‘Je weet pas dat er in de toekomst opstanding van doden is als je de
’tijden en gelegenheden’ leert kennen.’

In Openbaring wordt gesproken van de eerste opstanding, die plaats zal
vinden vóór de 1000 jaar. Daarna krijg je de 1000 jaar en daarna de grote
witte troon. Wat Johannes ziet, is chronologisch; er sprake van een tijd-
schema. Dan vergaan ook de tegenwoordige hemelen en aarde en komt er
een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.


‘Dat lijkt me toch een legitiem schema om mee om te gaan.’

Als je denkt, dat dat zo is. Ja, het lijkt mij ook zo te gaan, in volgorde van
tijd. Dat wil wel zeggen, dat als je ervan uit gaat, dat de opstanding voor de
1000 jaar nog toekomstig is, dit iets anders zou moeten zijn dan de opstan-
ding bij de bazuin van God in 1 Thessalonicenzen 4.  Dit moet wel, want van
degenen die opstaan voor de 1000 jaar wordt in Openbaring gezegd, dat zij
priesters en koningen zijn, want zij regeren met Christus in de 1000 jaar.
Dit moet wijzen op het volk Israël, dat beloofd werd koningen en priesters
te zijn in Exodus 19 en 1 Petrus 2:9,10.

‘Dit wijst dus niet op de gemeente, het lichaam van Christus?’

Nee, tegen het lichaam van Christus wordt nooit gezegd, dat zij koningen
en priesters op aarde met Jezus Christus zullen zijn. Want dan zouden zij
de plaats van Israël innemen en heb je weer de aloude vervangingstheo-
logie. Dus die opstanding betreft de heiligen uit Israël. Daarvóór heb je
een opstanding van de leden van het lichaam van Christus, bij de bazuin
van God, bij de stem van de vorst van de hemelse boodschappers (engelen)
en dan zal Hij neerdalen van de hemel en Hij zal ons (lichaam van Christus)
wegrukken tot een ontmoeting met Hem in de lucht.

‘Ja, dát is de heerlijke verwachting van ons!’

We zijn bijzonder bevoorrecht, dat we deze dingen zo mogen weten met ons
hart en het geeft ons een gespannen verwachting van wat Hij gaat doen met
ons. De bazuin van God! Vergeten, verguisd, weggeredeneerd, onder het tapijt
geveegd, aan de kant geschoven, tot een aardse verwachting verdraaid, ter-
wijl het een geweldige verwachting ís! De eerste stap na dit aardse leven die
Hij zet met Zijn lichaam om dat lichaam te gaan inzetten te midden van de
hemelingen. Dat valt niet te ontkennen. Hij heeft ons daar nu al gezet in en
met Christus Jezus (Efeziërs 2:6,7). Wat is dat geweldig he. Geen aardse, maar
een hemelse positie nu en hemelse toekomst straks!