‘Die geweldige geestelijke zegeningen zijn wel bijzonder, daar in Efeziërs 1.’
De eerste van de waarschijnlijk 7 die we tegenkomen is, dat wij in Christus
uitgekozen zijn vóór de nederwerping van de wereld. In feite voor ons niet te
bevatten, dat de Vader ons toen al op het oog had, in Zijn Zoon. Vader koos
uit en dat was volledig onafhankelijk van ons gedrag. Nog vóór de zonde en
het gericht dat erop volgde. Waardoor de nederwerping van de wereld plaats-
vond en de hemelen en de aarde woest en leeg en duisternis werden. Toen
al waren de leden van het lichaam van Christus in Hem uitgekozen. Wat een
een rijkdom aan genade!
‘Heel wonderlijk eigenlijk, je staat er niet zo vaak bij stil.’
Dat wij zo lang geleden al in Christus uitgekozen bleken te zijn, is in feite zo
bijzonder, want van de heiligen van Israël wordt gezegd dat zij in het boek van
het leven staan opgetekend vanaf de nederwerping van de wereld. Overigens
wordt van de broers Ezau en Jakob gezegd, dat God Jakob liefheeft al voor zij
geboren werden, en dat de oudere de jongere zal dienen. Dan wordt er door
Paulus gezegd, dat dat was voordat zij goed of kwaad hadden kunnen doen.
Daarmee wordt duidelijk, dat de uitkiezing niet te maken heeft met wat een
mens aan goed of kwaad doet, maar van God die kiest!
‘Ja, met zo’n vergelijking van Jakob en Ezau wordt het nog duidelijker.’
Zeker wel. We hebben veel aan vergelijken van Schrift met Schrift. Als je de
teksten opzoekt die over uitkiezen gaan, wordt het duidelijk. Lang, lang voor-
dat wij geboren werden, waren wij door de Vader al uitgekozen in Hem. Dus
voordat wij goed of kwaad hadden kunnen doen. Daar hing het dus niet van
af. Dat wij zelf wel door de ervaring met zonde en kwaad heen moesten, was
omdat wij de liefde en genade van God alleen op die wijze konden begrijpen.
Als alles vanaf onze geboorte perfect was gegaan en wij nooit hadden gezon-
digd, dan hadden wij nooit Gods verzoenende liefde en rijkdom aan genade
in onder andere de rechtvaardiging om niet kunnen verstaan. Hij schenkt ons
als eersten die rijkdom én dat wij dat ook nog kunnen bevatten!