Woord vandaag

‘Ja indrukwekkend, dat einde van Romeinen 11.’

Het is zeker een geweldig slotakkoord van dat deel van de brief. En het reikt ook
de sleutel aan voor het volgende gedeelte. Paulus roept uit, in verwondering, dat
de diepte van rijkdom, wijsheid en kennis van God in het evangelie naar voren
komen. De wegen die Hij gaat met Zijn volk en de volkeren leiden ertoe, dat Hij
alle eer zal ontvangen. Wij zijn bevoorrecht, dat wij iets ervan mogen verstaan.

‘Na alles wat hij geschreven heeft roept Hij een lofzang uit.’

Als hij nadenkt over wat hij heeft mogen opschrijven, dan kan hij niet anders dan
God alle lof en eer brengen. Paulus erkent God als God. Dat zouden ook wij doen.

O diepte van rijkdom en wijsheid en kennis van God!

Roept de apostel vervolgens uit. De diepte van rijkdom van God komt tot uiting
in het evangelie. Dat evangelie spreekt van de onvoorstelbare voorraden aan lief-
de en (dus ook) genade van God. Die rijkdom, daarover verwondert hij zich. En wij
met hem.

‘En die voorraden zijn onuitputtelijk?’

We kunnen eruit blijven putten, net zo als uit het Woord. Het zal nooit op zijn.
Hoe meer mensen steeds meer liefde uit God putten, hoe meer dat zal blijken te
zijn. Het is als met de wonderlijke spijziging. Eigenlijk maakte het niet uit hoe
veel mensen er waren; 4000 of 5000. Er was door Zijn hand brood genoeg. En zo
is er voor de mens Woord genoeg. Voor ieder mens. Zo is er ook liefde van God
genoeg. Voor iedereen!

Woord vandaag

‘Mooi ja, dat einde van Romeinen 11.’

We mogen God kennen als Hij, die alles op Zijn plaats zet. Ook de weer-
spannigheid of koppigheid van Israël en de volkeren moet Zijn plaats heb-
ben. Waar men vaak aan voorbij gaat, is dat God allen samen insluit (naar-
binnen) in weerspannigheid. Wij kunnen mensen al snel veroordelen om
hun tegenstand, om hun onbegrip en hardnekkigheid. Maar uiteindelijk is
dit iets, dat God bewerkt.

‘Moeilijk te verteren hoor. Men schrijft dit al snel aan de satan toe.’

Dat is hét voorbeeld van weerspannigheid of hardnekkigheid. Maar hij kán
zijn nek niet buigen. Hij is gemaakt om weerspannig te zijn. En krijgt van God
een zekere ruimte om zijn weerspannigheid te etaleren als het ware. Zo zal
hij na de 1000 jaren de volkeren verleiden, Gog en Magog, om tegen de stad
op te trekken en oorlog te voeren. Dan blijkt, als hij voor korte tijd losgelaten
is, zijn koppigheid tegen God en Zijn Gezalfde.

‘Ja, bijna ongelooflijk dat men na 1000 jaar shalom toch weer verleid wordt.’

Ook dan blijkt, dat het menselijke hart vaak krom is. Is te misleiden. Is te bui-
gen, in negatieve richting. Weerspannigheid blijkt ook dan. Het is een van de
lessen, die God de mensheid leert. En ten diepste blijkt de tegenwerker een
instrument in Gods hand te zijn. Hij moet dat doen waarvoor hij geschapen is.
Daarmee is God niet de auteur van de zonde. Maar de zonde is wel een nood-
zaak in Zijn plan. Het loopt God niet uit de hand!

‘De weerspannigheid is dus ook noodzakelijk.’

Dat moet er zijn. Want het vers in Romeinen 11:32 gaat verder:

opdat Hij allen barmhartig zal zijn

Geen voorwaarde gesteld. Het schepsel hoeft niet eerst iets te doen, berouw
tonen of zich eerst bekeren of iets aangenaams voor God. Niets van dat alles.
Het is juist de weerspannigheid van al die hardnekkige mensen, die Gods mede-
dogen en barmhartigheid voor de mensen zelf wekt. God keurt de zonden af,
maar heeft de zondaar lief. God wijst weerspannigheid als zonde aan, maar
heeft de hardnekkige lief, niet zijn/haar hardnekkigheid. Het moet er alles zijn,

opdat Hij allen barmhartig zal zijn.

Woord vandaag

‘Wat een troost zit in Gods woorden!’

Hij leidt het alles volgens Zijn liefdevolle hand. Geen andere boodschap dan
de Bijbelse geeft zoveel troost, licht en uitzicht. Het evangelie van Paulus is
wat God geeft in de laatste dagen (afgelopen 2000 jaar) voordat Hij de boze
eonen stopzet en de goede eonen komen. Die wisseling kan slechts plaats-
vinden als gevolg van het kruis. De volle diepte van Gods heerlijkheid kon
pas onthuld worden nadat de Heer van de heerlijkheid gekruisigd was.

‘En opgewekt uit de dood.’

Dan heb je ook echt evangelie, ja. En diepe, werkelijke troost. God, die de
doden opwekt (2 Corinthiërs 1:9) was voor Paulus de God van alle vertroos-
ting (2 Corinthiërs 1:3). Nadat Hij, Christus Jezus, uit de doden was opge-
wekt, werden de 
sluizen van Gods genade wijd open gezet: overstromende
genade. Geen an
der evangelie van de Schrift laat dat zien, dan dat wat
Paulus te verkondigen
kreeg. Dit geeft antwoord en bemoedigt ons.

‘We hebben in ons lijden en verdriet dat wel nodig.’

Juist dit wat wij mogen weten en verstaan geeft antwoord in tijden van
verdrukkingen en lijden. Dat lijden kan ernstig en diepgaand zijn. Maar het
duurt gelukkig niet eindeloos. God beperkt het en geeft daarna wel, in de
opstanding (en hoe dicht zitten wij bij de bazuin!), oneindige heerlijkheid.
En dat alles zal blijken te zijn tot lof en eer van Hem zelf, de Vader van de
heerlijkheid! 

Woord vandaag

‘Inderdaad: hoe onnaspeurlijk zijn Zijn wegen.’

Er bestaat een Engels gezegde: God moves often in a mysterious way, dat
betekent zoveel als: God doet vaak ondoorgrondelijke dingen. We begrijpen
vaak dingen die gebeuren, niet. Nochtans kunnen we ervan overtuigd zijn,
dat wat ook gebeurt: God heeft ons lief en zal datgene geven wat nodig is
om er onder te kunnen blijven staan. In Zijn kracht, met Zijn genade.

‘Er is inderdaad veel lijden en verdriet in de wereld.’

We hebben er vaak geen concreet antwoord op, alleen weten we dat God
gelukkig een grens heeft gesteld aan het lijden. Het zal God zij dank niet
voor altijd zo blijven. Lijden is er. Met veel nood en problemen en verdriet.
Het uitzicht van het evangelie is, dat in de toekomst datzelfde lijden omge-
zet zal zijn in heerlijkheid. De pijn is er, vandaag en morgen zal het er zijn.
Maar Hij weet ervan en draagt en geeft steun en troost.

‘God doet het alles samenwerken tot het goede?’

Dat is wat staat geschreven, ja. Dat heeft diepe betekenis voor ons leven.
Ook al is het soms moeilijk en lijken de dagen lang te duren. Daarboven is
God, de Vader er altijd en overziet heel de weg. Hij laat niet los wat Zijn
hand begon. Hij is de God van de levenden en geeft daarom opstanding
en leven, uiteindelijk aan allen.

Woord vandaag

‘Het ging allemaal van God uit. Hij houdt van ons.’

Uiteindelijk komt de apostel Paulus, na 11 geweldige hoofdstukken van de
brief aan de heiligen in Rome, tot de conclusie, dat alles uit God is.
Niet alleen de redding van de individuele mens, maar ook de redding van
heel de mensheid is uit God. Romeinen 1-5 getuigt daarvan. Daarna gaat
hij dieper in op een aantal praktische geloofspunten, Romeinen 6-8, een bij-
zonder gedeelte dat eindigt terecht met een lofzang op de liefde van God.

‘Dit is wat wij geloven, ja. Het staat er, en ik ben er blij mee.’

We zijn sowieso blij met de Bijbel, met Zijn woord. Dat verkondigt de grote
waarheid, dat God Gód is. Niets kan Hem tegenhouden of van Zijn stuk breng-
en. Hij voltooit wat Hij ooit begon. De hoofstukken 9-11 van Romeinen laten
zien hoe het zit met Israël en de volkeren in deze tijd. Wanneer de kerk zich
had gehouden aan wat in die hoofdstukken staat had zij nooit een theologie
kunnen ontwikkelen waarin zij zichzelf in de plaats van Israël stelde.

‘Dat is de verderfelijke vervangingstheologie.’

Jawel. En ook de afgelopen 2000 jaar, het moest ten diepste zo zijn. De kerk
op veel punten in duisternis, omdat zij geen zicht meer had op Israël. Wan-
neer wij het woord van de waarheid recht snijden, dan komt Israël op de
juiste plaats. En het lichaam van Christus ook. Paulus tekent dan aan het
einde van Romeinen 11 de weerspannigheid van Israël en de volkeren en
uiteindelijk barst hij opnieuw uit in een lofzang, nu op de wijsheid en de al-
macht en barmhartigheid van God. Wij doen graag met hem mee:

O diepte van rijkdom en wijsheid en kennis van God! Hoe ondoorgrondelijk
zijn Zijn gerichten en onnaspeurlijk Zijn wegen!