Galaten studie 38 – 5:18-22

Op 31 maart 2015 werd met elkaar gesproken over de verzen die
spreken van de werken van het vlees. Ook vers 21, dat altijd veel
discussies oplevert, kwam aan de orde. Kun je je redding en
eonisch leven verspelen wanneer je de werken van het vlees doet
als gelovige? Wat is het koninkrijk van God? Dat en meer kwam
aan de orde op deze avond. Luister hier: deel A en deel B

Woord vandaag

‘Bijzonder hoe Hij leed en stierf.’

Dat was, zou je kunnen zeggen, de geestelijke climax, het snijpunt in de ge-
schiedenis van de mensheid. Van meet af aan ging het bij de mensheid om
onderschikking. Adam werd in eerste aanleg gesteld tot onderschikker, om
zo te lijken op (adm in het Hebreeuws betekent: meest-GELIJKe) AL (God),
grote Onderschikker. Dit krijgt gevolg na hem: de man over de vrouw, de
eerstgeborene over de rest, de oudere over de jongere, de hele mensheid
over de andere schepselen geplaatst.

‘Maar het ging om de onderschikking van de mens aan AL.’

Ja, de opsomming hierboven reflecteert (weerspiegelt) de onderschikking
van de mensheid aan AL. Dat was van meet aan de bedoeling. Uiteindelijk
zal de Heer Jezus Christus (om Hem draait Gods plan) de hele mensheid tot
onderschikking aan Vader brengen. Nu is er eerst iets gebeurd: Adam zon-
digde, overtrad en krenkte. Daardoor is de mensheid niet onderschikkend
maar rebelleert tegen Hem. Daarom verliet de Heer Zijn enorme heerlijk-
heid bij Vader en werd Mens.

‘Dat liep uit op waar we komende vrijdag bij stilstaan.’

Hij kwam om de mensen te winnen in zachtmoedigheid, goedheid en genade.
Maar zij verwierpen Hem en kruisigden Hem zelfs. Zo kwam Hij onder de
vloek van AL. Dat gebeurde door toedoen van de heiligste aardse natie: Zijn
volk Israël en van de grootste wereldlijke macht van die dagen: Rome. Dat
gebeurde in Jeruzalem, waar hoge vertegenwoordigers van beide onderschik-
kende machten aanwezig waren en konden samenspannen tegen Hem.

‘Het is wat; beide machten ballen samen om Hem te doden.’

Hieruit blijkt, dat zij hun macht om te onderschikken misbruikten. En we zien
dat onder leiding van Kajafas en Pilatus de Heer een speelbal werd in de han-
den van hoge(re) machten, tot de dood van het kruis. Hoewel Pilatus zeer
grote aarzelingen had; hij vond immers geen schuld in deze Mens. Lukas 23:
13-16, 22 verhaalt hoe hij Hem nog vrij probeerde te krijgen. Maar de over-
priesters en de schriftgeleerden (Sanhedrin) zorgden ervoor, dat Hij toch ver-
oordeeld werd. Zo zien we, dat de religieuze leiding van de mensheid Hem
overgaf om gedood te worden!

Woord vandaag

‘We hebben gisteren nog niet naar Johannes gekeken. Wat zegt die?’

Johannes getuigt hetzelfde, hij geeft aan:

….Echter, op één van de sabbatten, kwam Mirjam Magdalena naarbinnen
het graf
in de ochtend……

Dit stemt helemaal overeen met de andere drie. Geen twijfel mogelijk. Het
was op een gewone weeksabbat. Hij werd opgewekt uit de dood op zo’n
normale weeksabbat. Prachtige benadrukking van het feit, dat die dag door
Ieue voor Zijn volk Israël (niet voor de natiën) aangewezen was om te stop-
pen met werken!

‘Ja mooi. Wij leven vanuit en door de rust van het geloof.’

Zo is het. Nu wij in feite in Hem, in Christus, deel uitmaken van de nieuwe
schepping hebben wij helemaal niets te maken met het al of niet houden van
een bepaalde dag in de week om te stoppen met werken. Wij hoeven niet te
werken, omdat Hij dat al gedaan heeft. In de nieuwe schepping ontbreekt
het aan religieuze verplichtingen. Christus staat daar centraal.

‘Tsja, ik vind het schitterend.’

Het woord sabbat betekent allereerst stoppen. Ieue stopte met Zijn herstel-
en scheppingswerk op de zevende dag. Het is belachelijk te zeggen dat Hij
zou moeten rusten van Zijn werk. Geheel passend daarbij is, dat de Heer Jezus
Christus opgewekt werd door de Vader op sabbat. Het werk, Zijn werk op aar-
de zat erop, Hij stopte ermee, ook daarom stierf Hij, terwijl Hij vlak daarvoor
zei: het is volbracht. Het werk van de Zoon van Adam zat erop!

Woord vandaag

‘De dag van de opstanding was op een weeksabbat?’

Dat blijkt uit wat we lezen in de Schrift. Laten we eerst naar Mattheüs kijken.
In Mattheüs 28:1 staat:

Bij het oplichten naarbinnen één van de sabbatten kwamen Mirjam Magda-
lena en de andere Mirjam om het graf te zien….

De uitdrukking naarbinnen één van de sabbatten is duidelijk; het gaat daad-
werkelijk om een sabbat. Dit is de gewone weeksabbat, en deze viel toen
direct na de grote sabbat van het feest van de ongezuurde broden (Johannes
19:31). Dit zinsdeel wordt in de vertalingen volkomen ten onrechte vertaald
met: de eerste dag van de week. Dit is een interpretatie, geen vertaling.

‘Duidelijk. En wat vinden we in Marcus?’

Daar lezen we in Marcus 16:2 :

….en zeer vroeg in de ochtend van één van de sabbatten kwamen zij bij het
graf 
bij het opgaan van de zon

Opnieuw een duidelijke, niet mis te verstane uitdrukking. Hier wordt de na-
druk gelegd op het feit, dat het vroeg in de ochtend op die sabbat gebeurde.
Juist door de extra aanduiding dat het in de ochtend op die dag (één van de
sabbatten) gebeurde, pint de opstanding als het ware nog vaster op die dag.
De betekenis is natuurlijk prachtig: als teken dat het grote werk (het lijden
en sterven op Golgotha) gedaan is, stond Hij op op sabbat!

Ja mooi, maar wat lezen we in Lucas?’

Lucas, de arts, schrijft als volgt in 24:1 :

….Echter, in de vroege diepte van één van de sabbatten kwam zij, en zekere
anderen gezamenlijk met hen, bij het graf…..

Ook hier een uitdrukking die wijst naar het zeer vroege tijdstip van die dag.
‘Vroege diepte’; wij zeggen nu ook nog wel ‘diep in de middag’ of ‘diep in de
avond’. Dit benadrukt hier dat het zeer vroeg was op die dag. En opnieuw
het: één van de sabbatten laat geen enkele ruimte voor onze interpretatie
over. Het was een van de zeven normale weeksabbatten die geteld moesten
worden, zodat bij de 50e dag pinksteren gevierd kon worden!

Woord vandaag

‘Nou het is steeds een lastig iets, die opstandingsdag.’

Het wordt duidelijk, wanneer je de Schrift volgt en let op wie wanneer iets
zegt. Dat zijn de vaste basisprincipes van het lezen van de Schrift:

– Wie zegt het?
– Tegen wie wordt iets gezegd?
– Wanneer wordt het gezegd?
– Wat is het tekstverband?
– Waar gaat het over?

Zo geldt dat dat zeker, wanneer het om uitdrukkingen gaat, die de tijd be-
treffen. De Hebreeuwse manier van uitdrukken is anders dan de Romeinen.
En weer anders dan de Grieken. De Griekse manier van uitdrukken is het
meest exact, het meest precies. Dan staat er: de derde dag, en dat staat
in een naamval waarmee je kunt vertalen: in de derde dag.

‘Dat moet het dus zijn. Het gebeurde op of in de derde dag.’

Ja, en dat het Hebreeuws dan zegt: drie dagen en drie nachten, is daarmee
niet in strijd. De Hebreeër rekent een deel als een hele. En de Romeinen
kenden een Latijnse manier van uitdrukken: na drie dagen, maar zij bedoe-
len dan hetzelfde, dat het in drie dagen gebeurd is.
We hebben gisteren gezien, dat de Heer op de 14e nisan vlak voor zonson-
dergang in het graf gelegd werd. Op de 15e nisan, de eerste grote sabbat
van het feest van de ongezuurde (broden) lag Hij ook in het graf, dat is de
tweede dag dat Hij in het graf lag.

‘En de derde is dus de dag dat Hij opstond.’

Dat is de 16e nisan. De dag waarop de eerstelinggarf heen en weer bewo-
gen wordt voor het aangezicht van Ieue. Nu was het zo, dat die dag een ge-
wone weeksabbat (zaterdag) was. Dat blijkt uit de diverse teksten over de
dag waarop Hij werd opgewekt uit de doden. Daar zullen we morgen naar
kijken. We staan er in deze tijd bij stil, omdat het Pasen binnenkort is, maar
we gedenken eigenlijk Zijn opstanding het hele jaar door!