Woord vandaag

‘Aansprekend, de Titusbrief.’

We zijn gezegend met al die rijke
brieven van Paulus. Het goede is
veel: genade en vrede van God.

uitziend naar de gelukzalige ver-
wachting en verschijning van de
heerlijkheid van de grote God en
van onze Redder, Jezus Christus
            
                     Titus 2:13

Dat uitziend naar is een sterke
uitdrukking. Echt helemaal klaar
ervoor zijn, dat Hij komt.

‘Geen onzekerheid.’

Ook verwachting spreekt als be-
grip van zekerheid. Voor ons ver-
schijnt Hij in de lucht. Dat ziet de
wereld dan niet. Een geheime of
verborgen hemelvaart, net zoals
Hij op de opstandingsdag in het
verborgene opvoer en bij Vader
kwam. Daarna mocht Maria Hem
aanraken. De discipelen daarna,
en na een week Thomas.

‘Geweldig uitzicht.’

Als de heerlijkheid van God ver-
schijnt, is Christus Jezus te zien.
Hij is de uitdrukking daarvan. Na
de verborgen hemelvaart van de
gemeente zal Hij ten minste ze-
ven jaar later in heerlijkheid ver-
schijnen voor Zijn volk Israël als
Hij Zijn gezegende voeten op de
Olijfberg zal zetten. Als de Zoon
van Adam zal Hij Zijn koninkrijk 
vestigen vanuit Israël over heel
de aarde. Dat komt snel dichtbij.

Woord vandaag

‘Dankbaar voor Zijn genade.’

Dat is het, alles overtreffende
genade en heerlijkheid.

..ons opvoedend opdat wij, de
oneerbiedigheid en wereldse be-
geerten loochenend, verstandig,
rechtvaardig en godvruchtig le-
ven in de huidige eon
      
                           Titus 2:12

De opvoeding die God geeft, is
ook aspect van Zijn genade. Die
redt ons van oneerbiedigheid; je
wil van binnenuit wegblijven van
wat God niet vereert.

‘Niet alles is nuttig.’

Alles is geoorloofd. Alleen, wat is
bevorderlijk (nuttig)? Dat is wat  
tot opbouw van het lichaam van
Christus is. Wereldse begeerten?
Dat is overal om je heen. Die loo-
chen je automatisch wanneer je
uit Zijn reddende hand leeft. De-
genen die God loochenen, ont-
kennen Zijn bestaan en dus Zijn
almacht en liefde als Schepper
en Redder.

‘We leven op Hem gericht.’

Zijn genade redt en voedt op, zo-
dat we verstandig, rechtvaardig
en godvruchtig leven in deze bo-
ze eon. Je denken: God buigt het
in Zijn richting. Hoe? Door inwer-
king van het reddende Woord.
We leven rechtvaardig: je stelt je
leden in dienst van Hem. Gods
vrucht groeit in en door je; ook
dat is Zijn genade. 

Woord vandaag

‘Mooi, de brief aan Titus.’

Noodzakelijk, omdat Titus oud-
sten moest aanwijzen. Met de 
nodige instructies. Daarom ligt
wel wat nadruk op onderwijs én
de inhoud ervan
. We lezen:

Want de genade van God is ver-
schenen: redding aan alle men-
sen                            Titus 2:11

Het is niet zo, dat de redding in
het bloed van Christus slechts 
beschikbaar is voor alle mensen.

‘Dan ligt het alsnog bij de mens.’

Je kent de uitspraken: ‘Je moet 
wel kiezen’ of ‘je moet het wel
aanpakken’ en zo meer. We le-
zen in dit vers, dat de redding in
het bloed van Christus werkelijk
voor alle mensen is
. Geen onze-
kerheid of ze uiteindelijk gered
zijn. Nee. God is de Redder van 
alle mensen, inzonderheid van
de gelovigen, 1 Timotheüs 4:10.

‘Erg wezenlijk, ja.’

Timotheüs, maar ook Titus, zou
dit bevelen en leren. Aan de op-
zieners en oudsten nadrukkelijk
doorgeven. Het evangelie van de
onbesnedenen
 omvat dit. De ge-
nade van God staat centraal; in 
Hem, onze Heer Christus Jezus, 
is die genade zichtbaar. Het werk
van Hem zal vrucht dragen; niet 
30-, niet 60-, maar 100-voud. De
voltooiing wacht tot het plan van 
eonen voorbij is. Allen gered

Woord vandaag

‘Slaven spreken niet tegen.’

Ja, onder het: in alles welgevallig
zijn valt ook de mond. Wat werk-
nemers vaak doen, is tegenspre-
ken. Dat is voor heren (of werk-
gevers) erg lastig. Ze denken het
beter te weten. Werknemers die
geloven lezen wat de Plaatser wil
en kunnen zich anders opstellen.
Willen Paulus’ onderricht volgen
in hun werk dat ze doen.

‘Wat lezen we nog meer?’

niets ontvreemdend, maar alle
goede trouw betonend, opdat
zij de onderwijzing van onze

Redder: God in alles versieren
                                 Titus 2:10

Een gelovige wordt van hebber
veranderd in gever. Dan kan die
gelovige aan degene die gebrek
heeft, geven. Diefstal in bedrij-
ven door werknemers gebeurt
dagelijks. Maar je kunt ook tijd
en de goede naam van de werk-
gever stelen. Geloof is trouw.

‘De onderwijzing van God?’

Dat is, dat Hij Plaatser en Red-
der is. Dat levert onderschikking
op bij de gelovige. Niet gedwon-
gen door wet, maar opgeroepen
door genade. Heel de schepping
is onvrijwillig ondergeschikt aan
de vruchteloosheid (Romeinen
8:20). De onderschikking van de
gelovigen is in zekere zin op vrij-
willige basis, door de geest van 
God van binnenuit bewerkt.

Woord vandaag

‘Belangrijke aanwijzingen.’

Titus is aansprekend:

Slaven onderschikken aan
hun eigen eigenaren om in
alles welgevallig te zijn, niet
tegensprekend     Titus 2:9 

Slavernij zoals die was is heel
wat jaren terug afgeschaft. Tij-
dens Paulus’ en Titus’ dagen is
slavernij nog heel gewoon. De
slaaf was lijfeigene van de heer.

‘Dit gaat over medeleden.’

Gelovige slaven zouden het ene
doel van God weerspiegelen in
hun gedrag: onderschikking. Als
ze dat doen, eren zij het woord
van de Plaatser, God. Diens plan
wordt door de Zoon uitgevoerd.
In alles onderschikt de Zoon Zich
aan God. Bij gelegenheid treedt
Christus ook Zelf als Onderschik-
ker op. Als Koning van de koning-
en bijvoorbeeld.

‘Gods plan draait daarom.’

Daarom wordt de Zoon bij gele-
genheid God (Plaatser) genoemd
in bijvoorbeeld Hebreeën 1:8:

maar tegen de Zoon: Jouw troon,
o God, is voor de eon van de eon,
en de roede van rechtmatigheid is
de roede van Jouw koninkrijk

De Zoon wordt zo aangesproken;
dit citaat is uit Psalm 45:7. Ook in
die Psalm draait het om Christus.