‘Heerlijk, dat goede nieuws. God bracht zelf het Offer.’
Religie in Israël betekende, dat de leden van het volk offers moesten brengen
uit de veeteelt of de landbouw. Maar dat waren slechts voorafschaduwingen
van het ware Offer. Wel, de Thora had de schaduw van de toekomstige ‘dingen’
of ‘goederen’. Toen Hij kwam, werd duidelijk waar de Thora van Mozes van sprak.
Van Hem die komen zou. Nu bleek, dat de offeranden die door de offeraars van
het volk gebracht werden niet in staat waren de zonden weg te nemen, moest
iets anders gebeuren. God greep in, als het ware.
‘Voor de idee van de schepselen natuurlijk. God voerde Zijn plan uit.’
Zeker. Hij bracht Zelf het Offer: Zijn geliefde Zoon, die kwam op het juiste mo-
ment (Galaten 4:4,5). Die werd geboren uit een vrouw –Paulus zegt niet haar
naam- en geboren onder de wet (Thora). Uit een vrouw, dat is: Mirjam, Israël,
en Hij was de ware Naderingsgave (Efeziërs 2:8). God zelf naderde tot de mens,
tot Zijn schepping en voorzag zelf (Abraham, Moria) in dat wat nodig was!
‘Wat een liefde voor een verloren schepping! Men wilde Hem niet.’
God wilde die mensheid wel terug hebben. Hij blijft doorgaan tot al het verlo-
rene gevonden is. Dat is echt liefde hoor. Hij stuurde Zijn innig geliefde (David)
Zoon, Davids Zoon dus, naar deze koude en vijandige wereld. Om Zijn liefde en
warmte te laten zien. Christus Jezus kwam in de wereld om zondaren te redden
en die opdracht, daarin slaagt Hij glansrijk. Hij kwam om de werken van de dia-
bolos, de tegenwerker, de dooreenwerper, te vernietigen. En dat deed Hij ook!