‘Dat was nogal heftig zeg, gisteren. Dat van Ananias en Safira heeft
mij wat slapeloze uurtjes bezorgd.’

Ze hielden wat achter. Een soort achterkamertjespolitiek, zoals we dat in
het huidige politieke -en te vrezen valt ook in het kerkelijke- bedrijf ken-
nen. Dan wordt er achter de schermen (of in ‘achterkamertjes’) eerst het
een en ander besloten, waarna een voldongen feit aan de wereld (of het
Nederlandse volk) gepresenteerd wordt. Bij Petrus was wat deze beide
echtelieden gedaan hadden, zó ernstig, en de krachten van het koninkrijk
waren zó werkzaam, dat zij beiden het met hun leven moesten bekopen.

‘Maar dit kan in deze genadetijd toch niet gebeuren?’

Nee, want Gods genade zit op de troon. Maar in de ekklesia, het lichaam
van Christus, zouden deze dingen niet gebeuren. En toch….
Maar omdat Gods genade in alles het leidende principe moet zijn, kan
er heel wat gebeuren en vraagt het van de gemeenteleden heel wat om
elkaar genade te schenken. Dat is niet zomaar wat! Maar alle leden zou-
den zich bewust zijn van het feit, dat zij zelf dagelijks genade van God
geschonken krijgen. Efeziërs 4:32 leert dit uitdrukkelijk.

‘Maar het is soms heel erg moeilijk, als er verdrietige dingen
gebeurd zijn.’

Hangt er van af. Het is een ding als nog geestelijk jonge gemeenteleden
‘de fout ingaan’; maar het is iets anders als zeer ervaren en volwassen
gelovigen ‘een scheve schaats rijden’. En dat helemaal als het gelovigen
betreft, die in feite als oudsten beschouwd moeten worden. Vandaar dat
de apostel in 1 Timotheüs 5:20,21 daarvan schrijft:

“Neem tegen een oudste geen beschuldiging aan, tenzij er twee of drie
getuigen zijn. Wijs hen die zondigen, in tegenwoordigheid van allen te-
recht, opdat ook de anderen vrees zullen hebben.”

En dit soort zaken kan ons slapeloze uurtjes bezorgen. Stel dat er zoiets
zou spelen in de ekklesia, dat is wat! Ook hier zien we de genade werken,
want de zonde komt aan het licht en er wordt correctief gehandeld. Zodat
er gezondheid komt: de heel makende werking van de genade van God.