Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

‘Reden tot dankbaarheid.’

Al wat God geeft is in genade en
uit Zijn hart van liefde. Gezegend
met iedere geestelijke zegen in de
Christus. Dat is rijk en veel.

Gezegend is de God en Vader
van onze Heer Jezus Christus
                                Efeziërs 1:3

‘Ik kan dat alleen zeggen.’

Wanneer je God leert kennen als
je liefhebbende Vader, kun je al-
leen goed van Hem spreken en
doet het pijn wanneer er on-
juiste dingen van Hem gezegd
worden. Hij houdt van ieder:

Genade en vrede voor jullie, van
God, onze Vader
                                Efeziërs 1:2

‘Alles heeft samenhang in Hem.’

De wonderlijke kracht die alles bij el-
kaar houdt, is van God. Ook wonder-
lijk is de uitspraak, dat in Hem, dat is:
in de Zoon van Zijn liefde alles blijft
staan en bij elkaar gehouden wordt.
Dat heeft volgens Kolossenzen 1:17
te maken met Gods liefde. Tot het
grote einddoel van God bereikt is,
zal alles volgens Zijn plan gaan.

‘Dat geeft rust in mijn hart.’

Als je hart rust heeft gevonden in
God, wordt het in je ziel rustiger.
Emoties kunnen je als mens mee-
nemen en afleiden. De vrede van
God in het hart is wezenlijk, en de
raadgeving is dan ook:

weest in niets bezorgd, maar laat
in alles jullie verzoeken, door ge-
bed en door smeekbede, met dank
bekendmaken bij God; en de vrede
van God, die al het denken te bo-
ven gaat zal jullie hart en jullie ge-
dachten verzekerd bewaren in
Christus Jezus
                     Filippenzen 4:6,7

‘God wijst de weg.’

Hij geeft de wijsheid in gegeven om-
standigheden. Hij leidt je in de situ-
atie waar je nu in bent. Zelfs als we
ernstig beproefd worden zal Hij dat
geven wat nodig is:

Geen beproeving heeft jullie aange-
gerepen dan alleen menselijke; en
God is trouw; Hij zal niet toelaten
dat jullie beproefd worden boven
wat jullie kunnen, want Hij zal met
de beproeving ook de uitkomst ma-
ken, zodat jullie kunnen doorstaan.
                        1 Corinthiërs 10:13

‘Heel fijn dat weer te lezen.’

We leven in het besef dat de dragen-
de God en Vader ons boven alles uit
liefheeft. Zijn geest doordringt heel
Zijn schepping. Ook in ons hart geeft
God Zijn geest, en laat ons weten:

en Hij is voor alles en alles heeft zijn
samenhang in Hem
                              Kolossenzen 1:17

In dat alles zijn u, jij en ik begrepen,
is dat niet geweldig? Hij/Hem is de
Zoon van Gods liefde.

‘God bemoedigt mij.’

Kostbare woorden die we dage-
lijks kunnen koesteren. God, de
Vader, heeft ons lief en gaf daar-
om Zijn Zoon. Dat Hij op aarde
als mens kwam was nodig. God
wilde Zich verder bekendmaken:

Hij, die geen zonde gedaan heeft
en in Zijn mond is geen bedrog
gevonden; Die toen Hij beschimpt
werd, niet terugschimpte, en toen
Hij leed, niet dreigde, maar Hij gaf
het over een Hem, Die rechtvaar-
dig richt        1 Petrus 2:22,23

‘Hij wandelde in de liefde.’

Hij werd belasterd en beschimpt;
maar Hij nam geen wraak of iets
dergelijks. Hij liet het aan Zijn Va-
der over. Dat is de geest, de lief-
de van God:

Zij, die met alle mensen vrede hou-
den wreken zichzelf niet, geliefden;
maar geeft ruimte aan de veront-
waardiging; want er staat geschre-
ven: Mij is de rechtverschaffing, Ik
zal terugbetalen, zegt de Heer
                   Romeinen 12:18,19

Via de grote witte troon, en uitein-
delijke opheffing van de tweede
dood zal God alles in allen worden.

‘We leven naar Hem toe.’

De Heer gaat komen, dat is ze-
ker, we weten niet wanneer.
Dat is Zijn plan en Hij zal exact
op tijd afdalen. En ons roepen
en wekken door de bazuin. Tot
die tijd leven we in vertrouwen
op Hem Die ons zo liefheeft.

…door Wie wij ook de toeleiding
hebben door het geloof, tot in de
genade waarin wij staan
                             Romeinen 5:2

‘Ja, wij staan in de genade.’

God houdt ons overeind, Hij is
altijd met Zijn liefdevolle armen
onder en rondom je leven. We
lezen fijne woorden die ons zo
kunnen bemoedigen:

Gezegend is de God en Vader
van onze Heer Jezus Christus, de
Vader van het medelijden en de
God van alle vertroosting, Die
ons troost in al onze verdrukking
                   2 Corinthiërs 1:3,4^a