Woord vandaag

‘Paulus werd een dienaar van het evangelie van de genade van God. Dat
was hem gegeven. Kwam dat door zijn opleiding?’

Hij was opgeleid door Gamaliël, een beroemde Joodse leraar/rabbi in die
tijd. Daarom kende Saulus de Thora erg goed, en de overleveringen die erbij
gegeven waren. Hij kende het judaïsme van binnenuit. Daarom werd hij la-
ter ook zo fel, toen hij bemerkte dat de Galatische gemeentes onder de wet
gingen leven. Saulus was zelf een voorvechter van deze overleveringen en
tradities geweest. Hij ging zelfs zo ver, dat hij naar het buitenland reisde
met brieven van het Sanhedrin (soort raad van ousten  binnen Israël) om
de gelovigen die in de weg van Jezus gingen, te vervolgen.

‘En juist hij werd apostel en leraar voor de natiën.’

Dat had niets te maken met zijn opleiding of wat dan ook. Dat hij dienaar
van zijn unieke evangelie werd, had niet te maken met de kennis en kunde
of geleerdheid. Het lag anders:

…in overeenstemming met het geschenk van de genade van God dat mij
gegeven is in overeenstemming met de werkzaamheid van Zijn kracht

Aan Paulus was heel wat gegeven: apostelschap, leraar zijn, profeet, het
beheer van de geheimenissen. Dat zag hij als een groot genadegeschenk
van God! Ook dat was uit God. Hij was in feite afgezonderd vanaf de schoot
van zijn moeder, net als een profeet als Jeremia (zie Jeremia 1). God had
hem eerst een flink aantal jaren laten rondgaan in het judaïsme. Om daar-
na het enorme verschil te kunnen laten zien tussen wet(ticisme) en de pu-
re genade van God.

‘Hij heeft erg veel gedaan en zwaar gearbeid en geleden in het werk van
de Heer.’

Dat is absoluut een feit. Het was de enorme kracht van God, die in hem
werkte. Dat is de opstandingskracht, dezelfde kracht als waarmee Vader
de Zoon uit de doden zou opwekken. Daar strekt hij zich ook naar uit in
Filippenzen 3:8-13, waar hij wijst op de geweldige kennis van Christus
Jezus, zijn (en onze) Heer. Maar ook dat hij zou mogen komen tot de
uitopstanding uit de doden: het ervaren van de opstandingskracht in
zijn leven van alledag. En dat was ook zo, anders had hij nooit dat
dienstbetoon kunnen doen! Heerlijk, wat een kracht, wat een God en
Vader, die dat geeft. Ook aan u, jou en mij! Alleen de eer aan Hem!

Woord vandaag

‘Dus de gelovigen uit de natiën zijn volledig gelijk aan di uit Israël, er is
geen enkel onderscheid?’

Alle verschillen zijn in de geest weggevallen. In Christus Jezus bestaat het
verschil in het vlees niet langer. Je bent in Hem een nieuwe schepping. Dan
maakt besneden zijn niets meer uit. Het gaat alleen nog om de besnijdenis
van Christus. Geen verschil in geestelijk opzicht. Op aarde, in het vlees zien
we dagelijks het conflict rondom het volk dat nog steeds de besnijdenis doet.
Paulus geeft aan, dat wij gezamenlijk-deelhebbers zijn van de belofte in
Christus Jezus, door het evangelie waar hij dienaar van werd.

Dat verwijst naar de twee evangeliën, die in Galaten 2:7-10 genoemd wor-
den. Geen enkele andere schrijver van het nieuwe testament vertelt dat.

‘Die geweldige beloften, ik verheug me op de vervulling!’

Dat moet iets ongelooflijks zijn. We verwachten iets, maar het zal nog veel
heerlijker zijn dan wij nu beseffen. Wij kunnen iets vermoeden, maar wat
het in werkelijkheid zal zijn, dat zal onze Vader, de Vader van heerlijkheid,
ons geven in zo’n overtreffende maat, dat wij versteld zullen staan. In een
totaal andere omgeving dan hier op aarde. Boven, met Hem samen dat
doen wat tot eer van de Vader is. Soms heb je, dat je er iets tot je doordringt.
Dan kun je wel springen van vreugde en Hem danken, terwijl je dat eigenlijk
niet in woorden uit kan drukken. Je wil dat dan vasthouden, maar door alle
dagelijkse dingen raak je het weer een beetje kwijt. Maar de stille vreugde
in je hart blijft.

‘Het moet voor Paulus een vreugde zijn geweest.’

Ondanks al het lijden en alle vervolgingen die hem overkwamen bleef hij
toch in de vreugde van het evangelie. Dat was zijn kracht. De genade van
God was zijn kracht tot leven en arbeiden in het werk van de Heer. Hij leef-
de de verzoening en dat was vaak heel moeilijk. Met alle tegenstand, gelo-
vigen die hem verlieten, letterlijke en geestelijke stenen naar zijn hoofd, in
gevaar onder veel omstandigheden. Aan het einde had hij niet zoveel ge-
trouwen meer, die hem nog volgden. Velen leefden onder de wet. Velen
leefden in een mix van twee evangeliën. En hij hield vast aan het evangelie
dat hem toevertrouwd was, met de heerlijkheid in het vooruitzicht!     

Woord vandaag

‘Prachtig, dat wij zo Efeziërs kunnen lezen, in alle rust en vrijheid.’

We hebben het over het lichaam van Christus. Dat wordt uit alle natiën
geroepen en was al uitgekozen vóór de nederwerping van de wereld,
in Christus. Eerst waren wij in Christus en toen Hij eenmaal uit de doden
was opgewekt en levendgemaakt, toen kwam het lichaam van Christus
uit Hem (als het ware) tevoorschijn. Dat is hetzelfde als bij Adam en Eva.
Toen Adam in een diepe slaap was geraakt (vergelijk de doodsslaap van
Christus, de laatste Adam) werd Eva uit Hem genomen. Zo wordt het
lichaam van Christus uit Hem genomen.

‘Er was dus in beide gevallen geen huwelijkssluiting. Geen bruiloft. Dus
Eva was niet de bruid van Adam.’

Precies. Het type is geweldig. En de gemeente, het lichaam van Christus
was en is dus evenmin de bruid. Dat kan in essentie nooit zo zijn. En bo-
vendien leert de Schrift uitdrukkelijk, dat het gelovig Israël de bruid is.
Paulus leert aangaande het gezamenlijk-lichaam, dat het een hemelse
positie nu al heeft, dat het in de toekomst te midden van de hemeling-
en de veelvuldige wijsheid van God bekend zal maken. Dat is het Efeze-
geheimenis. Dat Israël in de geest geen vooraanstaande plaats heeft,
is duidelijk. We hebben al uitvoerig gezien, dat de vleselijke verschillen
in de geest volledig wegvallen.

‘Het zijn geestelijke waarheden en principes. Daarom is het voor veel
gelovigen niet te verteren?’

Helaas moeten we constateren, dat veel gelovigen vleselijk zijn. Zij zijn
nog onmondigen in Christus en hun gedrag is kinderachtig. Dat bleek in
de gemeente in Korinthe. Men had liever Petrus dan Paulus. Men streed
in groepjes tegen elkaar. Sommigen gleden uit in hun vlees naar links en
vielen in zonden als hoererij en dergelijke. Anderen glibberden in hun
vlees naar rechts en wilden onder de Thora leven, of op zijn minst met
regels. En hadden liever predikers die hun vertelden wat zij wel en niet
mogen. Die hun het wetboek voorhouden. Dat is makkelijk.

‘In en onder de genade van God glij je niet uit naar links of rechts?’

Genade is versus de zonde. Zullen wij bij de zonde blijven opdat de genade
meer zou worden?  Moge dat niet gebeuren! Roept Paulus uit in Romeinen
6:1,2. Als je blijft bij de genade van God, dan bewaart dat juist voor zonde
naar links of rechts. Als je onder de Thora gaat leven, val je uit de genade.
Dat is wat Paulus schrijft aan de Galaten. Dat is geen losse tekst, maar juist
de consequentie van zijn door God geïnspireerde betoog!
Er is geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn. Dat is geen vrij-
brief om te zondigen, maar een heerlijke vreugde in je hart, die uitwerkt
dat je de Heer wil dienen, en niet de zonde. Dát werkt Gods genade uit!    

Woord vandaag

‘God riep Paulus dus, om te spreken over het geheimenis van Christus in
grote volheid?’

Ja, want hij zegt het zelf: ….wat mijn inzicht in het geheimenis van de
Christus is, dat in andere generaties niet bekendgemaakt is aan de zonen
van de mensheid
.
In de vorige, andere generaties was dit niet bekend geworden. De profeten
van Israël spraken er wel over, maar dan moet je wel goed lezen. En in ty-
pen en beelden was het ook duidelijk geworden. Voor velen (verreweg de
meeste heidenen ook) was het totaal onbekend, dat er een Gezalfde zou
komen, die over heel de aarde gaat regeren. Dat was het geheimenis van
Christus in het aardse aspect. Dat was zeker niet overal bekend.

‘Ja en als dat al niet erg bekend was. Dan kon dat andere, voor de heme-
len al helemaal niet bekend worden gemaakt.’

Paulus mocht dat gaan onthullen op het moment dat hij Efeziërs schreef.
Hij heeft een enorm groot geheimenis van Christus bekend mogen maken.
Niet alleen zal Hij regeren over heel de aarde, maar ook over de hemelen.
Als Hij komt als Koning van koningen en Heer van de heren, dan betekent
dat ook het einde van het judaïsme, dat zich mede kenmerkt door een
sterke verwachting van de Messias. Als Die komt, dan is het judaïsme ver-
der overbodig, evenals alle andere religies in deze wereld. Voorts houdt
dat in, dat Hij al eerder in een geheim gebeuren –zoals dat hoort in het
beheer van het geheimenis- het gezamenlijk-lichaam heeft weggerukt van
de aarde!

‘En dat een zekere tijd voor de laatste jaarweek van Daniël 9:24-27?’

Dat geloof ik van harte op grond van de Schriften ja. Daar is meerdere ke-
ren duidelijk over gesproken. We zitten er erg dichtbij, het kan in feite el-
ke dag gebeuren, omdat wij niet naar tekenen hoeven uit te kijken zoals
Israël dat moet doen. Dat heeft ook alles te maken met het hemelse as-
pect van het geheimenis van Christus. Dáár heeft het Efeze-geheimenis
mee te maken. Daarom is het zo van belang, dit bekend te maken, omdat
het zo enorm onbekend is. Daarom vinden gelovigen dit te moeilijk. Ze
hebben liever een makkelijk te verteren evangelie, dat zegt wat zij moeten
doen en laten. Dat is exact wat alle religies doen. Daarom is een overstap
van de ene naar de andere religie in feite snel gemaakt. Het zijn immers
allemaal grondregels van de wereld. Kom niet aan met genade alleen bij
veel christenen en gelovigen. Dat slikken zij niet.
Paulus verkondigt overstromende genade, laten wij blijven drinken uit die
bron, en zó onze geestelijke dorst lessen! 

Woord vandaag

‘Dus : het geheimenis in Efeziërs 3:3 is wat wij dan noemen het Efeze-ge-
heimenis
?’

Dan volgt in vers 3b-5 een tussenzin. Daarin wordt gesproken over een
ander geheimenis: dat van Christus. Paulus zegt, dat hij tevoren in het kort
daarvan schreef, dat was in Efeziërs 1:9-10. Het geheimenis van Christus
zoals dat voorheen door de profeten bekendgemaakt werd, is dat Hij, de
Heer Jezus Christus Hoofd zal zijn over heel de aarde als Koning van de
koningen en Heer van de heren. Het was een geheimenis, omdat een aan-
tal gelovigen uit Israël dat wel erkenden, maar de rest van de mensheid
wist er niets van.

‘En Paulus maakt nu meer bekend?’

Hij schrijft in het kort over zijn inzicht in het geheimenis van Christus.
Dat doet hij in de verzen 1:9-10. Daar zegt hij dat Christus Jezus Hoofd
zal zijn over heel de schepping. Niet alleen de aarde, maar ook de hemelen.
Hij zal regeren over alles. Dat ook de hemelingen onder de voeten van Hem
gebracht zullen worden. En daarvoor wordt het lichaam van Christus geroe-
pen. De leden van dat lichaam zullen meewerken te midden van de heme-
lingen om die hemelse machten en krachten onder Zijn voeten te stellen.

‘Je kan zeggen: dat is het hemelse aspect van het geheimenis van Christus?’

Jawel. En dat aspect was in de vorige generaties niet bekend gemaakt
aan de zonen van de mensen zoals het nu onthuld werd aan Zijn heilige
apostelen en profeten
. Iets daarvan –Zijn verheerlijkte positie boven- lees
je terug bij Petrus (die dat waarschijnlijk van Paulus hoorde). Maar de
volheid van dit geheimenis en wat de plaats van het lichaam van Christus
daarin is, daar wist Petrus niets van. Dat was uitsluitend en alleen aan de
apostel Paulus voorbehouden. Hij maakt dat bekend. Het is een enorme
grote genade dat wij dit mogen lezen en er iets van kunnen bevatten!