Woord vandaag

‘Wat we gisteren besproken hebben, dat hoor je bijna nergens.’

Het gaat om de Schrift, en dat alleen. En de waarheid zul je niet
overal horen. Meestal een stuk traditie wat in geloofsbelijdenis-
sen is vastgelegd. Door die bril wordt de Schrift – vaak heel dog-
matisch – bekeken en gelezen. Het verfrissende is, als je het e-
vangelie van Gods genade uit de Schrift leest, zonder dat er een
uitlegger tussen zit, die uitlegt hoe je het moet zien.

‘Meestal wordt Gods genade ontkend of afgezwakt.’

Ja, overal wordt een mix gemaakt van evangelie en wet,
geloof en (goede) werken, alsof evangelie alleen en geloof alleen
niet voldoende zou zijn. Men wil graag allerlei (goede) werken
doen, om een bewijs voor geloof te hebben. Eén simpele uit-
spraak uit de Schrift laat zien hoe het zit:

“Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid
gerekend.”
“Bij hem echter die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de god-
deloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid.”

 

 

Woord vandaag

‘Wat een machtig uitzicht hebben wij toch! Ik heb er gisteren
lang over nagedacht en God gedankt!’

Het geeft je kracht om verder te kunnen. Soms komen de meest
onverwachte dingen op je pad. Daar kun je dan niet omheen. Je
gaat er samen met Hem doorheen. Hij draagt je, ook al voel je dat
niet altijd zo. Het is een feit wat de Schrift op talloze plaatsen zegt.
Je hoeft er niets voor te doen om te zorgen dat Hij dicht bij je is;
Hij í­s gewoon nabij! Ongeacht hoe je je voelt.

‘We zijn als gelovigen zeer gezegend, meer dan Israël zal zijn.’

Dat geldt binnen Gods plan of voornemen van de eonen. Het lichaam
van Christus heeft daarin met Hem de hoogste plaats gekregen, want
wij waren in Hem uitgekozen vóór de nederwerping van de wereld.
Dat heeft te maken met de geestelijke machten die er voor de neder-
werping al waren. Daarom wordt dat in Efeziërs 1:4 gesteld. Als we
kijken naar de voorrang die Israël heeft boven de andere volkeren,
dan is dat hun positie in het vlees en niet in de geest, zoals bij het li-
chaam van Christus juist gezegd wordt.

‘Het gaat wel hoog he, allemaal. En we staan met onze voeten op aarde.’

Ja, en daarbij zouden we ons veel meer bewust zijn van ons hemels
burgerschap. We hebben een uniek burgerschap in de hemelen en te
midden van de hemelingen. Dáár zouden wij uit leven en denken en
handelen. We hebben nu eenmaal geen aardse toekomst. Dat is voor
de ekklesia uit Israël en de proselieten uit de volkeren weggelegd.
Zij zullen onder andere het loofhuttenfeest vieren, en de andere fees-
ten van Jahweh, op aarde.
Maar wij? Wij zullen onze unieke hemelse bediening volvoeren, in de
komende eonen, onder leiding van Christus Jezus!

Woord vandaag

‘Wonderlijk, dat God het zo doet: twee ekklesias roepen in een
periode van 2000 jaar.’

Dat is zeker een werk van God. De ekklesia van Israël en prose-
lieten het aardse koninkrijk in, straks. Nu roept Hij de ekklesia
die het lichaam van Christus is, uit alle natiën, waarin het vlees
geen rol speelt, afkomst of afstamming maakt helemaal niets
meer uit. Geen voorrang of voorrecht voor de Jood in het li-
chaam van Christus. In de nieuwe schepping speelt dat allemaal
geen rol meer!

‘Daarom kijk ik er zo naar uit, dat mijn oude zwakke lichaam ver-
anderd gaat worden.’

Wat zal dat zijn! We verwachten een nieuwe schepping en de
zonen van God zullen samen met Christus Jezus het eerst aan de
schepping onthuld worden. Wat is dat toch geweldig he. We zijn
als leden van dat lichaam bevoorrecht, dat wij als eerstelingen
van de nieuwe schepping geopenbaard zullen worden, en, bekleed
met grote heerlijkheid, de hemelingen Zijn mildheid en rijkdom
aan genade zullen tonen.

‘Ja werkelijk een grote verwachting om naar uit te kijken.’

Ja en tot de bazuin leven wij in en onder Gods genade. Hij heeft
ons lief en zal ons dragen tot dat moment, dat heeft Hij beloofd
en zal dat ook doen. Hij omringt ons, Hij woont door Zijn geest
zelfs in ons en door Hem leven wij! Heerlijke zekerheid, die
Hij alleen kan geven: wij hebben een gebouw uit God, eonisch,
in de hemelen. Daar zien wij naar uit, deze aardse tentwoning
te verwisselen voor een heerlijkheid, die nooit zal eindigen!

Woord vandaag

‘Het evangelie is Gods kracht tot redding voor ieder
die gelooft.’

Zo is dat. Paulus zet dat uiteen in de Romeinenbrief. Hij
laat zien, dat het zonder de wet is, redding is niet het ver-
vullen en doen van de Thora om gerechtigheid voor God
te bereiken. Ook niet nadat men zich de redding in Chris-
tus Jezus bewust is geworden. Dan haalt Paulus niet de
Thora naar voren als leefregel of iets dergelijks, maar geeft
zeer bijzondere aanwijzingen in Romeinen 12-15.

‘Dat kan niet anders, want wij leven niet onder de Thora,
maar onder Gods genade.’

Zo zegt Paulus dat in Romeinen 6:14,15. Het gaat erom, dat
de gelovigen niet krampachtig gaan leven om iets te doen,
maar ontspannen leven in Gods genade. Dan doe je wat je
hand vindt om te doen. God zal je in die weg niet teleurstel-
len. Anders wordt het, wanneer gelovigen opnieuw onder
wet worden gesteld, heel krampachtig en ontstaat er een
sfeer die niet goed is, het leidt tot felle concurrentie onder-
ling. En strijd, omdat men dan beter denkt te zijn dan de
ander, et cetera.

‘Werkt de wet of wetticisme dat uit?’

Jawel, lees vooral Galaten 4-6 eens aandachtig door. Dan ontdek
je heel wat rake uitspraken die vandaag de dag nog steeds van
groot belang zijn, als het gaat om het praktische uitwerking van
het nieuwe leven in Christus! Dat is doordrongen van de genade,
die God geeft aan iedere gelovige!

Woord vandaag

‘Geweldig he, die hemelse bestemming voor het lichaam
van Christus.’

Ja, dat is nogal wat. Paulus maakte dat bekend, maar hij kreeg
de onthullingen van zijn Heer (Galaten 1:12). Niet van mensen
(de 12 apostelen van de besnijdenis), niet door een mens (Petrus,
Jakobus, Johannes). Zijn evangelie is doortrokken met de genade
van God. Dat staat haaks op het wettische denken binnen het Jo-
dendom waar hij uit was getrokken door de Heer.

‘Maar, is Paulus dan niet dogmatisch?’

Paulus is wel stellig met zijn uitspraken, maar dogmatisch: nee!
Zoals al gezegd, alles wat met Paulus te maken heeft, is omstre-
den. Elk woord dat hij heeft opgeschreven, wil men aanvechten.
God is de redder van alle mensen, is ook zo’n dogmatische uit-
spraak in de ogen van sommigen. Velen roepen vandaag de dag
dan ook, dat ‘God het mogelijk heeft gemaakt dat mensen gered
kunnen worden’ (bijvoorbeeld Jeugd met een opdracht), maar
dan heb je geen goed nieuws meer.

‘Nee, dat niet. Dan wordt het pas goed nieuws als jij het eerst aan-
genomen hebt.’

Maar dan moet de mens iets doen om gered te worden. Dan is het
geen evangelie meer. Het goede is juist, dat de mensheid al gered
ís in Christus (Romeinen 5:18,19). Dat lang niet iedereen geroepen
wordt in deze tijd van genade, is duidelijk en dat zegt Paulus ook.
Alleen de leden van het lichaam van Christus worden nu uitgeroe-
pen, alle anderen, daar gaat God een andere weg mee. Dat is Zijn
weg met hen. God heeft alles volledig onder controle, alleen Zijn
plan wordt vervuld, door Christus Jezus!