In 1 Kronieken 21 vinden wij deze geschiedenis eveneens
beschreven. David laat het volk tellen en dat leidt tot een
bijzondere serie gebeurtenissen. Wat zegt ons dat?
Luister hier.
Gods woord is leven
‘We hebben wel diepgaande verzen in onze besprekingen deze dagen.’
En de volgende, Filippenzen 3:20 nemen we ook mee:
want ons domein behoort aan de hemelen toe, waaruit wij ook de Redder verwach-
ten, de Heer Jezus Christus
Duidelijke woorden. Ons domein niet op aarde. Het woord ‘toebehoren’ is een sterk
woord, dat wijst naar ‘inherent zijn aan’. Dat betekent, dat ons domein per definitie
hemels en in de hemelen is. Het kan niet anders. De aarde is immers het domein voor
Israël. Zij zullen regeren als koningen en priesters op aarde. Wij niet. Het lichaam van
Christus heeft een hemelse bediening te midden van de hemelingen in de hemelen.
‘De aardse bediening is dus voor Israël te midden van de volkeren op aarde.’
Helder, als je de Schrift volgt en het evangelie van Paulus serieus neemt. Doe je dat
niet, dan kom je in de eindeloze verwarring die je bij de christenen en de gelovigen
ziet. Je moet dan veel teksten in Paulus’ brieven verdraaien en Petrus sprak daar al
van, het gebeurde in zijn dagen al.
Mooi is trouwens, dat Hij, de Heer Jezus Christus, komt als Redder. Niet als Richter.
Zo zien we Hem in Openbaring. De toekomst voor ons is: redding, genade!
‘Veel christenen denken dat Hij komt om te oordelen, de levenden en de doden.’
Dat zeggen hun geloofsbelijdenissen. Doordat men al heel snel het zicht op de pau-
linische waarheden kwijtraakte, raakte ook de toekomstverwachting uit zicht. Men
moest daardoor wel komen tot een ‘algemene’ verwachting voor heel de mensheid.
Men liet alles samenvallen: grote witte troon, troon van Zijn heerlijkheid, de bema,
de terugkeer van Jezus Christus voor Israël en voor de gemeente; alles is op één
hoop geschoven. Rampzalig voor de verwachting. Dan kun je niets meer met deze
woorden uit Filippenzen 3:20. Maar Hij komt als Redder voor Zijn lichaam, bij de
bazuin van God (uit 1 Thessalonicenzen 4:15-18)!
‘Het is duidelijk eigenlijk, veel christenen lezen Paulus toch niet zo, of begrijpen zijn
evangelie niet.’
We zijn gegrepen door wat God Paulus te onthullen gaf. Het gaat –door wat hij om-
trent het kruis onthullen kon- wel diep. Het snijdt het vlees af. Daar zit het punt.
Mensen die heel hard roepen dat we toch vooral aan de slag moeten of heel hard
moeten gaan werken voor loon, zijn vaak vleselijk ingesteld. Het evangelie zelf is
Gods kracht tot redding, óók als het gaat om het doen van de goede werken, die
God tevoren gereedmaakt. Opdat wij daarin zullen wandelen.
‘Je maakt mensen niet met goede motieven actief door te zeggen dat ze daarmee
loon zullen ontvangen?’
Het gaat niet om het loon, het gaat om het zijn tot Zijn eer. Erkennen dat niet jij maar
Hij het doet in je leven. Zijn genade is genoeg. Niet ik maar Christus, schrijft hij. Hij
heeft ons geroepen en zal ons inzetten in Zijn werk, vandaag. Vrucht van het kruis in
ons leven is, dat wij de nieuwe mens (nieuw geschapen in Christus Jezus) leven en de
oude achtergelaten hebben. Het kruis snijdt dat oude af.
‘Wat zegt de apostel eigenlijk nog meer in Filippenzen 3:18,19?’
Hij sluit de opmerkingen af met:
zij zijn op aardse dingen gezind
Dat hebben we gisteren gezien. De kerkelijke wil om invloed te hebben op deze aar-
de getuigt van deze gezindheid. Alle werk dat op een of andere manier verbetering
van de aarde, van de mensheid, van de maatschappij op het oog heeft, getuigt van
deze gezindheid. Men loopt in het programma van de ander, de vijand van God. Die
wil zijn eigen rijk hier op aarde stichten. Bouwen aan een nieuwe aarde, daar doen
kerken weleens zeer bewust aan mee.
Maar ook een gedachte ontwikkelen, die de hemelse bediening en toekomst van de
gemeente wegredeneert, getuigt van het op aardse dingen gezind zijn!
‘Er wordt nog meer gezegd in Filippenzen 3:18,19.’
Na de uitspraak die wij gisteren hebben gezien met elkaar, staat in deze verzen:
en hun heerlijkheid is in hun schande
Men zoekt in religieus opzicht –in het christendom- acceptatie door de wereld
op allerlei manieren. Vaak verscholen achter een masker van goede werken, ver-
betering van de wereld, humane gerichtheid op de naaste/de mens in plaats van
op God en Zijn Zoon, zit een vleselijk streven, een vleselijke godsdienst. Een broe-
der merkte ooit op, dat zelfs het kruis zelf gebruikt wordt als een ornament, een
relikwie waarmee men als het ware pronkt. In plaats van de schande van de mens
in zijn eigen ik die door dat kruis zichtbaar wordt.
‘Men gedraagt zich in godsdienstig opzicht dus schandelijk in wat men als hun
heerlijkheid ziet.’
Ja het is volledig andersom gedraaid dan wat het moet zijn. De kerk heeft al zeer
lange tijd gestreefd naar wereldlijke macht. Een schande, als je weet hebt van de
hemelse roeping van de gemeente die het lichaam van Christus is. Christenen wil-
len acceptatie door de wereld op allerlei gebied: in de media, in het onderwijs, in
zo veel. Het is een schande. We zouden dat niet najagen. Waar Paulus op wijst, is
het in Christus, de Opgestane en Verheerlijkte, gevonden worden.
‘We hebben veel om over na te denken.’
We zijn niet van deze wereld, we leven erin, maar de geest van de wereld hebben
wij niet ontvangen. Wel de geest die uit God is. Die zou ons leiden en dan kom je
eerder buiten de maatschappij te staan, of je nu wilt of niet. Innerlijk besef je dat
je er niet echt bij hoort. Als je dan toch tracht er wel bij te horen, dan is dat –kijkend
naar het kruis- een schande. Wij zouden Hem eren en verheerlijken!
‘Wat betekent datgene wat nog meer gezegd wordt in Filippenzen 3?’
Er wordt gezegd van de vijanden van het kruis van Christus:
hun god is het onderlijf
Daar staat de beelspraak onderlijf voor alle soorten van tevreden stellen van
het vlees. En dan in het bijzonder in religieus opzicht. Het is een hele sterke
stijlfiguur, die afgoderij aanduidt. Het bevredigen van het vlees komt in plaats
van God, in godsdienstige zin. We zien in de christelijke samenkomsten en in
bijvoorbeeld aanbiddingsbijeenkomsten, dat veel voor de ziel wordt gedaan.
‘Ligt de nadruk op het zielse?’
Zeker. Er wordt veel uit de kast getrokken om de zintuigen tevreden te stel-
len. Men gebruikt licht, geluid(seffecten), geur, et cetera. Of er wordt een stuk
theater gespeeld op het podium in plaats van een boodschap uit het Woord.
Prachtige kerkgebouwen met pracht en praal, orgelmuziek.
Vooral het spreken uit het Woord moet korter, vindt men. Een lange liturgie
en een korte boodschap.
‘Dan ligt de nadruk niet op de inhoud, maar op alles eromheen.’
Het accent is dan duidelijk verlegd van het geestelijke naar het zielse in het
werk van de Heer. Juist de opbouw van het geloof en de aantrekkingskracht
zouden moeten komen van de boodschap van de liefde van God en van de
heerlijkheid van de Zoon van God. Die zouden centraal staan in de samen-
komsten van de gelovigen. De weergaloze, allen bereikende liefde van de
Vader en de ootmoedige houding tot redding van de Zoon. Waar staan deze
centraal? In het evangelie dat vandaag zou klinken!