Woord vandaag

net zoals jullie weten hoe wij een 
ieder van jullie, als een vader zijn 
kinderen, jullie aanspreken en 
troosten
         1 Thessalonicenzen 2:11

God geeft vrede, vreugde, genade;
juist in deze tijd waarin alles bezig
is te veranderen, druk toeneemt.
De apostel was als een vader voor
de Thessalonicenzen, biddend en
waakzaam. Hij vertroostte hen met
de woorden van het geloof en het
ideale onderricht.
God is niet boos op ons, gelovigen.
Hij is je Vader; je kunt op Hem ver-
trouwen. Geen veroordeling moge-
lijk; niets kan jou scheiden van de
liefde van God in Christus Jezus, on-
ze Heer.

Woord vandaag

Jullie zijn getuigen, en God, hoe 
goedgunstig en rechtvaardig en 
onberispelijk wij geworden zijn 
voor jullie die geloven
        1 Thessalonicenzen 2:10

God was getuige (vers 5), en de
Thessalonicenzen konden óók ge-
tuigen. Hoe God Paulus gebruikte
en veranderd had. Van een woes-
te, onrechtvaardige die tot en met
tekeer ging tegen de gelovigen, in
een goedgunstig mens. Zo werkt
de genade van God door/in hem;
het maakte hem tot rechtvaardige
(uit geloof). De apostel volgt het
voorbeeld van Christus Jezus in
liefde, om onberispelijk te zijn. Zo
kon hij volop het evangelie van de
genade van God doorgeven.

Woord vandaag

Want jullie herinneren je, broe-
ders, onze moeite en inspanning: 
nacht en dag werkend om niet 
belastend te zijn voor iemand van
jullie, hebben wij aan jullie het 

evangelie van God verkondigd.
   1 Thessalonicenzen 2:9

Aansluitend wat hij zei over zelf
in levensonderhoud voorzien, is
dit het feit. Moeite, inspanning,
nacht en dag werkend. Overdag
tenten maken en al wat eventu-
eel nog kan. ‘S-nachts nadenken,
bidden, studeren om de heiligen
te voorzien van het goede voed-
sel: het evangelie van God. Dat is
in deze tijd overstromende gena-
de
. Een grote inspanning, moge-
lijk gemaakt door Gods liefde die
hem de energie gaf. Zo veel was
het, een groot voorbeeld. ‘Maar
niet ik, het is de genade van God
die met mij is’ – zei Paulus.

Woord vandaag

Zo zeer aan jullie gehecht, achten 
wij het goed met jullie niet alleen 
het evangelie van God te delen, 
maar ook onze eigen ziel, omdat 
jullie ons geliefd geworden waren.
       1 Thessalonicenzen 2:8

De hechte band tussen Paulus en 
de Thessalonicenzen lees je in dit
vers. De volgorde is, dat het gees-
telijke 
eerst komt. Het evangelie 
van God werd gedeeld en Paulus
maakte hen het nodige bekend.

Door die geestelijke band groeide
een verdere band: die van de ziel,
wat mogelijk het lijden aanwijst.
Gezamenlijk lijden, terwijl God de
Vader van het medelijden is en de
God van alle vertroosting. En kun-
nen we elkaar bemoedigen door
wat we zelf aan troost ontvingen.