Woord vandaag

Want naar de innerlijke mens 
heb ik genot in de wet van God
               Romeinen 7:22

Dit was de ervaring van Saulus
onder de Thora. Zijn verstand
zei, en het was hem ingeprent 
van jongs af, dat Thora goed is.
Het bevat de idealen voor de
de mens (Israël) en met het 
verstand konden de Israëlieten
dat zien. Daar kunnen ze zelfs
van genieten. In Jodendom, als
men Thora wil leven, gaat het 
om doen. Punt is dat het eerst 
gaat om geloof. Verderop, in 
Romeinen 9-11 komt dat in 
nationaal opzicht aan de orde.
Thora spreekt van Jahweh, en
genot van Zijn goedgunstigheid
was innerlijk soms aanwezig. 

Woord vandaag

Ik vind dus deze wet: dat, 
wanneer ik het uitstekende 
wil doen, het kwade in mij
voorhanden is.
     
Romeinen 7:21

Een wetmatigheid. Inwonende
zonde veroorzaakt wat in vers 21 
staat. Het vlees is zwak. Zonder 
de geest die God geeft, is jouw 
situatie hopeloos. 
De mens is volledig van God en 
Zijn Zoon afhankelijk. Christus 
Jezus kwam om te redden, en 
dat doet Hij ook. Onder de wet
in eigen kracht wil je als mens 
wel het uitstekende doen. Toch
blijkt het kwade (alles wat van
God afwijkt) voorhanden in de
zondaar. Daarom danken wij 
God, de Vader, onze Redder in
zo’n situatie, voor Zijn kracht. 

Woord vandaag

Indien ik nu dat wat ík niet wil 
doe, bewerk ík het niet langer 
zelf, maar de zonde die in mij 
woont.
    Romeinen 7:20

Duidelijker kan het niet gezegd.
Je leest in Gods woord hoe het
ideale leven eruit ziet. Wat het
beste is om te doen tot eer van
God. Je wil wel, maar het lukt 
niet. De Meester Jezus Christus
zei, dat wanneer je in één detail
tekortschiet je heel de Thora 
overtreden hebt. Niemand kan 
daaraan voldoen. We lazen, erg
duidelijk, Romeinen 3: niemand
is rechtvaardig, niemand die het 
goede doet
. Vanuit het eigen,
menselijke vlees lukt het niet, 
de zondemacht is te sterk.
Christus Jezus is in de wereld
gekomen om zondaren van hun
zonden te redden. Dat doet Hij.

Woord vandaag

Want niet wat ik wil, het goede, 
doe ik, maar wat ik niet wil, het 
kwade, dat breng ik in de praktijk.

   Romeinen 7:19

Dit is de hopeloze situatie van 
iemand die onder de wet (Thora)
van Mozes wil leven. In de eigen
kracht. Je wil wel het goede doen,
maar het kwade praktiseer je. In
het leven van Saulus was dat ook
zo. En in het geloofsleven kan dat 
zelfs ook zo zijn. Daar waar een 
mens op eigen vlees vertrouwt is
het gegarandeerd mis. Uiterlijk is
weinig opvallends, maar innerlijk
is de steun en toeverlaat niet God
en Zijn Christus, maar vlees. Door
Jeremia is gezegd, dat het niet op
God gericht is, maar anders.

Woord vandaag

Want ik weet, dat het goede 
geen woning maakt in mij 
(dat is, in mijn vlees), want 
het willen is voorhanden in 
mij, het uitstekende 
effectueren echter niet.

             Romeinen 7:18

Mensen zijn wel in staat om bij
gelegenheid goed te doen. En
het punt is hier: woning maken.
Het vlees verhindert, dat het 
goede ook woning maakt in de
mens. En daarmee zit de mens
klem, want als men de principes 
van Thora hoort wil men goed
zijn en het goede doen. Maar in
de praktijk lukt het niet. 
Men is goedwillend, de praktijk
is anders. Wat uitstekend is 
ook doen? Dat gaat niet lukken. 
Romeinen 5:5 zegt: liefde van
God is in ons hart uitgegoten
door heilige geest.
 Paulus zal in
Romeinen 8 terugkomen op de
geest van God. Die maakt wel 
woning in ons.