Opmerkelijk

‘Als God zich aan Noach als de Algenoegzame geopenbaard had,
dan zou Hij zelf de ark gebouwd hebben. In plaats daarvan werd
Noach aangemoedigd te geloven dat hij zelf nogal wat moest
doen om zijn redding veilig te stellen – hij moest de ark bouwen.
Dat kostte veel tijd en inspanning. Maar aan Abraham introdu-
ceerde God zichzelf als de God die voldoende is – de God die be-
reid is alles te doen. Zelfs als dat betekent dat de doden levend
gemaakt worden en dat wat niet is op te roepen alsof het er al
was. Omdat Abraham zo’n God geloofde, werd hij de vader van
alle gelovigen.

Met andere woorden: hier wordt een nieuw voorbeeld van geloof
naar voren gebracht.
Het is niet langer: ‘God helpt hen die zichzelf
helpen’; maar: ‘God helpt hen die zichzelf niet kunnen helpen’.
En er is niemand die zichzelf kan helpen, want de optelsom van
alle menselijke inspanning is: leegte (ijdelheid).
En zo’n geloof vormt de basis voor rechtvaardiging.

Uit: ‘The All-sufficiency of God’ – J.H. Essex , UR LXIV, blz.68.

Woord vandaag

‘Die hemelse verwachting, waarom wordt daar zó weinig over geleerd?’

Men wil wat Paulus schrijft ‘anders opvatten’. Of men reageert met: ‘ja,
dat staat er wel, maar dat moet je zo niet lezen’. Of: ‘Paulus bedoelde het
eigenlijk anders dan hij schreef.’ Of men past de grote verdwijntruc toe,
door te beweren, dat wij een schouwspel zullen zijn voor de hemelingen
terwijl wij op aarde zijn in de komende eonen.

‘Maar dan heeft de verandering van ons lichaam toch helemaal geen zin?’

Precies! Als dat laatste waar zou zijn -wat niet het geval is- dan zouden er
twee groepen mensen in het aardse koninkrijk der hemelen rondlopen:
degenen die net zo’n heerlijkheidslichaam hebben als de Heer nu zelf heeft
en degenen die een aards lichaam hebben gehouden. Men zou echter de
enorme heerlijkheid die de leden van het lichaam van Christus hebben,
niet eens kunnen verdragen. Waarom een hemels lichaam als je toch op
aarde blijft?

‘Het is volstrekt onlogisch inderdaad. En ze moeten heel wat teksten naar
hun hand zetten.’

Ja, maar men wil kennelijk per se op aarde blijven. Overigens ontstaat er
dan een gespannen situatie met Israël. Want dat volk is een priesterlijk
koningsvolk. Zij zullen koningen en priesters op aarde zijn met een enorme
opdracht voor de volkeren. Daar speelt het lichaam van Christus geen rol in.
Denk je dat dat wel zo is, dan komt de oude slangenkuil van de vervangings-
theologie weer om de hoek kijken.

‘Dus moet het lichaam van Christus wel een hemelse bediening hebben.’

Anders loop je hopeloos vast. Waarom wordt dat lichaam dan speciaal
geroepen in een beheer (huishouding, oikonomia), dat verborgen was
in Tenach (OT), en waarvoor God speciaal een aparte apostel (Paulus)
roept? Deze unieke roeping werd door de studies van broeder A.E. Knoch
opnieuw bekendgemaakt. Lang onder het stof gebleven, want de kerk
was druk bezig met het verwerven in stand houden van aardse macht.
Dat de hemelse bediening in het Joodse, Messiaans-Joodse en christe-
lijke denken en geloven onbekend is, wil nog niet zeggen dat het niet
waar is! Want dit geldt ook voor het feit, dat God Redder van alle mensen
is. Men bestrijdt dat, terwijl het wel waar is!

Woord vandaag

‘We kijken naar Paulus voor duidelijkheid?’

Karl Barth en Jan Bonda deden dat en raakte ervan overtuigd, dat God
de Redder van alle mensen is. Ook Origenes (oude kerkvader) geloofde
dat en werd daarna systematisch verguisd in de kerk. Toch duurde het
tot 553 AD, voordat men de straf voor de goddelozen als eindeloos ging
leren als dogma. Gebeurde door toedoen van keizer Justinianus.

‘Voor hem wees Augustinus toch ook in die richting?’

Ja, en Augustinus heeft nog steeds veel te zeggen aan de theologen, meer
dan Paulus denk ik weleens. Als we de theologische dogma’s eens aan de
kant schuiven en kijken wat Paulus werkelijk onderwees, dan kun je er
niet omheen, en tegelijk ben je niet populair. Paulus werd ook door zijn
eigen broeders zelfs verworpen. Men keerde zich van hem af.

‘Het is fijn om ons te verheugen in wat hij schreef.’

Ja, dat is heerlijk en voor velen zeer lastig. Of hij is (te) moeilijk, dat schrijft
Petrus, die hem wel erkende als ‘onze geliefde broeder Paulus’ en erkende,
dat hij schreef met een bijzondere wijsheid. Hij maakte de verborgen wijsheid
van God bekend. Daar hadden de Corinthiërs grote moeite mee en aan hen kon
hij nauwelijks iets kwijt over de hemelse dingen. Hij wijst er in 1 Corinthiërs 15
wel even op, als hij spreekt over het heerlijkheidslichaam dat de gelovigen zul-
len ontvangen.

‘Later in zijn tweede brief spreekt hij ook over de nieuwe schepping.’

Jawel, maar eigenlijk komt hij niet veel verder dan dat. Pas in Efeziërs gaat hij
de grote waarheden voor het lichaam van Christus bekendmaken, een hemelse
toekomst en een unieke bediening voor het gezamenlijk-lichaam. Dat laatste is
wel hetzelfde als het lichaam van Christus uit de Corinthe-brieven en Romeinen.
Het wordt in Efeziërs 3:6 als zodanig aangeduid, om te laten zien dat in het
lichaam van Christus gelovigen uit de volkeren en uit Israël één zijn op gelijk
niveau. Ook dat is weer overstromende genade voor alle gelovigen!

Woord vandaag

‘Het is een geweldige waarheid, dat God de Redder van alle mensen is.’

Dat is een van de meest geweldige waarheden van de heilige Schrift. Het is
onloochenbaar, niet te ontkennen; het staat er. Niet alleen in 1 Timotheüs
4:10, maar er zijn vele andere Schriftplaatsen die dit bevestigen en leren.
Alleen satanische en menselijke theologie wil anders. De boodschap van
genade voor allen is écht evangelie. Ieder, die daaraan afdoet, ontkent de
heerlijkheid van God als Redder.

‘We zijn weer duidelijk vandaag?’

Zeker, het kan niet ontkend worden; God ís de Redder van alle mensen. Wat
een geweldige boodschap is dat! En die-en-die dan? Wordt die ook gered?
Ja, wat is er mis mee? Is het werk van Christus onvoldoende? Wordt er iets
van de mens verlangd? Nee toch! Het is volbracht, zei Hij. Toen was het ook
gedaan. Genade die overstroomt maakte Paulus bekend, en ook daarin is Hij
uniek. Petrus en de anderen spraken wel van genade, maar niet van over-
stromende genade. Dat doet alleen Paulus.

‘Het is niet te ontkennen, het staat in Romeinen 5.’

Er wordt niet zo vaak gepreekt uit Romeinen 5. Romeinen 3 en 4 nog wel,
want daar gaat het om het geloof van Abraham, en het door velen wegver-
taalde en weggeredeneerde geloof van Jezus Christus. Maar in Romeinen
5 gaan we terug naar Adam, en dan komt de hele christelijke theologie in
verlegenheid
. Paulus sprak in Romeinen 4 over genade (zie vers 16),
maar in Romeinen 5 over overstromende genade (vers 20). Want daar
gaat het om de rechtvaardiging tot in het leven van heel de mensheid!

‘Ja, heerlijk om dat te lezen, wat is dat toch geweldig he.’

Karl Barth spreekt Paulus na in zijn uitleg van de Romeinenbrief en leert
ook de redding van heel de mensheid. De theologen in grote verlegenheid,
want Barth was een groot theoloog en kon niet zomaar 1-2-3 tegengespro-
ken worden. Er ontspon zich een debat over ‘de rol van de mens’ in dat
geheel. Want Barth merkte terecht op, dat de verdienste van Christus groot
genoeg was voor heel de mensheid, zodat de overvloed van genade groter
is dan de gezamenlijke zonde(n) en overtredingen en krenkingen van de
mensheid! Dat leerde Barth (aan de voeten) van Paulus, de grote leraar
van de natiën, die zichzelf ook gered wist door overvloeiende genade!

Woord vandaag

‘Zo zijn er diverse redenen aan te wijzen waarom men Paulus verliet.’

Ook vandaag. De breedte van de christenheid erkent de werkelijke
boodschap die Paulus bracht, niet. Men maakt er soms een ingewikkeld
dogmatisch geheel van. Men denkt dat Paulus dit of dat leerde en dat
heeft men vervat in dikke dogmatieken. Ook in de geloofsbelijdenissen
zit vaak taaie dwaling verwerkt.

‘Zoals?’

Vind je in een van de geloofsbelijdenissen van de kerken ooit iets terug
van een hemelse bediening van het lichaam van Christus? Nee! Dat wil
niet zeggen dat zij, die dat door genade hebben leren zien, fout zitten. In
de regel is het zo, dat de meerderheid ernaast zit als het om waarheden
van de Schriften gaat. Verborgenheden? Ze bleven dat voor de grootste
meerderheid van de christenheid. God de Redder van alle mensen? Het
wordt stelselmatig ontkend en bestreden door de christenheid.

‘Maar, er lijkt vandaag de dag verlegenheid in kerken rond dat laatste
thema.’

André Piet (goedbericht.nl) wijdde er onlangs een goede, scherpe blog
aan. Juist als men de richting op lijkt te schuiven van de geweldige
boodschap van genade, moet je oppassen. De geloofsbelijdenis (artikel
37 NGB!) wordt niet aangepast.
Pas als men de belijdenis aanpast ga ik misschien denken dat men van
gedachten is veranderd, en de belijdenis heeft aangepast aan de Schrift
en niet andersom. De dominees en kerkenraden en synodes en profes-
soren zijn met handen en voeten en vooral mond gebonden aan de ge-
loofsbelijdenis!

‘Ik kan niet anders dan het met je eens zijn. Het is een feit.’

Zij moeten voor hun reputatie (inkomen) oppassen. Daarom gaan do-
minees en professoren die er anders over denken pas na hun emeritaat
erover schrijven. Dat ze dan minder preekbeurten (€) krijgen, moeten
ze maar op de koop toe nemen. Wijlen Jan Bonda schreef er over. Hij werd
opvallend gesteund door diverse professoren, want die weten best wel hoe
het zit. Als je met hen de belijdenissen opzij schuift en de grondtekst gaat
lezen, dan weten zij dat zij moeten erkennen dat de boodschap van de red-
ding van allen waar is! Het getuigenis van de Schrift is, dat God de Redder
van alle mensen is, in het bijzonder van de gelovigen. Paulus zegt dat zon-
der een ‘ja maar’ of een ander voorbehoud. Dát geloven wij en dát is de
boodschap van Gods genade!