In de christelijke krant van afgelopen zaterdag ging het onder andere over de eindtijd en het jaar 2012, wat nogal in de belangstelling staat. Wat over het geheel naar voren kwam, was dat men zei, dat er altijd al mensen en gelovigen waren geweest sinds ongeveer 2000 jaar, die een sterke eindtijdverwachting hadden. In feite gaf men aan: ‘ach het is in de afgelopen 2000 eigen-lijk altijd zo geweest, dat er mensen en/of groepen waren, die een sterke (overdreven) verwachting hadden van een aanstaand komen van de Heer, de Messias, de Christus’. Dus ja, ze zijn er nu ook, maar of het echt zo is? Dat is wat de krant suggereerde.
Men rekende echter te weinig met de duidelijk andere omstandigheden en situatie in het Midden-Oosten, als je het mij vraagt. Sinds het ontstaan van de Joodse staat in 1948, gevestigd in Palestina, en de verovering van Oost-Jeruzalem (inclusief Klaagmuur) in 1967, is het beeld daar radicaal ver-anderd. Ook de landen rondom de Joodse staat zijn opnieuw de Bijbelse landen, Iran, Irak, Jordanië, Egypte, Libanon, en zo voorts. Daarmee ligt alles klaar, zodat de profetieën in vervulling kunnen gaan
en uiteindelijk de Messias Jezus kan komen. Deze situatie is ongekend in de afgelopen 2000 jaar!
Want na de verwoesting van Jeruzalem en de tempel in 70 AD door toedoen van Titus, werd het volk Israël verstrooid en ontstond er een situatie waarbij het Bijbelse plaatje totaal niet aanwezig was en de profetieën ook niet vervuld konden worden! Dus ligt het nu allemaal wezenlijk anders. Tel daarbij op, dat in Daniël 9 gesproken wordt over een verbond met velen gedurenden 1 zevener (7 jaar) én de moslims in hun eindtijdvisie óók een periode van 7 jaar kennen, dan is het brandend actueel. Ook is de stad Babel herbouwd, én ligt daar in het hart van de hele wereld de stad Jeruzalem.
Met andere woorden: als je je oor als gelovige te luister legt in het Midden-Oosten, dan hoor je de voetstappen van de Messias Jezus, die komt!
Beseffen we voldoende, dat de Heer komt vóór deze periode van 7 jaar ingaat? De lijnen in de Schrift als het om Israël en het lichaam van Christus gaat, worden duidelijk uit elkaar gehouden. Als het lichaam van Christus is weggerukt (1 Thessalonicenzen 4:13-18), geldt Paulus’ evangelie van de overstromende genade op aarde niet langer. Dan treedt automatisch het evangelie van het koninkrijk, het evangelie van de besnijdenis, in werking. Dát geldt vervolgens op aarde!
10 november 2009
‘Ja, dat kan wel zo zijn, maar we zijn toch bezig met hoe het in het lichaam van Christus toegaat en niet in de wereld?’ Zeker. Dus we kunnen geen wereldse maatstaven hanteren om het punt waarover we het hebben, te overdenken. Onze maatstaf is de Schrift, en de Schrift alleen. Daar zullen alle gelovigen het wel over eens zijn, mag ik vermoeden. Het enige, echt steekhoudende argument zou mogelijk Galaten 3:28 kunnen zijn. De apostel heeft het daar over ‘in Christus Jezus’. Hij gebruikt deze uitdrukking in vers 26 en vers 28. In beide verzen draait het om ‘in Christus Jezus zijn’ en dat heeft niets met onze dagelijkse levenswandel te maken. Als het daarover gaat, heeft Paulus de uitdrukking ‘in de Heer’ gebruikt. Een opvallend verschil. Dus, om op basis van deze tekst te zeggen, dat mannen en vrouwen dezelfde functies hebben en kunnen vervullen in de ekklesia’s is feitelijk buiten de orde van dit tekstverband in Galaten 3:28 spreken. En: hoogstwaarschijnlijk heeft de apostel 1 Timotheüs ná de Galatenbrief geschreven.
We hebben ook gezien, dat Paulus spreekt vanuit de volgorde van schepping. Hij geeft duidelijk aan:
‘want Adam werd (het) eerst gevormd (Hebreeuws: yatsar), daarna Eva’ (1 Timotheüs 2:13). Dat is zijn eerste argument waarom hij -als het om onderwijs geven door de vrouw in de ekklesia gaat- de volgende woorden gebruikt: ‘…in stilte leren, in alle onderschikking’ en: ‘maar in stilte te zijn’. Hij zegt ronduit: ‘ik sta het echter een vrouw niet toe, onderwijs te geven, noch over een man te domineren’ (vers 12).
Zijn tweede argument is: ‘En Adam is niet verleid geworden, de vrouw echter, misleid zijnde, is in overtreding geworden’. Als het gaat om de geestelijke dingen, zou de man vooraan staan, op basis van ook dit tweede argument. Kennelijk is een vrouw geestelijk makkelijker te misleiden dan de man.
En als de apostel het heeft over opzieners, oudsten en dienaren, spreekt hij de man aan.
Zie 1 Timotheüs 3:2,5,11,12. Zij zijn het, die binnen de ekklesia’s onder andere belast zijn met onderwijs geven en spreken.
Nog een aanvullende opmerking uit Genesis 3:11,12. Let erop, dat Adam niet zegt, dat hij door zijn vrouw misleid werd. (En dat is wat Paulus zegt in 1 Timotheüs 2). Hij zegt precies zoals het was. Je kunt dat negatief duiden door te stellen dat hij het wilde afschuiven op haar, maar je kunt ook zeggen, dat hij simpel exact zei zoals het was! Hij erkende dat hij ook gegeten had. Eva zegt zelf wel, dat zij door de slang bedrogen was (vers 12)! Adam had het al doorzien op het moment, dat hij de vrucht aannam. En hij at (en ging dus) met haar mee. Dat hij daarmee zondigde, overtrad en God krenkte, is absoluut zo, lees maar na in Romeinen 5:12-21! En daar staat ook de redding van God: allen!
‘Ja toch wel duidelijk, wat Paulus allemaal schrijft, ik ga het beter begrijpen.’
9 november 2009
Ja, dat 1 Timotheüs 2:11-14 heeft al heel wat stof doen opwaaien in de loop van de tijden. Het gaat in kerkelijk verband dan om ‘de vrouw in het ambt (van dominee)’ en je ziet in de loop van tientallen jaren hoe langer hoe meer kerken, die vrouwen toelaten tot het ambt van predikant. De vraag is dus of dat de bedoeling is (geweest), als je deze tekst van Paulus leest. U weet wel, de argumenten zijn onder andere:
‘ja, dat is cultuurbepaald van Paulus, maar wij weten meer’ (sinds de verlichting, denk ik dan, maar door wie verlicht?), of: ‘ja, dat schreef hij wel, maar dat moet je anders lezen’, of ‘ja, dit is een vroege brief van Paulus, deze geldt niet meer sinds de volkomenheidsbrieven’, of ‘ja, Paulus was een man en die onderdrukken de vrouw altijd en daarom schreef hij dat’, of ‘ja, dat kwam omdat toen de vrouwen zich veel te veel op de voorgrond stelden, en hij wees Timothëus aan om dat in de ekklesia’s aan te pakken, maar als dat nu niet meer speelt, hoeven we ons van deze tekst niets aan te trekken’, of ‘Paulus schrijft in Galaten 3:28, dat in Christus noch mannelijk noch vrouwelijk is, en dus is iedereen gelijk en maakt het helemaal niet meer uit wie onderwijs geeft en wie niet’. Zomaar een zestal argumenten om wat Paulus hier schrijft, weg te redeneren. We hebben gezien, dat hij teruggaat naar de scheppingsvolgorde: eerst werd Adam geschapen, daarna Eva. Bovendien voegt hij er aan toe, dat de vrouw toen te misleiden was en dat zij daarom niet over de man kan domineren. Hij spreekt hier tot Timotheüs, die zijn opvolger zou zijn, belast met het spreken van het woord, onderricht geven en al wat daarmee te maken heeft. ‘Nou, ik vind dat wel denigrerend ten opzichte van de vrouw, want die is toch niet minder dan de man?’ Zegt Paulus dat dan? Ontkent hij, dat man en vrouw gelijkwaardig zijn? Ik dacht van niet. ‘Nee, dat is waar, hij geeft geen aanleiding te denken, dat hij de vrouw niet gelijkwaardig aan de man vindt. En toch vind ik het moeilijk, dat Paulus er zo over schrijft.’ Dat komt misschien wel, omdat in de maatschappij het streven is, dat vrouwen in alle beroepen en op alle niveaus evenveel vertegenwoordigd moeten zijn als mannen. In de praktijk blijkt dat geen haalbare kaart. En dat heeft te maken met het feit, dat zij op een bepaalde leeftijd toch een gezin willen bouwen en kinderen willen. Daarna blijven ze heel vaak parttime werken en voor de rest voor het gezin bezig zijn. ‘Dus van jou mag een vrouw niet fulltime werken.’ Whuh? Zei ik dat dan? Het enige wat ik doe, is naspreken wat anderen zeggen na onderzoek én wat ik zelf al jaren in de praktijk zie gebeuren. Van mij mag een vrouw best een topfunctie in het bedrijfsleven hebben en het hele leven fulltime werken. Geen enkel probleem mee. ‘Ja, maar…’
8 november 2009
Ja, het is een opvallend gedeelte, dat 1 Timotheüs 2:11-14. Ik denk, dat heel wat professoren theologie, predikanten, en noem maar op, er heel wat voor over zouden hebben gehad als zij hierover eens flink met Paulus konden discussiëren. ‘Ja, het is een nogal omstreden gedeelte, vooral na alle feminisme van de afgelopen 60 jaar’. Feministen en feministische theologen kunnen hier niets mee, denk ik. Paulus schrijft in vers 11: ‘Laat een vrouw in stilte leren, in alle onderschikking; en vers 12:’ik sta het echter een vrouw niet toe, onderwijs te geven, noch over een man te domineren, maar in stilte te zijn’. Het is soms boeiend (laat ik dit woord maar gebruiken) te zien en te lezen, hoe men deze woorden heeft geprobeerd weg te redeneren. Maar ze staan er wel. Je kunt er niet omheen.
Paulus koppelt hier het woord ‘domineren’ aan ‘onderwijs geven’. Kennelijk is het niet de bedoeling, dat de vrouw in de ekklesia’s de leiding heeft in het onderwijs geven. Structureel zou dat door de man gebeuren. ‘Ja, zo kun je dat misschien zeggen ja. Het klinkt zo vreemd in je oren in deze dagen van de geëmancipeerde vrouw.’ Ja, wel lastig he, die Paulus. Hij voegt er nog een stukje onderbouwing aan toe. In vers 13 schrijft hij: ‘want Adam werd (het) eerst gevormd (Hebreeuws: yatsar), daarna Eva’ en kennelijk heeft deze volgorde iets te zeggen. Anders zou hij het niet schrijven. Adam werd het eerst geformeerd, daarna Eva. Dat is een reden, die Paulus geeft voor zijn opmerkingen in vers 11,12. Daarbij neemt hij ook het woord ‘onderschikking’ (Grieks: hupotagè) in de mond, als het om de plaats van de vrouw gaat in dit verband. Paulus gaat helemaal terug op de volgorde van schepping van het mensenpaar. Dus voordat zij zondigden. En hij voegt de woorden toe, die we gisteren bespraken. Adam niet verleid, maar de vrouw werd misleid. Deze dingen werken door, anders zou hij er niet zo over schrijven. Als we hier 2 Corinthiërs 11:3 bij lezen, dan valt daar iets op. Paulus wilde niet, dat de Corinthiërs zouden afwijken van de eenvoudige en zuivere toewijding aan Christus. Daarbij geeft hij inzicht, hoe de slang Eva misleidde. Paulus schrijft: …’uw gedachten…..afgetrokken worden’….(NBG).
Er staat in plaats van ‘aftrekken’ een woord, dat met bederf te maken heeft. Eigenlijk: ‘verderven’. Door wat de slang zei, werd Eva bedrogen; haar gedachten werden verdorven! Er kwam bederf in het denken van Eva, waardoor zij niet langer helder voor ogen had, wat God gezegd had! Dit is heel be-langrijk, dat wij dit weten! En Adam werd niet verleid! Zou het zo kunnen zijn, dat de slang doorhad, dat de vrouw makkelijker te misleiden was dan Adam? Is dat de reden, dat Paulus zo schrijft in
1 Timotheüs 2:11-14? Een nadenker he. Morgen gaan we er verder mee. ‘Ja, dat wil ik graag, want ik heb nog wel wat vragen’.
7 november 2009
De eerste hoofdstukken van Genesis zijn bijzonder geladen. We lezen daar over de schepping van man en vrouw. De eerste keer dat zij zondigden. ‘Ja, als ik je even onderbreken mag, ik heb daar wel wat vragen bij. Als Adam en Eva van de vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad eten, dan doen zij de eerste zonde. Maar de slang verleidde de vrouw (maninne) en zij at en gaf dat ook aan haar man.’ Ja correct, zo is het gegaan. Overigens wil ik wel opmerken, dat het Hebreeuwse woord ‘nachasj’, dat hier altijd met ‘slang’ vertaald is, komt van een woord, dat met ‘waarzeggen’ of ‘sissend fluisteren’ of ‘mompelen’ te maken heeft. Er staat in Genesis 3:1, dat deze nachasj het meest ‘listige/geraffineerde/doortrapte’ van al het leven in het veld werd. En dat blijkt ook wel. Let erop, dat deze slang (nachasj) de vrouw aanspreekt, en niet de man. ‘Ja waarom eigenlijk, dat heb ik me vaak afgevraagd’. Dat is niet zo eenvoudig. Er zijn uitleggers, die denken, dat de vrouw de leiding had en dat daarom de slang haar aansprak. Anderen zeggen, dat de vrouw kennelijk mak-kelijker te misleiden was dan de man. Wat je kan concluderen is, dat zij Adam niet raadpleegde, zodat zij samen tot een beslissing konden komen. Er staat in Genesis 3:6, dat zij van de boom van kennis at. En dat zij vervolgens aan Adam ook die vrucht gaf en hij at er ook van. De eerste zonde van de mens. Belangrijk hierbij is, dat Adam niet verleid werd. De vrouw wel. Kennelijk heeft Adam heel bewust meegedaan, terwijl hij heel goed wist wat hij deed en wat God ervan gezegd had!
‘Dus de vrouw werd misleid of verleid, en Adam niet? Klinkt een beetje merkwaardig ten opzichte van de vrouw, vind ik.’ Ja. Snap ik. Maar het is niet anders. ‘Ja en hoe kom jij aan die wijsheid, dan?’
Nou, Paulus lezen he. Dat is nu eenmaal noodzakelijk, bij alles wat je in de Schrift leest. Daar moet je ook Paulus op naslaan. Paulus schrijft in 1 Timotheüs 2:14 : ‘En Adam is niet verleid geworden’ en voor het woordje ‘niet’ staat in het Grieks een absolute ontkenning (ouk). Paulus spreekt hier weer glashelder, dus. En hij schrijft verder ‘de vrouw echter, misleid zijnde, is in overtreding geworden’. Verder staat hier voor het woord ‘misleiden’ in het Grieks een nog sterker woord dan dat Paulus bij Adam gebruikte. ‘Ja, ze zeggen weleens, dat Paulus vrouwonvriendelijk was.’ Lastig om dat te stellen, lijkt mij, want de apostel werd ook bij dit gedeelte door God geïnspireerd. Paulus schrijft dit natuurlijk in een groter verband. Als het gaat om onderwijs geven in de ekklesia (vergadering). Daarover morgen meer! ‘Nou, ik ben benieuwd!’