Woord vandaag

‘Wat goed om even te kijken naar de principes waarmee je de
Bijbel kunt lezen.’

Is van belang, omdat men in de kerk erg bezig met de verbonden, de zoge-
heten verbondstheologie. Dan denkt men abusievelijk, dat het verbond
overgegaan is van Israël op de kerk, want de kerk acht zich geestelijk gezien
Israël. Daarom zingt men bij de kinderbesprenkeling: ‘het verbond met
Abraham Zijn vrind, bevestigt Hij van kind tot kind.’ En is men door de
kinderbesprenkeling automatisch opgenomen in het verbond van God
met Abraham.

‘Maar de heidenen hebben toch geen verbond?’

Misschien alleen -als je per se van een verbond wil spreken- van het ver-
bond met Noach, dat de regenboog het teken is dat er geen grote watervloed
(soort supertsunami) meer over de aarde zal komen.
Al met al zit de kerk er met de hele verbondstheologie naast. De waarheid
vinden wij in Efeziërs 2, waar staat, dat ‘jullie…
waren …. gasten van de ver-
bonden die bij de belofte horen’….

‘We hebben die brieven hard nodig om de volle waarheid te zien, begrijp ik.’

Nou en of. Zonder dat heb je geen uitzicht, geen overzicht, geen einddoel, is
alles in de mist. Als je van de andere kant begint, en denkt vanuit de Tenach
alsof je de Griekse Schrift in het licht van de Hebreeuwse moet lezen en ver-
staan, kom je hopeloos in de verwarring en ontbreekt het juiste zicht. Want
je laat het kleinere licht (Tenach) schijnen over het grotere (Griekse Schrift)
en dan is het net of je met een brandende fakkel de zon wil verlichten.

‘We zijn daarom enorm bevoorrecht als we kijken naar de gelovigen uit de
vroegere tijden.’

Ja, we zijn ons dat vaak nog te weinig bewust. laten we God danken voor de
enorme mogelijkheden om met Zijn woord bezig te zijn, daarmee kiezen
we net als Maria voor het goede deel (Lucas 10:38-42; Psalm 27:4), te zitten
aan Zijn gezegende voeten en te luisteren naar Zijn stem van liefde van God.
Ah, dat dat ook ons verlangen is!

Daniël – 8 – 7:14-28

Op 20 oktober 2011 werd een vervolg op Daniel 7 besproken.
Wat is het vierde, wilde beest?

Wat is de identiteit van de kleine hoorn? Niet alleen Daniel 7,
maar ook de brieven aan de Thessalonicenzen 
en
Openbaring 11 kwamen aan de orde. En: wat wordt in 
Daniel
bedoeld met ‘het einde’ of ‘de tijd van het einde’?
Luister hier.

NB: bij vorige studies werd een aantal bijlagen verstrekt, onder
andere overzichtschema’s in PDF. Deze zijn bedoeld als onder-
steuning en overzicht. Eventuele conclusies met het noemen
van het jaar van de wegrukking van de gemeente onderschrijf ik
niet, omdat het precieze jaar niet exact uit te rekenen valt.

Woord vandaag

‘Best fijn he om zo elke dag even na te denken over het Woord van God.’

De moeite waard. Steeds duikt er wel iets op uit het Woord. Gods uitspraken
zijn onuitputtelijk. Steeds weer dieper verstaan van wat God zegt, en toch is
het nodig te weten welke principes nodig zijn om dat woord goed te kunnen
verstaan. Het is bijzonder van belang, dat we de verhouding tussen de Tenach
(Hebreeuws/Chaldees – ‘oude testament’) en de Grieks geschreven schriften
goed zien.

‘Dat is heel belangrijk, want wij lezen er elke dag in, in de Bijbel.’

Mooi, dat we dat kunnen, in alle vrijheid. Want dat is een groot voorrecht.
Lange tijd kon het kerkvolk niet in de Bijbel lezen, want die stond op de
Index (lijst van verboden boeken). NU, dankzij wat God deed door de (voor-
lopers) van de reformatie, kunnen wij nu thuis, zomaar, de Bijbel lezen. Als
je die echter met een bepaalde bril op leest, dan lees je waarschijnlijk niet
helemaal correct.

‘Wat is dan een belangrijke ‘regel’ om in je achterhoofd te hebben als je
de Bijbel  leest?’

Dat je de Tenach leest in het licht van wat in de Griekse Schrift (Mattheüs –
Openbaring) is bekendgemaakt. Met name  de apostelen hebben veel meer
gezien dan de profeten, omdat zij wisten van de vervulling van veel profe-
tiën, dat ze wezen naar de Heer Jezus Christus, en Zijn werk. In de brieven
van de apostelen wordt veel bekendgemaakt wat het juiste licht werpt op
veel van wat in Tenach bekendgemaakt was.

‘We kunnen daardoor het beste de Bijbel lezen?’

Ja, en dan wordt het heel rijk en zit er bijzonder veel profetie en typologie
in de oude geschiedenissen van Zijn woord. Verder worden er ook verbor-
genheden bekendgemaakt die niet in Tenach te lezen waren. Paulus is de
apostel die de lijnen het verst kon zien en vervolgens opschrijven. Zodoen-
de hebben we door zijn brieven overzicht over heel Gods plan. Een bijzon-
der fel licht scheen op Saulus als teken van het feit, dat Christus Jezus hem
de hoogste onthullingen bekend zou maken!

Woord vandaag

‘Ben jij er ook van overtuigd, dat wij het woord als enige bron van leven
en uitzicht hebben?’

Ja, dat is duidelijk. Je kunt niet zonder dat woord. Soms moet je diep graven
om de waarheid op tafel te krijgen, en heb je anderen nodig die dat al voor je
hebben gedaan. Zo heb je in de 19e en begin 20e eeuw diepe vorsers in het
woord gehad, die heel veel op tafel hebben gelegd. Zij zagen dat niet als hun
verdienste, maar dankten God, de Vader daarvoor. Daarom hebben wij rijke
bezittingen in veel goed studiemateriaal. Denk bijvoorbeeld aan de beide
concordanties van George V. Wigram, een broeder uit de vergadering van ge-
lovigen die ze tot stand bracht.

‘Dat zijn concordanties die niet uitgaan van de Nederlandse of Engelse ver-
talingen, maar van het Grieks en Hebreeuws?’

Jawel, dat is van belang, omdat je, als je steeds woorden aan de hand van die
woordenlijst opzoekt, je in de vertalingen kunt zien hoe dat Hebreeuwse of
Griekse woord vertaald is. Meestal ontdek je, dat het lang niet altijd conse-
quent vertaald werd. Zo kwam in de loop van de tijd de concordante verta-
ling tot stand. Zoveel mogelijk hetzelfde Hebreeuwse en Griekse woord ver-
talen met hetzelfde Nederlandse woord. Dat lukt niet altijd omdat je soms
door het verband waar het in staat, moet afwijken van je standaard woord.

‘Je ontkomt er dan niet aan, de woorden ‘olam’ en ‘aioon’ correct te verta-
len. Dan ben je de eeuwigheid kwijt.’

Dat is een van de prachtige uitkomsten. De grondtekst wordt ook voor die
begrippen correct vertaald. Zo kom je bij de waarheid van het woord van
God uit. Dan blijkt er geen eeuwige pijn, geen eeuwig afgrijzen, geen eeuwig
noem maar op te zijn. En voor wat betreft ‘eeuwig leven’: deze uitdrukking
wijst op het leven dat de gelovigen in de eonen hebben tegenover degenen
die dood zijn. Ná de eonen hebben alle mensen eindeloos leven, onsterfelijk-
heid voor altijd!

‘Tsja, wat een evangelie he. Alle mensen uiteindelijk gered in en door het
kostbare bloed van Christus.’

Dat ís het evangelie. Als niet alle mensen gered zouden zijn in en door het
werk van Jezus Christus, dan heb je geen evangelie. Geen goed nieuws meer.
Het is een bijzondere genade, nu al te weten van die redding. Dat dat zou lei-
den tot luie gelovigen? Dat lijkt mij niet. Altijd waren er gelovigen die deze
waarheden gekend en beleden hebben en die waren juist heel actief! Deze
écht blijde boodschap geeft energie om steeds weer te getuigen van de lief-
de van God in Christus voor alle mensen!

Woord vandaag

‘Wel goed te zien in dat voorbeeld van Handelingen, hoe God alles te-
voren al gepland heeft.’

De geweldige waarheid, dat alles uit God is (Romeinen 11:36) wordt ook
door gelovigen bestreden. Het strijkt tegen de haren van zelfredzaam-
heid en zelfvoldaanheid in. Het haalt een streep door menselijke ge-
dachten, dat de mens zelf iets zou kunnen bijdragen in Gods plan. Als je
dat tot het uiterste doortrekt, wordt God afhankelijk van de mens en
niet andersom.

‘De mens beeldt zich heel wat in. Gelukkig mogen wij het evangelie van de
gelukkige God (1 Timotheüs 1:11) kennen!’

In dat evangelie staat gelukkig God centraal, want alleen dan heb je evan-
gelie. Wij zijn in alles volledig van God afhankelijk, niet van ons eigen in-
zicht en kunde. Alles wat wij weten en kunnen is van God gekregen. Een
van de grootste misrekeningen van de menselijke filosofie is, dat zij een
valse theorie over de zogeheten ‘vrije wil’ heeft ontworpen en dat boven-
dien tot een soort toetssteen van waarheid hebben gemaakt.

‘Dat is toch een vreemde gedachte: een vrije wil hebben. Dat hebben wij
helemaal niet. Wij weten niet eens wat ons over een uur overkomt.’

Een waar gelovige zou aan dat woord uit Romeinen 11:36 al genoeg kun-
nen hebben, maar altijd komt iemand met een …’ja, maar’….. En komt
uiteindelijk uit op ‘nee’. In de dagen van Handelingen waren ook mensen
tot geloof gekomen door de blijde boodschap die Paulus bracht, en later
was hij niet langer welkom in zijn eigen gemeentes (Efeze, Kolosse, Lao-
dicea). Ze werden van hem afgekeerd.

‘Dat zie je vandaag de dag ook gebeuren. Heel wat gelovigen hebben de
boodschap omarmd om zich er later weer van af te keren.’

Zij zijn terechtgekomen in de valstrik van de tegenwerker. Vaak heeft het
te maken met iets willen doen ( de tien geboden of de bergrede houden)
et cetera. Altijd duiken die geluiden na verloop van tijd op.

‘Lezen zij de brief aan de Galaten niet?’ denk je dan. Die is helder. Maar
ook daar geeft men weer een eigen draai aan.  En dat terwijl zelfs voor het
volk Israël zelf al een nieuw verbond tot stand is gekomen en het oude
allang beëindigd is, doordat Israël zelf het verbroken had (Jeremia 11)!