‘Het was –ook voor de hemelse machten- dus heel opmerkelijk dat de
Zoon van Zijn liefde mens werd.’
Zij wilden Hem –onder leiding van de tegenstander zelf- uitschakelen, en
dat definitief. Zij waren zelf zonen van God, en de unieke die de allerhoog-
ste plaats had, was de Zoon van Zijn liefde. Hij was en is de Zoon van God.
Maar als titel krijgt Hij als enige, die in Kolossenzen 1:13 wordt genoemd.
In het verdere gedeelte wordt Hij pas in 1:24 Christus genoemd. Het gedeel-
te 1:13-23 staat dus onder die geweldig fijne titel: de Zoon van Zijn liefde.
‘Ja nu we er zo diep op ingaan, ga ik dit facet nooit meer vergeten.’
Het plan van God, om heel de schepping in Hem ook door Hem wederzijds
te verzoenen, is dus het grote liefdesplan van God! Daar kon niets tussen-
beide komen. Hoewel de zonde en het kwaad tevoorschijn kwamen door de
schepping van de tegenstander, kon dat het plan niet dwarsbomen. Zij maak-
ten juist essentieel onderdeel uit van Zijn voornemen.
‘Om alles te beslissen en weer terug te brengen bij Vader moest de Zoon
mens worden?’
Zeker! Eerst wordt in 1:18 al gezegd, dat Hij de Eerstgeborene uit de doden
is. Dat impliceert, houdt in, dat Hij dus stierf. Pas twee verzen verder maakt
de apostel bekend, hoe dat gebeurde. Het was natuurlijk al eerder bekend,
maar de uitdrukking die Paulus gebruikt, is onthullend. Dat Hij de Eerstge-
borene uit de doden is, is geweldig en maakt Hem groot. De liefde die daar
achter zit, is weergaloos!