30 juni 2020
‘Lid van het lichaam van Christus.’
Enorm voorrecht, en puur genade. In
ons was en is geen enkele aanleiding
om ons uit te kiezen. Het gaat -net als
bij Israël- om Gods kiezende liefde.
Dat is géén willekeur; wanneer dat de
reactie is, zit daar menselijk denken
achter. We hebben geen vrije wil, God,
de Vader, bepaalt alles. ‘Ik heb Jakob
lief; Esau zet Ik op de tweede plaats’.
‘Gedrag bepaalt niet.’
Paulus merkt op, dat het verkiezend
voornemen van God bepaalde:
want, nog niet geboren, noch iets
goeds of slechts gedaan,…. werd tot
haar (Rebekka) gezegd: de grotere
zal de mindere als slaaf dienen
Romeinen 9:11,12
Paulus schrijft dit als toelichting bij de
keuze van Jahweh van Israël als volk.
In Romeinen 9:1-5 noemt hij de zegen
die aan Israël is gegeven en niet wordt
weggenomen door God.
‘Gods soevereiniteit.’
Romeinen 8:30-39 spreekt daarvan als
het over ons als individuele gelovigen
gaat. Romeinen 9:1-29 als Israël en de
volkeren in beeld zijn. Het hart van de-
ze machtige brief klopt van Gods eigen
handelen met ons en met de volkeren.
Niemand oefent invloed erop uit; God
Zelf werkt soeverein in liefde + genade.
Het hangt niet van ons willen, kunnen
of wat ook af; alleen van onze Vader.