‘Weet je, vannacht lag ik wel een tijd wakker van wat je
gisteren zei. Het zet je denken totaal op zijn kop.’

Ons denken is bevangen door tradities van mensen en alleen
door de Schrift zelf kun je er achter komen hoe het echt zit.
De hele gang van zaken in Genesis wordt maar weinig echt
nuchter bekeken en daardoor leest men vaak over de dingen
heen. De mens is geen robot. Toch heeft de mens geen vrije
wil. De mens heeft wel een eigen wil. God geeft ruimte aan de
mens.

Alleen God heeft absoluut een echte vrije wil. Hij is volkomen vrij
om te handelen zoals Hij wil.
De mens is door zóveel dingen beperkt, dat je beslist niet kan
zeggen dat de mens een vrije wil heeft zoals God.

‘Ja, misschien is dat wel zo, het klinkt logisch in elk geval.’

Laat ik een eenvoudig voorbeeld geven. De mens zou pas echt
een vrije wil hebben en als hij wat hij wil ook kan uitvoeren
onder alle omstandigheden.
Stel je voor dat iemand met de auto van Amsterdam naar
Maastricht wil rijden en daar ook binnen 3 uur wil aankomen.
Dus: hij vertrekt om 6 uur en wil om 9 uur aankomen, en spreekt
met iemand af om 9 uur, een zakelijke bespreking.
Onderweg komt hij in een file, die hem 30 minuten kost. Daarna
krijgt hij een lekke band. Vervolgens komt hij weer in een file die
hem nog eens 25 minuten kost. Hij komt pas om half elf in Maas-
tricht aan. Intussen is de zakenman daar al vertrokken om op tijd
te komen voor een andere afspraak om 11 uur.
De hele bespreking gaat niet door.

‘Ja, als je het zo bekijkt, heeft de mens geen vrije wil. Er zijn teveel
onzekerheden, die hem in de weg zitten om wat hij wil ook uit te
voeren.’

Precies. Kijk, de mens heeft wel een eigen wil, maar geen echt vrije
wil. Een mens kan de gevolgen van een keuze niet overzien.
Je kunt natuurlijk zeggen, dat God de mens voor de keuze stelde om
wel of niet van de boom van kennis te eten. Daarbij had God best
kunnen verhinderen, dat de slang met Eva in contact zou komen.
Maar we weten wat er gebeurd is.

‘Waarom deed God het dan zo?’

Omdat Hij door tegenstellingen de mens dingen wil leren, zonder
die tegengestelde dingen zouden we niets kunnen weten over God.
Het is de boom van kennis van
goed én kwaad, daar heb je direct al
een tegenstelling te pakken. De mens moest eerst kennis krijgen
van het kwaad (en de zonde) om wérkelijk te gaan beseffen wat goed
is.

‘Klinkt wel een beetje filosofisch, vind ik.’