‘Mooi wat we gisteren overdachten. Het draait helemaal om Gods wil,
en gelukkig gebeurt wat Hij wil.’

Jawel, ook duidelijk te zien bij de Farao, die wel inging tegen Gods wil, al-
thans tijdelijk, maar hij moest uiteindelijk buigen en het volk laten gaan.
Gods wil : ‘laat Mijn volk gaan’ werd tóch gedaan! Bovendien werd Zijn
verborgen bedoeling ook gerealiseerd, namelijk dat Zijn Naam verheer-
lijkt werd en verkondigd werd over heel de aarde.

‘Ja, en ik heb ooit geleerd, dat God zelf het hart van de Farao verhardde.’

Precies. Dat werd nota bene tevoren al aangekondigd, dat God het zo
zou doen. Hij zou dat hart verharden! Men maakt er meestal van, dat
God reageerde op het verharde hart van de mens zelf en daarom daarna
zelf het verharden bewerkte, maar dat is echt een verkeerde voorstelling
van zaken. Van meet af aan was God het, die het hart van de Farao ver-
hardde en hem zo sterk deed lijken.

‘Paulus schrijft daarover in Romeinen 9.’

En daardoor hebben wij nu een diep inzicht in die geschiedenis en hoe
God machtig voorziet.  Hij verwekte Farao om dat te gaan doen, die
Farao op die plaats in die tijd. Wij zeggen dan: ‘Ja dat was nou toe-
vallig een Farao die zo’n harde nek had. Nee, het was geen toeval en
God zorgde er Zelf voor, dat hij het volk niet liet gaan! Zo heeft God
alle touwtjes in handen, in heel het wereldgebeuren.

‘Dat kan eigenlijk niet anders dan zo zijn.’

Het is machtig, dat te weten, en Paulus schrijft daarom aan de
Filippenzen, dat zij zich over niets zorgen hoeven te maken, en
zo ook wij! Wij brengen alles met gebed en smeking onder dank

bij God en daarom regeert die diepe vrede van God in ons hart.
Wat een geweldige raad ontvangen wij van de apostel! Dat voor-
komt wakker liggen en veel, heel veel piekeren. Dat op zich is al
een reden om God te danken, die naar Zijn rijkdom in heerlijk-
heid voorziet in Christus Jezus!