‘Dat vers 26 is voor mij helemaal duidelijk. Degene die slechte
dingen verzint, kan het bekopen.’

Laten we eerst kijken wat er staat:

De plannen van een kwaaddoener zijn voor Jahweh een gruwel,
maar lieflijke woorden zijn rein.

Het woord ‘gruwel’ wordt ook gebruikt als de afkeuring van Jahweh
blijkt over afgoderij, of over een bedrieglijke weegschaal, of over
leugenlippen. Het soort plannen waarover hier gesproken wordt, zijn
plannen waarin Jahweh niet betrokken werd; niet ten goede, maar ten
kwade. Dit soort plannen worden hetzelfde als afgoderij beoordeeld:
een gruwel!

‘Maar, waarom staat in het tweede deel wat daar staat?’

Het woord ‘rein’ (puur) kan ook op een mens slaan, dus : een zuiver
mens, een zuivere. Dan wordt het: het spreken van de zuivere is wel-
gevallig (lieflijk). Want die woorden geven uiting aan een zuiver hart.
En dat terwijl de tegenstelling is met zij, die kwade plannen smeden
in hun hart.

‘En wat betekent de tekst in een diepere laag?’

Dan is het bijvoorbeeld de tegenstelling tussen Haman en Esther. Of
het enorme contrast tussen de wetteloze en Christus Jezus. Wat de
Heer sprak, waren lieflijke woorden, aangenaam voor Jahweh. Hij
sprak de woorden van Vader, terwijl de wetteloze allerlei kwade plan-
nen smeedt. Maar ook die zullen uiteindelijk stuklopen op de woor-
den die Hij zal spreken!