Woord vandaag

‘Wat fijn, te leven in deze tijd van Gods genade, terwijl
er ook vreselijke dingen gebeuren.’

Er is verschrikkelijk veel lijden, verdriet en pijn in de
wereld. Ook gelovigen overkomt dat. Maar als gelovige
heb je een geweldig uitzicht op heerlijkheid, een heer-
lijkheid die we niet kunnen bevatten nu we nog in dit
aardse lichaam van vernedering zijn. Maar straks, als
al dit aardse weggevallen is, zullen we versteld staan van
wat ons dan toegevallen is!

‘Ja, bijzonder hoor, ik kijk er erg naar uit. We zijn bevoor-
recht, dat is ook genade!

We kunnen niet anders dan God danken voor die rijkdom
aan genade die God geeft, rechtvaardiging om niet in Zijn
genade door de vrijkoping in Christus Jezus. Door het geloof
van Christus, helemaal Zijn werk. Wat een uitzicht geeft dat
op God, op Christus, op wie wij zijn in Hem. Er bestaat geen
veroordeling, ook bij de bema niet. Daar zullen we alleen
maar dankbaar zijn, alles komt in orde tussen de leden van
het lichaam van Christus.

‘God heeft in Zijn wijsheid in alles voorzien en dat is ook de
belofte: Hij zal in álles dat geven wat nodig is.’

Mijn God, schrijft hij, zal in al jullie behoeften voorzien naar
Zijn rijkdom in heerlijkheid, in Christus Jezus. Paulus wist
dat uit veel jaar ervaring. Soms had hij wat minder, soms wat
meer, maar altijd genoeg. Hij maakte tenten als dat nodig was
om in zijn levensonderhoud te voorzien. In Handelingen 18,
staat dat hij dat samen met Prisca en Aquila deed. Bijzonder,
zo samenwerken; een tent is tekenend voor het tijdelijke ver-
blijf wat wij hier op aarde hebben!

Galaten studie 4 – 1:10-14

Paulus laat in dit gedeelte zien, dat hij geen mensen behaagde,
maar dat hij slaaf van Christus is. Het evangelie dat hij bracht,
laat geen compromis toe. Het is: besnijdenis óf Christus, werken
óf geloof, wet óf genade. Het verslag van zijn verleden is helemaal
toegespitst op het zuivere van de boodschap die hij te brengen had.
Luister: deel A en deel B van de op 19-02-2013 gehouden studie.

Woord vandaag

‘Fijn, dat wij nu in de genadetijd leven. Gods genade is het
grote principe voor vandaag, toch?’

Jawel, we leven onder de overstromende genade van God.
Zoals Romeinen 5:20,21 dat zegt: ‘waar de zonde toeneemt,
is de genade veel meer overvloedig’. Geen enkele andere
schrijver van de Schrift zegt zoiets. Het is louter een onthul-
ling, die Christus geeft in de blijde boodschap voor deze tijd.
Als deze genadetijd voorbij is, zullen de gerichten van God
over de aarde gaan.

‘Ja, de genadetijd eindigt met de wegrukking van het lichaam
van Christus.’

Exact. Dan begint de tijd van het gericht en dat begint volgens
Petrus bij het huis van God. Dat is: Israël. Eerst komt God met
Zijn eigen volk in het gericht en daarna met de volkeren. Dat
is de volgorde in het bijbelboek Openbaring van Jezus Christus.
Bij de Heer hoorde je al van ‘het aangename jaar van de Heer’
terwijl Hij in de synagoge las tot: ‘een dag van wraak van onze
God’, want die was toen nog niet aangebroken.

‘Zo zien we dat de Heer ook rekening houdt met de verschil-
lende
fasen en ontwikkelingen in Gods plan.’

God heeft Zijn eigen programma, dat Hij afwerkt. Een pro-
gramma voor heel de schepping, en dat kan Hij, omdat Hij
zelf de Schepper is. Niemand die dat tegenhoudt. Ook het
woeden van de volkeren in de eindtijd niet. Psalm 2 is daar
erg duidelijk over. God lacht erom. Al die kleine mensjes,
die zich erg druk maken en erg druk doen, vooral; het bete-
kent eigenlijk niet zoveel. Het laat we zien hoe ver de mens
wil gaan in zijn opstand tegen God, die liefde is. En Zijn lief-
de zal het uiteindelijk de mens overvleugelen en leiden naar
Zijn hart.

 

 

 

 

 

 

Woord vandaag

‘Het is zó belangrijk het verschil tussen Israël en de ge-
meente te zien!’

En tegelijk beseffen dat de roepingen verschillend zijn
bewaart
voor antisemitisme. De ekklesia die Zijn lichaam
is heeft een roeping boven, te midden van de hemelingen.
Israël heeft een roeping op aarde voor de volkeren, zij
zijn geroepen een licht voor de natiën te zijn. Dat zijn zij
nu niet, maar zullen dat in de toekomst zijn.

‘We worden overladen met Zijn genade in Christus Jezus!’

Ja mooi he, geen enkele veroordeling treft hen die in Chris-
tus Jezus zijn. Nu niet, morgen niet en straks bij de bema al
helemaal niet. Dus voor onze levenswandel vandaag geldt dit
machtige woord. Ongelooflijk he. We zijn zó bevoorrecht,
laten we dat niet van ons afnemen, maar God danken, dat wij
dit rekenen, juist als we beseffen dat we tekortschieten.

‘Als je zo rekent, blijft die vreugde in je hart en zing je lof-
liederen tot Zijn eer.’

Ja, met genade in je hart, tot God. Dat is wat Gods bevrijdende
kracht van Zijn genade bewerkt in je. Dan ervaar je iets van die
nieuwe schepping die je bent in Christus. Iets van de kracht van
Zijn opstanding. Dat kun je nooit zo ervaren zonder Zijn genade
en het diepe, geestelijke besef Zijn eigendom te zijn, waar je geen
enkele tegenprestatie voor hoeft neer te zetten.

Woord vandaag

‘De zevende bazuin is dus duidelijk een heel andere
dan de laatste bazuin van 1 Corinthiërs 15.’

Ja en dat zal blijken uit de volgende ‘geciteerd’, dat
binnenkort geplaatst wordt. De verschillen zijn gewoon
terug te voeren op de verschillende omstandigheden en
groepen die het betreft. Bij 1 Corinthiërs 15 gaat het om
het lichaam van Christus wanneer een bijzonder gehei-
menis onthuld wordt. Er staat: Hij zal bazuinen. Dat be-
tekent, dat de Heer zelf zal blazen.

‘Ja, bij Israël in Openbaring bazuint er steeds een bood-
schapper (engel).’

Dat komt, omdat er het in Openbaring om gerichten gaat,
en in Corinthiërs om een genade-moment. Omdat het om
Zijn lichaam gaat, wat Hem zo dierbaar is. En bij Israël
komt er eerst gericht en dan gaat het koninkrijk op aarde
voor hen aanbreken. Israël gaat door de grote verdrukking
op aarde, dat blijkt uit Daniël en Mattheüs 24:15. In die
gedeeltes draait het om het uitverkoren volk, en niet om
het lichaam van Christus.

‘Ja het kan ook niet anders, als je de Schriften bestudeert.’

Het is duidelijk, dat bij ‘de grote verdrukking’ steeds over
Israël wordt gesproken, bijvoorbeeld in Jeremia 30, waar
het gaat over ‘de benauwdheid van Jakob‘. De grote ver-
drukking, die
vindt plaats in de tweede helft van de 70e
jaarweek van Daniël 9:24-27. En die jaarweken waren be-
stemd voor ‘uw volk en uw heilige stad’, daar valt de ge-
meente die het lichaam van Christus is, helemaal buiten.

‘Is duidelijk zo. De gemeente kan nooit door de grote ver-
drukking gaan, steeds gaat het dan om Israël.’

De grote verzoendag was op Golgotha. De leden van het
lichaam van Christus zijn al verzoend, zij hebben Hem,
de Verzoener al ontmoet en weten zich verzoend met
God en zijn nabij Zijn hart. Daarom zal Hij hen tot Zich
roepen vóór Hij met Israël in het gericht gaat, want de
grote verdrukking is de verontwaardiging (toorn) over
Jakob, en daarna redding als hun Messias Jezus Zijn
voeten op de Olijfberg zet!