28 oktober 2009

Sola Scriptura! Alleen de Schrift. Daar kunnen we alleen maar heel erg mee instemmen. Ja, zo is het! Alleen de Schrift, de Schrift alleen. De Heer Jezus fulmineerde regelmatig tegen de tradities, die in het judaïsme belangrijk waren. Hij zei scherp tegen de schriftgeleerden, dat zij de Schriften (Tenach) zouden onderzoeken, die getuigen immers van Hem! Wat deed de Heer in Zijn dagen na de opstanding? Hij herinnerde de discipelen aan wat geschreven staat en wat Hij zelf gezegd had! Hij opende het verstand van Kleopas en zijn kameraad, zodat zij de Schriften begrepen.
De Heer was zelf vol van de Schrift. ‘Hoe lief heb Ik Uw onderwijzing (Torah)!’ zijn woorden uit Psalm 119, die je zondermeer in de mond van de Heer Jezus kunt leggen. Zijn hart was er vol van. Het ging Hem om de eer van zijn Vader, opdat Hij het werk zou doen, wat God Hem te doen gaf. Daarom wilde Hij niets anders dan de Schriften vervullen.
De Bereëers deden niets anders dan dagelijks nagaan in de Schriften (Tenach) of ‘deze dingen zo waren’ (die Paulus sprak, Handelingen 17:10-12). Zij hadden de Schriften lief. Paulus heeft daar fijn kunnen werken. Als hij vandaag in de kerken zou komen, zou hij, Paulus, niet lang kunnen spreken.
Hem zou het zwijgen opgelegd worden, niet meer op de kansel, die Paulus! Waarom? Omdat hij spreekt, wat de Schriften zelf zeggen. Geen eigen gedachten, geen eigen inbreng. Naspreken wat de Schrift zelf zegt. (S)prekers zeggen vaak wat zij zelf denken, of wat naar de leer (van de kerk of gemeente) is. Dat komt, omdat zij vaak financieel gebonden zijn. Zij weten vaak in de eigen studeerruimte wel wat er staat, maar spreken in het openbaar anders.
Paulus schrijft op het laatst aan Timoteüs: ‘Heel de Schrift is God-geademd, en nuttig tot lering, verbetering, weerlegging, opvoeding in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen is’ (2 Timoteüs 3:16).

27 oktober 2009

Zaterdag is het 31 oktober en dat is voor veel reformatorische mensen en belangrijke dag. Luther met zijn 95 stellingen. Waar het om ging in de reformatie, waren drie kernachtige Latijnse uitdrukkingen: Sola Fide – alleen geloof. Sola Scriptura – alleen de Schrift. Sola Gratia – alleen genade. Je kunt zeggen, dat dat drie prachtige, paulinische lijnen zijn.
Ze weerspiegelen het evangelie, zoals dat in de brieven van de apostel van de natiën naar voren komt. De reformatie (hervorming) had te maken met kritisch kijken naar de Rooms-Katholieke kerk.
In theorie zal de pastoor of de priester zeggen, dat de RK-kerk deze drie dingen ook belijdt. Maar in de praktijk ligt dat bepaald anders. Dan is het genade + sacramenten (doop, vormsel, avondmaal en zo voorts). Geloof + werken (nadruk op goede dingen doen). Schrift + belijdenis (Paus spreekt ‘ex cathedra’; zijn uitspraken bindend voor de kerkleden).
Als je de reformatorische kerken van dichtbij bekijkt, dan kom je in iets andere vorm dezelfde dingen tegen. Ook daar zal de ouderling, dominee of kerkenraad zeggen, dat zij de drie thema’s van de reformatie van harte onderschrijven, maar in de praktijk ligt dat bepaald anders. Dan is het genade + uitverkiezing (je moet het zelf mogelijk maken door veel naar de kerk te gaan, belijdenis te doen, etcetera). Geloof + werken (het houden van de 10 geboden uit dankbaarheid). Schrift + belijdenis (3 formulieren van enigheid).
Zowel de RK-kerk als de reformatorische kerken kunnen het licht van Palus’ brief aan de Romeinen niet doorstaan. De grondbeginselen van Paulus’ evangelie draaien om deze dingen. Geloof! Genade! De Schriften! In het evangelie wordt de gerechtigheid van God geopenbaard. In dat heldere licht wordt ook de ongerechtigheid van de mens (Romeinen 3:9-20) duidelijk. In het evangelie draait het om God en Zijn zoon (Romeinen 1:1-4). Dát evangelie laat er geen misverstand over bestaan: God waarachtig en ieder mens leugenachtig. God ontfermt zich over die mens. In dat goede nieuws komt de overstromende genade van God, en die blijkt groter dan alle zonde(n) van de mens (Romeinen 5:20,21). Dat betekent, dat God alle mensen rechtvaardigt ten leven! Heerlijk he!

26 oktober 2009

‘Ja allemaal mooi, maar er zijn toch wel teksten in de bijbel, die zeggen dat er een eeuwige hel is?’ Ja, waar dan? ‘ Nou, bijvoorbeeld in Marcus 9:43-48. Daar wordt drie keer over de hel gesproken, twee keer ‘in de hel geworpen’ en een keer ‘ter helle varen’ (NBG-’51). Bovendien staat er bij: ‘waar….het vuur niet wordt uitgeblust’. Nou dat staat er toch!’
Jawel, maar hier loop je tegen de vertaling aan. Voor het woord ‘hel’ staat hier het woord ‘gehenna’. Dit verwijst naar het dal Hinnom bij Jeruzalem, dat vandaag de dag een soort park is, waar je kunt wandelen of op een bankje in de zon zitten. In de toekomst –waar de Heer over spreekt- zal het de plaats zijn, waar mensen, die in opstand kwamen tegen de Messias gedood zullen worden. Dan gaat het om Jesaja 66:24. Daar spreekt Jesaja over de situatie zoals die in Israël zal zijn in de 1000 jaren. De Heer Jezus regeert als de ideale herder over Zijn volk en daardoor over de andere volkeren. Hij zal de Shalom bewaren en bewaken. Dit houdt onder andere in, dat zij, die in opstand komen tegen de Messias, gedood zullen worden en in deze vuilverbrandingsplaats geworpen worden tot een inderdaad afschrikwekkend voorbeeld voor de andere mensen. Gezien het tekstverband gaat het in Jesaja 66:24 om de situatie in het Messiaanse rijk. Volgens Openbaring 20 zal die 1000 jaren voortduren. Daarna wordt komt er een ingrijpende verandering en zullen deze hemelen en aarde vergaan door vuur en daaruit zullen een nieuwe aarde en nieuwe hemelen voortkomen, God schept een nieuwe schepping! Zo zal zeker het vuur daar in het dal Hinnom niet uitgeblust worden…..maximaal 1000 jaar! Dan stopt het!
Let ook op, dat er niets staat over pijn lijden of wat dan ook! De mensen zullen sterven, het gaat om lijken, zegt Jesaja. In de dood weten de mensen van niets. Dat zegt Prediker 9:5,10! Ook dat is een stuk barmhartigheid van God. Hij stelt een beperking aan het lijden.
Hiermee zien we dat de Schrift zichzelf weer verklaart. Mooi he.

25 oktober 2009

Vanaf het begin (Genesis 1:1) is er sprake van tweeheid, uiteindelijk zal het grote plan van God uitlopen op eenheid: God alles in allen! Daarnaar zijn we op weg. Het is een grote terugkeer naar God. Gods liefde staat centraal in dat hele plan, het centrale gebeuren daarin is de kruisiging, begrafenis en opstanding uit de dood van de Heer Jezus Christus. Daarin zie je Gods liefde zo helder stralen. Hij vernietigde de mensheid niet, toen zij Zijn geliefde zoon kruisigden. Het antwoord op die vreselijke misdaad van de mensen was het opwekken van Zijn zoon uit de doden! En omdat Hij, Jezus Christus, tot zonde werd gemaakt, kan daarna de redding van heel de mensheid plaatsvinden. De tegenstander is erin geslaagd, die bijbelse boodschap in de mist te doen komen. Veel mensen lopen in hun hart en denken met tradities van mensen rond. In de praktijk blijkt de leer belangrijker dan de bijbelse boodschap zelf. Terwijl het ontvangen en begrijpen van het evangelie zoveel angst en onzekerheid verdrijft uit het leven van de mens! ‘ Er is geen vrees (angst) in de liefde. Maar de volkomen (volwassen/volgroeide) liefde werpt de vrees uit….’ (1 Johannes 4:18). Het hangt er daarbij niet van af, of de mens voor Hem kiest. Nee, God had allang voor de mens gekozen! Niemand valt buiten de boot, Gods einddoel is niet in tweeledig (hemel en hel). Het gaat Hem om alle mensen, en uiteindelijk, alle schepselen, dus ook de hemelse machten en krachten! Alles wordt een, keert terug tot God, de Vader!

24 oktober 2009

‘He, dat was wel apart, wat gisteren zo naar voren kwam. Liefde brengt eenheid, allebei 13 en samen de getalswaarde van de naam Jahweh.’ Ja, het bevestigt de waarheid, die uit de Schrift naar voren komt. Alles is uit God (Romeinen 11:36), die ene, ware God, die liefde is. Eerst was God er. Die is altijd geweest, dat kunnen wij ons maar moeilijk voorstellen. Je kunt zeggen, dat er in beginsel eenheid was. En als God gaat schep-pen, dan schept Hij uit zichzelf de hele schepping. Dus niet: iets uit niets, maar uit God! En, met die schepping is er tweeheid! God en de schepping. Dat is terug te vinden in de tweede letter van het Hebreeuwse alfabet, de letter Beth (huis). Want die heeft als waarde: 2. De eerste letter, de letter Aleph, is de letter van God, en heeft als waarde: 1. De tweeheid in de schepping blijkt in feite al uit de letter waarmee heel de Schrift begint: de Beth. Genesis 1:1 begint met ‘In begin schiep God….’ Dat ‘in’ is de letter Beth, en maakt al duidelijk, dat het gaat om de tweeheid. En zo Genesis 1 lezend, kom je dat steeds tegen. Hemelen en aarde, licht en duisternis, dag en nacht, wateren en wateren, wateren en land, paren van dieren, God en mens, Adam en Eva, en zo voorts. De schepping kenmerkt zich door de 2, de tweeheid. Trouwens, het tweede woord in de Schrift begint ook met een Beth: scheppen (Hebreeuws: Bara). En bij het derde woord lees je wie aan het werk is: God (Hebreeuws: Alueim of Elohim), en begint met de letter Aleph. En in het vervolg maakt God scheiding (Hebreeuws: Badal) tussen licht en duisternis (Genesis 1:4). Alles komt dus uit die ene, God, voort. En uiteindelijk komt alles weer bij Hem terug: ‘ alles is tot Hem’ (Romeinen 11:36)! Alle reden om Hem te danken!