‘Ja, het is de zegen van het evangelie, dat het uitsluitende genade is.’

Ook in Galaten 3 haalt Paulus Abraham aan als voorbeeld van het feit,
dat rechtvaardiging alleen door geloof is. Hij leidt het hoofdstuk in met
de woorden van vers 2:

Dit alleen wil ik van u vernemen: Hebt u de geest ontvangen uit de werken
van de wet, of uit de prediking van het geloof?

Scherp tegenover elkaar: de werken van de wet (Thora) <–> het gehoorde
van het geloof. Daarna stelt hij de Galaten een paar indringende vragen en
komt in vers 5 opnieuw:

Hij dan Die u de geest verleent en krachten onder u werkt, doet Hij dat uit
de werken van de wet, of uit de prediking van het geloof?

En weer hetzelfde: werken van de wet (Thora) tegenover geloof. In vers 6
noemt hij opnieuw Abraham als voorbeeld van rechtvaardiging door ge-
loof:

Zoals Abraham God geloofde en het hem tot gerechtigheid werd gerekend.

Nadat we dit al in Romeinen 4 uitgebreider zagen, blijkt ook in Galaten het-
zelfde als een fundering van het evangelie van de onbesnedenen. Geloof.
Geloof heeft geen verdienste. Een mens acht dan degene die de woorden
spreekt, betrouwbaar, om te doen wat gezegd en beloofd is.

‘Het is ook logisch, want de wet (Thora) kwam pas 430 jaar later, zegt
Paulus in vers 17′.

Precies. In Romeinen vraagt de apostel dan ook aan de Joden die meelezen:

Wij zeggen immers dat aan Abraham het geloof gerekend is tot gerechtig-
heid.
Hoe is het hem dan toegerekend? Toen hij besneden was of als een on-
besnedene?
Niet als besnedene, maar als onbesnedene!

Abraham was nog onbesneden toen het geloof hem tot gerechtigheid werd
gerekend. De besnijdenis maakte helemaal niets uit, als het daarom gaat.
Vandaag de dag beschouwen de orthodoxe Joden dit als een teken van voor-
recht boven de gojim, de volkeren.

‘Het is dus geen voorwaarde. Het hoort bij het evangelie van de besnijdenis.’

Jawel, het moet genade zijn en blijven, dat zouden de gelovigen uit deze bij-
zonder heldere uiteenzettingen van de apostel verstaan en begrijpen. Er ligt
een groot verschil tussen beide evangeliën. In deze tijd heeft het volk Israël
geen voorrecht meer boven de andere volkeren. Elke gelovige hoort op gelijk
niveau bij het lichaam van Christus. Uit en in genade. Door het geloof van
Jezus Christus!