gaat onder de wet verder.
Of men denkt: ‘ach, het komt toch allemaal wel goed, het is toch alles
genade, ik ga deze keer niet’, het eerste enthousiasme zakt in.
Vlees krijgt de overhand en daardoor wordt de geest van God enorm
beperkt in het werken in en leiding geven aan de gelovige.
De gelovigen ontvangen hun voeding vanuit het ene Hoofd, Christus.
Op een gegeven moment zullen zij ontdekken waar het goede voedsel
te vinden is!