Wij worden geschapen door God
voor goede werken die HIJ tevoren
bereid heeft opdat wij daarom
kunnen wandelen. Deel A en deel B
Woord vandaag
waarvan sommigen, daarvan
afwijkend, werden afgewend
tot ijdel gezwets
1 Timotheüs 1:6
Het afwijken is van het geloof,
(zie 1Tim.6:21) en de waarheid
(zie 2Tim.2:18). Dit is letterlijk
on-grondregel(s) of on-grond-
beginsel(en). Sommigen zijn in
zekere ‘kennis’ of ‘wetenschap’
verstrikt geraakt (6:21), maar
wat betreft geloof wijken zij af.
Afwijken is zelfs al het geval,
wanneer wij denken, dat God
enigszins, ook al is het heel erg
weinig, van ons afhankelijk is
om Zijn doel te bereiken.
Zelfs een klein beetje twijfel
over de zekerheid van je plaats
in Christus is afwijken van de
waarheid. In Paulus’ dagen zijn
velen afgewend tot ijdel (leeg)
gezwets. Men week af van de
genadeprediking en verviel tot
een leeg bestaan onder de wet.
Bekrachtig je in de genade van
Christus Jezus!
Woord vandaag
de voltooiing van de opdracht
nu is liefde uit een rein hart en
een goed geweten en een
ongeveinsd geloof
1 Timotheüs 1:5
De opdracht is dat wat God ons
in geloof gegeven heeft. Gods
beheer is in geloof (vers 3).
Het doel-einde van de opdracht
is liefde. Het gaat om het geloof-
waardige of betrouwbare woord,
dat Christus Jezus in de wereld
kwam om zonderen te redden.
Waar we ons aan deze ‘opdracht’
houden, zal liefde te zien zijn.
De liefde van God is uitwerking
van het evangelie dat God geeft.
De liefde bloeit dan op uit een
rein hart, dat waarachtig, puur
het woord van God aanvaardt.
Het is ook de vrucht van een
goed geweten, dat openlijk de
waarheid gelooft.
En het is de vreugde van het
ongehuicheld (ongeveinsd)
geloof, dat echt ontvangt wat
God via Zijn dienaar Paulus zegt.
Woord vandaag
de voltooiing van de opdracht
nu is liefde uit een rein hart en
een goed geweten en een
ongeveinsd geloof
1 Timotheüs 1:5
De ‘opdracht’ is letterlijk: een
boodschap die naast je is, of bij
je is. Bij Timotheüs werd een
heerlijke boodschap neergelegd
die hij met zich mee zou dragen.
Het is toch geweldig dat God wil,
dat alle mensen tot erkenning
van de waarheid komen, gered
worden (1 Tim.2:4)?
De ‘opdracht’ mét grote inhoud
werd aan Timotheüs, en in wezen
aan al degenen die Gods woord
onderrichten, toevertrouwd.
Toch kunnen wij allemaal er
met anderen over spreken.
De uitwerking van de genade,
redding, is zichtbaar als je
2:8-3:16 en 5:1-6:2 leest.
Maar ook hoofdstuk 4 en 6.
Daarom: de voltooiing (of ook:
doel-einde, Grieks: telos)
van de opdracht is:
liefde uit een rein (zuiver) hart,
en een goed geweten en een
ongehuicheld geloof.
Woord vandaag
de voltooiing van de opdracht
nu is liefde uit een rein hart en
een goed geweten en een
ongeveinsd geloof
1 Timotheüs 1:5
De opdracht is verbonden met
opdraagt (het ww) in vers 3.
Opdracht lees je ook in vers 18.
De apostel gaf deze opdracht
aan Timotheüs (vers 18). Wat
hield dat in? Dat wat met de
profetieën van Paulus overeen
stemt. Niet een toekomst voor-
zegging, maar wat gesproken is.
Dit lezen we in Paulus’ brieven,
en hij legt dat nu op Timotheüs.
Zoals de welkome boodschap,
dat Christus Jezus in de wereld
kwam om zondaren te redden
(1 Tim.1:14) en: Christus Jezus
gaf Zichzelf als overeenkomstig
losgeld voor allen (1 Tim.2:6).
Deze grondtoon van genade is
nu aan Timotheüs’ aandacht en
zorg toevertrouwd. Wij kunnen
niets anders doen dan ons
erdoor laten overweldigen.