‘We zien het steeds duidelijker. Genade is het leidende principe bij Paulus.’

Absoluut. Vandaar dat Paulus ook in Romeinen 4 Abraham aanhaalt als
gelovige, en dat die gerechtigheid ontving uit genade. Hij schrijft als het
eerste grote voorbeeld van het geloofsprincipe bij het evangelie van de
voorhuid (onbesnedenen) over Abraham. Abraham geloofde God en dat
werd hem tot gerechtigheid gerekend. Niet dat het geloof als werk gezien
kan worden, want dat sluit Paulus van elkaar uit.

‘Hij haalt Abraham in Galaten 3 en in Romeinen 4 aan.’

Om te laten zien, dat het bij Abraham gaat om rechtvaardiging door geloof.
Dat was ruim (meer dan 400 jaar) voordat de Mozaïsche Thora gegeven
werd op Sinaï. Abraham verkreeg niets naar het vlees (Romeinen 4:1);  hij
werd dan ook niet uit werken gerechtvaardigd (Romeinen 4:2). Dan haalt
Paulus de Thora aan en zegt:

En Abraham geloofde God en het is hem tot gerechtigheid gerekend

En om nogmaals te onderstrepen, dat het geloof zonder werken is, schrijft
hij in het volgende vers:

aan hem nu die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar
naar wat men verschuldigd is….

‘Is geen speld tussen te krijgen. Duidelijk.’

Paulus maakt het in het volgende vers nóg duidelijker:

bij hem echter die niet werkt, maar gelooft in Hem, die de
goddeloze (oneerbiedige) rechtvaardigt, wordt zijn geloof
gerekend tot gerechtigheid…

Let op de tegenstelling: hem echter die niet werkt, maar (of: echter)
gelooft in Hem die de goddeloze rechtvaardigt. Geloof staat in tegen-
stelling tot werken. En dat geloof wordt gerekend tot gerechtigheid.

‘Ja, dit is het evangelie van de onbesnedenen.’

Het is een van de fundamentele bouwstenen van dat evangelie. Geloof
is in overeenstemming met genade (Romeinen 4:16), vandaar dat de
apostel zo’n 6 a 7 keer stelt dat door God gerechtigheid wordt toegere-
kend door geloof.
En dat zegt alles over het genadekarakter van het paulinische evangelie!