‘Uit welke factoren wordt de wil van de mens dan opgebouwd of gemaakt?’
Een van de factoren is erfelijkheid. Wat je meekrijgt van de je ouders en de fa-
milies waar zij weer uit voortkomen. Onze verre voorouder Adam is wel erg
bepalend geweest. We zijn stervend en daardoor missen we, schieten we tekort.
Het denken van de mens wordt beïnvloed door allerlei geestelijke stromingen,
door de geest die werkt in de wereld (in de zonen van de weerspannigheid).
‘En je omgeving waar je in bent?’
Die is ook bepalend voor wat je wil of kunt. Die geeft mogelijkheden of je wel
of niet iets kan ondernemen, om maar iets te noemen. Voor een groot deel
wordt de wil van de mens dus gevormd door erfelijkheid (nazaat van Adam)
en zijn omgeving. Tel daarbij op de mensen met wie je omgaat en wat er op je
weg komt. Dan wordt al duidelijk dat de mens beslist geen vrije wil heeft.
‘En de geestelijke dingen dan, die tellen toch ook mee?’
Ja, zoals genoemd: de geest die werkt in de zonen van de weerspannigheid,
die beïnvloedt de wil van de mens. Het vlees. Paulus schrijft over ons als gelo-
vigen, dat wij ons eens gedroegen in de begeerten van ons vlees en de wil van
het vlees en van de denkwijze uitvoerden (Efeziërs 2:2,3). Daar lezen we, dat
onze wil en wat wij willen ook bepaald werd (en soms nog wordt) door de wil
van ons vlees en van onze denkwijze. Maar dank zij de werking van de geest
van God werden wij ons bewust, dat Hij onze Redder is!