Woord vandaag

‘Zeg, dat wat je gisteren citeerde van E.H. Clayton vond ik
nogal lastig te begrijpen.’

Hij schrijft niet eenvoudig, maar met wat moeite kom je er wel
uit. Hij betoogt dat het evangelie van Paulus de Thora verplaatst
en bij het evangelie van Petrus blijft de Thora staan. Zoals hij
natuurlijk in Romeinen 3 schrijft, dat thans , buiten de Thora om,
ge
rechtigheid van God geopenbaard, waarvan door Thora en pro-
feten getuigd werd.

‘Ja de verschillen zijn nogal groot tussen beide evangeliën.’

Ja, en bij Petrus was er evangelie op grond van (deels) de werken.
Berouw en bekering was nodig om vergeving te kunnen ont
vang-
en. En bovendien is er bij vergeving nog de mogelijkheid om
erop
terug te komen en te veroordelen. Bij Paulus is er absoluut
geen
veroordeling meer mogelijk voor hen die in Christus Jezus
zijn.

‘Bij Petrus en de andere apostelen van de Besnijdenis predikten
dus geen rechtvaardiging door geloof zoals Saulus/Paulus!’

Het was zelfs zo sterk, dat Saulus onder het evangelie van Petrus
uitgeroeid had moeten worden, hij toonde helemaal geen berouw
en hij bekeerde zich evenmin. Op weg naar Damascus ontmoette
hij de Messias Jezus en Die greep hem in overstromende genade.
Het gedrag van Saulus leek nergens op. Tot en met vijandig tegen
degene die hij vervolgde. het bleek Christus Jezus zelf, de verheer-
lijkte te zijn.

‘Dus zelfs volgens Petrus’ woorden uit Handelingen had hij uitge-
roeid moeten worden?’

En het zal zo zijn dat al wie niet geluisterd zal hebben naar deze Pro-
feet, uit het volk uitgeroeid zal worden.
(Handelingen 3:23)

Dat zijn Petrus’ eigen woorden. Geen andere mogelijkheid: als men
straks niet luistert naar de Messias, de Profeet (als Mozes), dan zal
men uitgeroeid moeten
worden. Zo zal het gaan als het koninkrijk
van de hemelen op aarde opgericht zal worden. Dan is er alleen ver-
geving als men berouw heeft en zich bekeert. Anders niet.
En hoe anders is het evangelie van de genade van God, dat Paulus
bracht!

Geciteerd

“Het evangelie, dat door Paulus gebracht werd, zet de Thora opzij,
maar dat van Petrus niet. Berouw, bekering, vergeving en doop ont-
lenen hun kracht aan de Thora (wet), maar rechtvaardiging is ‘buiten
de Thora om’. Saulus werd niet gered door het evangelie van Petrus.
Onder de voorwaarden van Petrus’ evangelie had Saulus uitgeroeid
moeten worden (Handelingen 3:23). Saulus was er helemaal niet voor
die Profeet te horen. Hij kende totaal geen berouw.

Verlossing van de Thora (wet) was totaal onbekend in het evangelie
van de Besnijdenis. Later kwamen de wettischen erbij om met Paulus
te discussiëren over deze vraag, maar hun tegenwerpingen konden
niet tegen het evangelie van de Besnijdenis ingebracht worden.
Als de natiën de Thora (wet) zouden adopteren, dan zou dat afschei-
ding van Christus betekenen (Galaten 5:1-6). Waarom is dat zo?
De redding waar Israël toe geroepen is, is niet de redding waarin de
natiën geïntroduceerd werden.

Laten we eens de vergeving en het geloof in het evangelie van de Be-
snijdenis bekijken. Vergeving betekent: aflaten. Degenen die dat ont-
vangen, staan niet buiten de mogelijkheid van veroordeling. Eventu-
ele afval is mogelijk. Het brengt geen wederzijdse verzoening, net zo-
als de Thora en de rituelen van Mozes geen wederzijdse verzoening
brengen.

Vergeving vereist, dat God aan de straffen op de zonden voorbijgaat.

Het vraagt om Gods voortdurende vergevingsgezindheid, maar het
komt er niet aan toe Gods gerechtigheid te tonen. Evenmin laat het
het feit zien, dat God de Rechtvaardiger kan zijn en dat ook ís.
Vergeving veronderstelt, dat goede werken ook zullen volgen.
Zie de illustratie van het land dat wel of geen goede opbrengst geeft
(Hebreeën 6:7,8). Vergeving vereist ‘dingen die met redding van
doen hebben’ (Hebreeën 6:9), en ‘ijver…tot het einde’ (Hebreeën 3:6,
14; 6:11; 1 Petrus 2:4; 2 Petrus 1:5-11). Er volgt een grote beloning op
volharding (Hebreeën 10:35,36; 11:6; hier zien we de kracht van de
volharding van Mattheüs 10:22; 24:13).
Zelfs die uit de natiën, die daarvoor contact hadden met Gods open-
baring onder het evangelie van de Besnijdenis, werden geacht ‘recht-
vaardig te handelen’ (Handelingen 10:35).

Het verschil tussen hen, die het evangelie van de Besnijdenis geloven
en hen, die het evangelie van de onbesnedenen geloven zit in de bood-
schap die beide groepen geloven. Beide groepen geloven, maar het ka-
rakter van het geloof wordt ontleend aan de woorden die aan hen ge-
richt worden.”

Uit: The Hebrew evangel’ – E.H. Clayton
(“The Herald of God’s grace” – “Grace and Truth”)

Woord vandaag

‘Wat doet Christus nog meer nu Hij verhoogd is?’

Dat staat in Romeinen 8. Hij bidt en pleit voor ons bij de Vader:

Wie is het die veroordeelt? Christus is het die gestorven is, ja wat
meer is, die ook opgewekt is, die ook aan de rechterhand van God is,
die ook voor ons pleit.

We lezen hier een tegenstelling, die veel christenen zich niet zo be-
wust zijn. In plaats van dat Hij ons veroordeelt, blijkt het zo te zijn,
dat Hij niet alleen voor ons stierf, maar ook opgewekt werd en zelfs
aan de rechter(hand) van Vader is. Dus in plaats van het ene, wat
veel christenen zo voelen of denken, namelijk dat Hij veroordeelt
omdat hun dagelijkse wandel niet volmaakt is, staan er drie gewel-
dige feiten tegenover!

‘Wat is het evangelie van Romeinen toch geweldig he.’

Ja en drie tegen een dat Hij ons niet veroordeelt (Romeinen 8:1), maar
overlaadt met genade: Hij stierf voor ons, Hij werd opgewekt om ons
en Hij leeft aan de rechter(hand) van Vader … voor ons! En wat doet
Hij daar? Hij bidt en pleit voor ons! Hij komt voor ons op bij de Vader.
Laten wij dan omhoog kijken naar die geweldige Heer, die niet anders
doet dan ons liefhebben en voor ons opkomen bij Vader!

‘Zo, dat is nogal wat. Dat vandaag weer bewust te zijn geeft mij kracht
en nieuwe vreugde.’

Ook dit is geen intellectuele kennis, maar een weten met je hart, heel
je bestaan, je wezen. Het doordringt elk aspect van je leven. Je leeft er-
door, eruit. Het is zo belangrijk dit te beseffen met je hart. Zijn werk
is vandaag: opkomen voor ons, de leden van Zijn lichaam, bij de Vader.
Een betere is er niet, het Hoofd van het lichaam komt op voor ons!

Daniël – 11 – 9:24-27 70 jaarweken

Het boek Daniël blijkt heel bijzondere profetieën te bevatten over
‘de tijd van het einde’. In Daniël worden dezelfde tijdsaspecten ge-
noemd, zoals o.a. tijd, tijden en een halve tijd.

Ook ’70 zevens’ is zo’n bijzondere aanduiding van tijd. Op 1 februari
2012 werd opnieuw Daniël 9 bekeken, en dan naar die 70 zevens, en
ook Openbaring 12 kwam aan de orde: de mannelijke zoon.
Luisteren: deel A en deel B van deze studie.

De concordante tekst van Daniël 9:24-27 kunt u hier downloaden.
De tekst van Daniël 9 in de Herziene Statenvertaling hier.
En het overzicht van 4 x 490 jaar vindt u hier

Woord vandaag

‘We gaan door met het onderwerp van gisteren?’

Christus is verhoogd aan de rechterhand van de Vader. Daar spreken
diverse brieven van. Hij, die leed en stierf voor de hele wereld, werd
op de derde dag opgewekt uit de dood en van tussen de doden uit. Dat
weten de meeste christenen wel.
Maar dat Hij daarna verhoogd is aan de rechterhand van de Vader,
is voor velen minder bekend of zelfs totaal onbekend.

‘Wat is dan Zijn werk daar?’

Dat is een onderwerp dat voor verreweg de meeste -ook evangelische-
christenen onbekend terrein is. Zijn werk nu aan de rechterhand van
de Vader, is het roepen van de leden van de uitgeroepen gemeente die
Zijn lichaam is, tót dat lichaam. Hij gebruikt daarvoor de prediking
van het evangelie van de genade van God, want dat is de enige grond
waarop zij geroepen kunnen worden.

‘Tsja, dus geen wereldverbetering of wereldevangelisatie?’

Nee, in de tijd van de apostelen was het goede nieuws van Zijn genade
al over heel de wereld uitgegaan en aan de schepping verkondigd. In
deze tijd roept Hij, Christus Jezus, de leden van het lichaam uit, die
al voor de nederwerping van de wereld uitgekozen waren in Hem.
Verder is een uiterst belangrijk werk van Christus Jezus nu, de heili-
ging en reiniging van het lichaam van Christus (Efeziërs 5:26,27).

‘Maar dan hoeven wij niet onszelf te heiligen en te reinigen!’

Dat doet Hij zelf. Een prachtig type daarvan is de voetwassing door
de Heer van Zijn discipelen. Dan betreft het de dagelijkse reiniging
die wij nodig hebben doordat wij met de wereld en alles wat ermee
samenhangt, in aanraking komen. De voeten maken immers contact
met de aarde en wandelen daarop. Dat beeldt onze wandel, elke dag,
uit. Hij zorgt ervoor, dat wij weer gereinigd worden als wij dagelijks
met Hem spreken en Hij Zijn woord tot ons spreekt!