Woord vandaag

‘Wat je gisteren zei, kan ik alleen maar beamen, de praktijk
blijkt vaak zo weerbarstig te zijn. Je weet het wel, en toch ga
je regelmatig onderuit en ben je zelf ook weleens afgunstig.’

Hoe komt dat dan?

‘Je wilt bijvoorbeeld op je werk graag toch die plek van een ander hebben,
omdat die het makkelijker lijkt te hebben.
Dat is me meerdere keren overkomen.’

Waar zou dat aan liggen, denk je?

‘Misschien omdat je je eigen plaats niet leuk vindt. Als je er zo over
nadenkt, bedenk ik me dat God mij die taak daar gegeven heeft.
In feite die ander zijn plaats willen innemen, betekent: niet helemaal
accepteren dat God de plaats aan mij geeft waar ik nu zit.’

Dat is zo ja, neemt niet weg, dat je best eens van baan of plaats kan
veranderen, dat is normaal je gezonde verstand gebruiken. Het wordt
anders als je uit afgunst met je ellebogen de ander wegwerkt.

Zo werkt het overigens ook in het lichaam van Christus.

Het zal je gedacht zijn wat er allemaal fout kan gaan door onderlinge
afgunst en jaloezie, óók onder gelovigen. Als iemand uit afgunst
vervelend tegen je doet, wordt het moeilijk, maar de weg van het
evangelie is: genade schenken, zoals God…….

Nieuwe links

De afgelopen week werden er twee nieuwe links toegevoegd;
Filippus, een stichting die op verschillende fronten bezig is,
onder andere transporten met hulpgoederen naar Albanië.

De andere is Goswin de Boer, die niet zo lang geleden tot besef
kwam dat Gods woord duidelijk maakt, dat God wérkelijk de
redder van alle mensen is. Leest u eens rond in zijn boeiende
bijdragen!

Woord vandaag

‘Leven in en van genade is vaak niet zo eenvoudig, vind ik.
Enkele dagen terug zei ik dat al tegen je. Het is weleens erg
lastig als je van je medegelovigen de onhebbelijkheden
gaat zien na verloop van tijd.’

Paulus spreekt daar regelmatig van. Denk maar aan Romeinen
12-15, Efeziërs 4, Kolossenzen 3 en de Corinthebrieven, en ver-
geet niet de Galatenbrief, hoofdstukken 5 en 6 spreken duidelijk.

‘Ja die lees ik, en dan valt mij zo langzamerhand op, dat Paulus
altijd heel mild en verzoenend is en wij kunnen zijn voorbeeld
navolgen.’

Paulus sprak met zijn opmerkingen -door de heilige geest geleid-
steeds de dingen aan waarbij het onder gelovigen moeilijk kan lopen.

Daar komt ook een stuk geestelijke strijd bij kijken. Niets menselijks
is de gelovigen vreemd. Kijk je bijvoorbeeld in Galaten 5, dan heeft
Paulus het over onderlinge afgunst en jaloezie. Niet fraai allemaal.

‘Het is waar, dat komt onder gelovigen regelmatig voor – helaas.
Het verstoort de onderlinge relaties en dan is het zaak van beide
kanten elkaar genade te bewijzen.’

Precies. Zó spreekt hij in Efeziërs 4:32. Dat is de weg die hij wijst als
het om onderlinge verhoudingen gaat. Naar elkaar toe innerlijk wel-
willend zijn en daaruit elkaar genade schenken.
Hoe?
Zoals God in Christus jullie genade schenkt.

‘He dat is mooi, leg eens uit verder wat Paulus hiermee zou bedoelen.’

God schenkt ons genade, elke dag weer, in Christus. De dingen waarin
wij tekortschieten rekent Hij ons niet toe. God schenkt ons genade in
plaats van veroordeling. Hij ziet ons in Christus aan, smetteloos, niet te
beschuldigen.

Als de gelovigen elkaar ook zo zien, dan kunnen zij elkaar genade schenken.

De ander niet aanrekenen wat er onderling fout ging.

Niet wachten tot de ander naar jou komt; met de ander kunnen blijven omgaan.

Woord vandaag

‘Het is wel een erg makkelijk evangelie he, die genade van God.
Je hoeft er niets voor te doen, Hij doet alles voor je.’

Als het werkelijk zo gemakkelijk is, waarom zijn er dan zoveel
mensen, die er maar niet aan willen, dat het alleen genade is?

‘Ja, dat is zo. Veel mensen willen toch zelf iets doen. Dat zit in hun
aard. In de religies van de wereld komt dat wel heel vaak naar voren.’

Moeilijker te onderscheiden wordt het, als we kijken naar het Jodendom
en het christendom. Maar ook bij die twee zie je dat de werken de mens
een rol spelen. Bij de genade van God kúnnen werken van de mens geen
rol spelen.

En dat blijft ook zo voor alle gelovigen, die waarachtig geloven in de God
van alle genade. Daarvoor heeft Paulus de Galatenbrief geschreven.
Het is voor de gelovige vaak o zo moeilijk om te blijven bij genade alleen.
Het kruis maakt nu eenmaal een einde aan het vlees van de mens.
De geest brengt vrucht voort, het vlees werkt, vandaar dat Paulus in
Galaten 5:19-25 spreekt van de werken van het vlees en de vrucht van de
geest.

‘Ja, oke, maar het gaat er toch om dat wij God dienen in ons leven, en dat
dienen is toch werken?’

Het gaat erom, dat je het doet in Zijn kracht. Zodra je het doet in je eigen
kracht, wordt het krampachtig, streverig, gericht op eigen eer, etcetera.

Als gelovige doe je de dingen voor God, niet voor de (ogen van) mensen.
Paulus wilde geen mensen behagen, maar God! Laten wij zijn voorbeeld
navolgen en zo uit, in en door genade leven, voor God.

Woord vandaag

‘He ik ben nu wel erg benieuwd wat er nu precies staat in
Job 26:13. Ik denk dat het woord ‘doorboorde’ de grote
moeilijkheid is.’

Ja, dat is waar het om draait. De statenvertaling heeft hier:
‘Door Zijn Geest heeft Hij de hemelen versierd;
Zijn hand heeft de langwemelende slang geschapen.’

Het woord ‘langwemelende’ is voor ons onduidelijk.
De NBG’51 heeft hier ‘snelle’ en dat is enigszins in de goede
richting; het woord heeft te maken met ‘vluchten’ en ‘snel
zijn’. Je zou hier ‘vluchtende’ kunnen vertalen.

En het woord ‘geschapen’ heeft eigenlijk te maken met ‘pijn
lijden’ of ‘voortbrengen’; gecombineerd lijkt het zo te zijn,
dat het God pijn deed toen Hij de slang als tegenstander schiep.
Het is vergelijkbaar met de pijn die een vrouw heeft bij het
baren (voortbrengen) van een kind.

De vertaling zou kunnen zijn:
‘Door Zijn geest heeft Hij de hemelen versierd;
Zijn  hand bracht met pijn de vluchtende slang voort.’

‘Als je het zo ziet, blijkt dat God de slang schiep.’
 
 
Ja en merk op, dat hier over Gods
hand gesproken wordt;
andere teksten spreken van betrokkenheid van Gods
hart
als Hij schept. Hand wijst op een zekere afstand in vergelijking
met het hart.

‘Jij zegt steeds, dat God alles in Zijn hand heeft; dat geldt dus
ook voor de slang, de tegenstander?’

Nou en of! Alles is uit Hem en door Hem en tot Hem; Hem
zij de heerlijkheid in de eonen!