14 december 2019
‘We bidden tot Vader.’
Het fijne is, dat wij rechtstreeks toe-
gang tot de Vader hebben. Dat is ons
voorrecht als gelovigen. We zijn door
God geroepen tot gemeenschap van
Zijn Zoon. Hij heeft de weg tot Vader
geopend. Daarom hebben wij vrijmoe-
digheid om Vader te naderen:
..Christus Jezus, onze Heer, in Wie wij
door Zijn geloof de vrijmoedigheid en
de toegang met vertrouwen hebben..
Efeziërs 3:11b,12
‘Het werk van Christus.’
Hij doet de wil van Zijn Vader. Dat was
allereerst om tot eer van Zijn Vader te
zijn. In de tweede plaats om Zijn schep-
selen toegang tot Zijn Vader te geven.
Hij vertrouwde (geloofde) Vader tot en
met het kruis en de dood. Hij werd be-
graven en op de derde dag opgewekt
door de Vader. Daarna blijkt de mens
vrije toegang tot Vader te hebben. En
dat in het volle vertrouwen, dat Vader
hoort en weet wat het beste voor je is.
‘Vader hoort en verhoort.’
Op Zijn tijd en wat Hij het beste vindt.
Hij willigt niet al onze wensen in. Hij is
geen suikeroom of suikertante. Vader
handelt naar Zijn plan en voornemen,
dat is ook het tekstverband van de bo-
vengenoemde woorden uit Efeziërs 3.
We lezen:
..de veelvuldige wijsheid van God be-
kendgemaakt wordt, in overeenstem-
ming met het voornemen van de eonen
dat Hij uitvoert in Christus Jezus, onze
Heer Efeziërs 3:10b,11