Woord vandaag

Onderwijs deze dingen en 
spreek aan. Indien iemand
andersoortig leert en niet
komt tot de gezonde woorden
van onze Heer Jezus Christus,
en tot onderwijzing in
overeenstemming met de
godsvrucht, dan is hij
opgeblazen
     
1 Timotheüs 6:2b,3,4a

De gezonde woorden van onze
Heer Jezus Christus voor nu:
het evangelie dat Hij doorgaf
aan Paulus. Dat werkt vrucht,
het juiste eren van God in je
bestaan; dat is niet in tekenen
en wonderen.
Paulus geeft aan zijn opvolger
door wat werkelijk gezond en
opbouwend onderwijs is. Dat
is in alle facetten gericht op
God. De gezonde leer is: God
is Redder, is liefde, en is ook
Onderschikker. Je ziet dat dit
nauw met elkaar verbonden
aspecten zijn. Onderschikken
aan God is: Hem erkennen als
God
. Redding via het kostbare
bloed van Christus is de basis.
God geeft je je plaats in het
leven. Op die plek tot eer van
Hem zijn, in ootmoed. Dat is:
het onderwijs van God sieren.
Niet spectaculair, maar in alle
stilte vaak, de Vader dienen.   

Woord vandaag

Maar laten zij hen veeleer als 
slaaf dienen, omdat zij gelovig 
en geliefd zijn, hen door het 
goede werk ontlastend. 
Onderwijs deze dingen en 
spreek aan.
        1 Timotheüs 6:2b

Als slaaf dienen is wat de
Heer zelf deed. Toen Hij op
aarde groot Voorbeeld was.
Zijn gezindheid was en is
die van ootmoedig zijn.
De innerlijke houding kan
niet verborgen blijven. Zo
ook degene die dient; hier
is het de slaaf, en kan op de
huidige werknemer wijzen.
Maar ook in ander verband.
Het is immers innerlijk zijn.
In gezin en familie is dit ook
leidend principe.
Het goede werk is al wat op
je weg kan komen, dagelijks.
Doe dat in opzien naar Hem,
Die ons zo onuitsprekelijk en
heerlijk liefheeft.

Woord vandaag

Laten zij echter die gelovige 
eigenaren hebben, hen niet 
verachten, omdat zij 
broeders zijn     
       
1 Timotheüs 6:2a

De slaaf (werknemer) kan het
doen van dagelijkse arbeid als
te veel of te moeilijk ervaren.
Juist in de situatie waarin de
eigenaar (werkgever) gelovig 
is, kan het lastig zijn voor de
slaaf. Men ziet dan meer van 
elkaar, iedere dag. De gelovige
slaaf realiseert zich, daar gezet
te zijn door God (de Plaatser),
Die liefde is.
Christus Jezus is ook de Heer
van de werkgever. Zo werken 
beiden voor levensonderhoud. 
De werknemer is dankbaar 
voor de kracht die God geeft, 
om tot Zijn eer te zijn, en doet
met (Gods) liefde het werk.  
De werkgever dankt God als 
gelovige eveneens. Waarom? 
Om instrument te kunnen zijn 
voor anderen; loon naar werk 
te geven om te leven.
In de grote leerschool van Gods
plan van eonen onderwijst Hij 
op deze manier wie HIJ is

Woord vandaag

Wie er ook onder een juk slaven 
zijn, laten zij de eigen eigenaren 
alle eer waardig achten, opdat 
niet de naam van God en de 
onderwijzing gelasterd wordt.
          
1 Timotheüs 6:1

Slaven waren eigendom van 
hun meesters, de eigenaren. 
Dit vers stelt dat ook vast. 
Men was als slaaf bezit van de
eigenaar overgeleverd. Slaaf
zijn was niet makkelijk.
Zo anders is nu de verhouding
werkgever-werknemer. En dat
is nog niet zo lang het geval in 
onze westerse cultuur. 
Wat Paulus hier aanwijst, is 
dat de slaaf, in geloof opziet 
naar God, de Plaatser, en de 
eigenaar al de eer geeft. Zelfs 
waardig acht.
Dat kon ook lijden betekenen.
In elk geval stond de slaaf elke 
dag onder (grote) druk om dat 
te doen wat opgedragen werd.
Nu onderschikken basisprincipe
in het onderricht is, zou de slaaf
de aanwijzing gelovig volgen.
Hoe? In het vertrouwen dat 
de Heer genade zal schenken 
om zo Zijn Naam te eren. 

Woord vandaag

Op dezelfde wijze ook zijn
de uitstekende werken 
vooraf duidelijk en die het
anders hebben, kunnen niet 
verborgen worden

     1 Timotheüs 5:25

De kwesties inzake oudsten
die speelden, waren ernstig.
In Titus 1:5-16 zegt Paulus
heel wat over de situatie op
Kreta. Dat kwam voort uit het
nog onvoldoende duidelijk zijn
van (overstromende) genade.
Allerlei kwesties omtrent wet,
tradities, achtergrond; het
leidde de nieuwe gelovigen
regelmatig van de waarheid
af. Het grote verschil tussen
wat vleselijk en geestelijk is
bijvoorbeeld, was in die tijd
vaak nog niet helder voor de
uitgeroepenen. De oudsten
zouden voorbeelden zijn.
Paulus geeft Timotheüs door
dat hij (in genade) goed kijkt
naar de geestelijke voortgang
onder de gelovigen.
De uitstekende werken zullen
blijken; die zijn opbouwend
voor de gelovigen en tot eer
van de Heer Christus Jezus.