Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

‘Mooi, dat Jezus Christus overwinnaar is, en dat bleek ook
aan het kruis he.’

Ja, Paulus schrijft er over in Kolossenzen 2:14-16 en vele andere
teksten. De overwinning is totaal, doordat Hij op de derde dag
werd opgewekt uit de dood door Zijn God en Vader.
Het betekent de redding van alle mensen (1 Timotheüs 4:9,10)!

‘Ja daar heb ik nog wel vragen over hoor.’

Brand maar los.

‘Wat ik nog weleens hoor, is dat het eigenlijk helemaal niet
nodig was dat Jezus aan het kruis stierf als God toch alle
mensen redt. Hij had zelfs niet op aarde hoeven komen.’

Dat is een bekende vraag. God heeft alles van tevoren al
vastgelegd. Alles was in Zijn raadsbesluit al opgenomen,
voor Hem gebeurt niets toevallig. Het is alles Gods ontwerp
geweest. Voor er ook maar iets geschapen was, was God er.
Wij kunnen ons dat niet goed voorstellen omdat wij in tijd
en ruimte denken. God staat buiten en boven de tijd, Hij heeft
de tijd geschapen. Het is Zijn plan van eonen (aioonen), niet
het onze. Daarbij staat het voor ons als gelovigen vast, dat Hij
liefde is. Dat houdt in: alles wat Hij doet, komt uit Zijn liefde
voort.’

‘Zo, dat is heel wat. We gaan gelijk al de diepte in.’

Ja, maar wel een diepte waar je echt blij van binnen van wordt.
Paulus schrijft, dat God in zichzelf gelukkig is; om het menselijk
te zeggen: God heeft van binnen altijd een diepe, nooit minder
wordende vreugde. En nu komt het (en ik zeg het weer menselijk):
Hij wilde die vreugde met anderen delen. God wil in relatie met de
ander staan. Hij wilde die liefde van Zijn hart met anderen delen,
dat is ook een kern van de liefde van God.

‘Nu geef je me wel aardig wat mee om over na te denken.’

Dit is waar het allemaal om draait. God heeft een manier bedacht
om Zijn liefde met anderen te delen. Daarom schiep Hij anderen,
nadat Hij de zoon van Zijn liefde had voortgebracht. Paulus schrijft
dat in Kolossenzen 1.

In en door en tot de zoon van Zijn liefde (1:13-16) heeft God alles geschapen!

‘He, als je zo die dag des Heren eens naloopt, begin je
toch een idee te krijgen wat er dan allemaal gaat gebeuren.
Het gaat echt om Israël en de omringende volkeren.’

Ja, het speelt zich allemaal af in het Midden-Oosten.
Dat kan ook niet anders, want het volk van God bevindt
zich daar en Jeruzalem natuurlijk. Overigens zeggen de
profeten dat het huidige Jeruzalem verwoest zal worden.

‘Daar wordt wel door andere gelovigen anders over gedacht.’

Zeker, maar je ziet dat de geschiedenis zich herhaalt. Als je
dezelfde omstandigheden hebt, is de handelwijze van God ook
dezelfde. In het verleden kwam er steeds een oordeel over het
volk en over de stad, als er sprake was van afgoderij en dus
ongeloof. Op dit moment is er strikt genomen geen afgoderij
onder het volk zoals vroeger, toen er allerlei beelden en gewijde
stenen, hoogten en palen waren. Maar nu is het volk als zodanig
ongelovig en dan moet er een gericht van God op komen.

‘Zo heb ik het nog niet eerder bekeken. Velen denken, dat het
volk zoals het er nu is verlost zal worden door de terugkeer van
hun Messias Jezus, zonder al te veel rumoer.’

Ja, men wil graag de gerichten als het ware wegpoetsen en een
mooie overgang zien naar het aardse koninkrijk van Christus.
Maar zo zal het niet gaan. De tegenstander, de draak van Openbaring,
zal op aarde geworpen worden met 1/3 van de hemelse boodschappers.
Dan zal hij nog korte tijd rondgaan als een brullende leeuw, zoals Petrus
(1 Petrus 5:8,9) dat schrijft. Dat betekent: Er komt een geweldige strijd,
zoals Michaël eerst in de hemel oorlog tegen hem voert, zal daarna op
aarde nog een hevige strijd uitgevochten worden.

De uitkomst van die strijd is zeker, de Heer Jezus Christus overwint!

‘He wat voor mij moeilijk is, te zien waar de verschillende
profeten het over hadden.’

Naast Daniel als leidraad voor het tijdsverloop van de laatste
fase van de tijd voordat Jezus Christus terugkeert, kun je aan
de hand van de tekstverbanden waar de uitdrukking ‘de dag
des Heren’ in voorkomt een idee krijgen hoe de slotfase van
deze boze eon (aioon, Galaten 1:4) zal verlopen.

‘Hoe kan ik die teksten dan vinden?’

Je kunt ze opzoeken aan de hand van een concordantie, een
woordenlijst met teksten waar die woorden in de Bijbel te
vinden zijn. De uitdrukking ‘dag des Heren’ vind je o.a. in
Jesaja, Joel, Zefanja en dergelijke. Maar ook in Openbaring
1:10, waaruit blijkt, dat Johannes in visioenen heeft mogen
zien hoe die dag wordt ingeluid. Allerlei gerichten en de over-
winning van Jezus Christus over alle wereldlijke machten en
de tegenstander zelf!

‘Men zegt weleens dat het in dat vers over de zondag gaat.’

Ja, maar dat berust op een enorm misverstand. Je vindt
geen enkel bewijs voor die gedachte in de Schrift zelf terug.
Dat de zondag de dag van de Heer zou zijn, is echt een mense-
lijke gedachte.
Paulus schrijft zelfs in Romeinen 14:5,6, dat voor ons alle dagen
gelijk zijn, ook al zijn er gelovigen die een bepaalde dag (de
sabbat op zaterdag) apart zetten.

‘Oke, ik ga me eens verdiepen in die dag des Heren.’

‘Nou heb ik dat 2 Thessalonicenzen 2 nog eens doorgelezen, en
ik lees, dat die wetteloze zich zal zetten in de tempel van God.
Maar in Jeruzalem staat nog geen tempel, en het lijkt mij niet, dat
de orthodoxe Joden de Rotskoepel zullen accepteren. Want ik heb
gelezen, dat sommige rabbijnen van het Sanhedrin hebben gezegd,
dat -na reiniging op Joodse manier- het een algemene gebedsplaats
kan worden voor de hele wereld, dus ook voor de Joden zelf.’

Dit is een omstreden punt voor heel wat gelovigen: Zal er een tempel
in Jeruzalem staan in de eindtijd? Als je op Paulus afgaat in 2 Thes-
salonicenzen 2, dan zou je dat wel vermoeden. Men heeft plannen
klaarliggen bij het Tempel instituut om binnen enkele maanden een
tempel te kunnen opbouwen. Misschien zal dat een onderdeel van
de overeenkomst (het verbond met velen) zijn. Daarom hoeft het
niet zo te zijn, dat wij als gelovigen eerst een herbouw van de tempel
moeten zien voordat het verbond met velen bekrachtigd wordt.

‘Maar kan ik dan zeggen, dat wanneer de bekrachtiging van die over-
eenkomst in zicht komt, wij kunnen weten wat de uiterste datum van
de opname van de gemeente is?’

Het blijft een moeilijke zaak, ik ga er vooralsnog van uit, dat het lichaam
van Christus voor het begin van de laatste zeven weggegrist wordt van
deze aarde. Wat mij betreft kan dat vandaag nog gebeuren! God geeft nu
eenmaal geen tekenen aan het lichaam van Christus. Wat wel heel zeker
is, is wat Paulus schrijft in 1 Thessalonicenzen 4:15-18!

Daar zien we naar uit, de ontmoeting met Hem in de lucht!

‘Zo dat is best een ingewikkelde tekst, Daniel 9:27. Ik lees, dat
het gaat om een verbond met velen.’

Precies. Het zal gesloten worden door toedoen van de wetteloze,
zoals hij door Paulus wordt genoemd in 2 Thessalonicenzen 2:8.
Een verbond is een overeenkomst tussen twee partijen, die beide
hun deel ervan zullen uitvoeren. Gezien de mededeling aan Daniel
in 9:24 zal dit verbond (overeenkomst) zich toespitsen op het volk
en de heilige stad (Jeruzalem).
Dit is precies wat nu aan de hand is; het gaat om de relatie van het
volk Israel met de Palestijnen en de status van Jeruzalem.

‘Ja, je kunt er dagelijks over lezen in de krant en het op TV zien.’

Soms is er gedacht dat het een verbond met een tijdsperiode van
zeven jaar moet zijn, maar dat staat er niet zo. Het gaat erom, dat
het begin van die laatste zeven te herkennen zal zijn aan het sluiten
of bekrachtigen van een overeenkomst (of akkoord). Misschien
moeten we wel denken aan het bekrachtigen van het in 1994 in Oslo
opgestelde akkoord. Eventueel een apart document erbij om wat
zaken nog nader te regelen, maar het kan in zeer korte tijd gebeuren.

‘Dus, bij wijze van spreken kan men een bijeenkomst organiseren
waar een en ander ondertekend wordt, en dat is het begin van die
laatste zeven jaar van Daniel?’

Ja! Het kan binnen afzienbare tijd zich voltrekken.
Het zal op Gods tijd gebeuren, niet eerder en niet later!

‘Het draait alles om de Joodse staat, daar in dat Midden-Oosten.’

Ja, Israel is Gods volk op grond van alle beloften, alleen is het
nu Lo-Ammi, niet Zijn volk, slechts een hele kleine minderheid
erkent en belijdt Jezus als hun Messias.
God verbergt zijn aangezicht voor hen op dit moment, maar Hij
zal hen weer aannemen met grote ontferming (Ruchama)!