‘We kijken vandaag naar vers 27 van Spreuken 4, zeker?’

Het is opnieuw aansluitend bij de vorige verzen:

wijk niet af naar links of naar rechts
keer je voet af van het kwaad

Ging het in het vorige vers om de vastheid en stabiliteit, hier
gaat het om het wandelen op de rechte weg, zonder af te wijken.
Je kunt afwijken van de weg van het geloof naar links (het woord van
God in twijfel trekken) of naar rechts (tradities naast de Schrift). Dat
Zijn de ‘valkuilen’ voor de gelovigen. Je bent als gelovige stabiel en
vast als je steeds dat woord van God tot je neemt. Je bent niet meer
van je plaats te krijgen. Dat is ook voor de dienende gelovige het vas-
te, om ‘standvastig, onwankelbaar en steeds overvloedig in het werk
van de Heer’ te zijn.

‘ We zijn bijzonder gelukkig, dat we dat woord hebben.’

Het ‘keer je voet af van het kwaad’ is de afsluiter van dit 4e hoofd-
stuk. Daarmee worden de aanwijzingen van Salomo nog even sa-
mengevat. Daardoor lezen wij ook wat God, de Vader, tegen Zijn
Geliefde zoon zegt. Hij, onze Heer, week consequent van het kwaad,
Zijn voet ging de weg van God. Geweldig hoe Hij ook nu wandelt in
geestelijk opzicht te midden van de natien.

‘We zijn ook zonen, en luisteren steeds naar Vader, heerlijk.’

Dat is zo, heel de schepping wacht op de onthulling van de zonen
van God. Die zonen leren nu al te wandelen in genade zonder dat
zij naar links of rechts afwijken en hun voet doen wijken van het
kwaad, in het diepe vertrouwen op onze God en Vader, die alles
in Zijn hand heeft en ons in ons leven vaste koers geeft.