‘Heel mooi hoor. God wordt alles in allen. Dat is écht allen he.’
Het kan eigenlijk niet anders. Je kunt een mooi optelsommetje maken:
Als God liefde is…dat is Hij.
En als God almachtig is…dat is Hij.
En als Hij de schepper van alle mensen en geestelijke wezens is…dat is Hij.
Dán kan het niet anders: Hij redt allen, alle mensen en alle geestelijke wezens.
‘Hier kan ik geen speld tussen krijgen. Maar mijn gevoel heeft het er moeilijk mee.’
Wat bedoel je?
‘Als ik denk aan het grote verschil tussen mensen. Sommige mensen hebben veel macht en gebruiken die voor zichzelf. Dictators in Afrika vandaag de dag. Destijds
een Hitler, een Stalin, een Nero. Zij hadden voor veel mensen het verschil tot het goede kunnen maken. Maar waren juist bezig hen kwaad aan te doen.’
Wij weten niet alles, ook niet over die mensen, die de ander veel kwaad hebben aangedaan. Daarbij komt, dat Paulus in Romeinen 2 duidelijk spreekt over het gericht, het oordeel, waar ook deze mensen doorheen moeten. Maar, het is geen eeuwig oordeel! Gerichten in de Schrift hebben een functie, en zijn in diepste kern stappen op weg naar het grote einddoel van God. Uiteindelijk ontvangt elk schepsel van Hem genade. Dat kan niet anders, het is het wezen van God (liefde), dat dit voortbrengt. Wat zal het hart van die geoordeelden dan, na de tweede dood, volstromen met oneindige, diepe vreugde!
Wat denk je dat het voor Paulus betekende? Hij had geen berouw zelfs, hij joeg gelovigen na! Hij was vijandig tegen God bezig, fanatiek, op weg naar Damascus.
En de Heer ontmoette hem in overstromende genade. Wat zal dat in het hart van de apostel uitgewerkt hebben! Vreugde, zó diep, een hart vol genade.
Dat lezen we nu nog, in zijn brieven, dat hart van Paulus, vol genade!