‘Erg fijn, die geestelijke zegeningen. Het maakt je hart vreugde-
vol en vrij.’
God schenkt het in genade, dat wij door Zijn geest in ons iets
kunnen verstaan van de grote waarheden uit deze brief. We
zouden ons bewust zijn, dat wij de diepe wijsheid van God leren
kennen, die van voor de eonen. Dat kon Paulus bij de Korintiërs
niet bekendmaken (1 Corinthiërs 2:6-9). Daarom bidt hij dat
wij vervuld worden met de geest van wijsheid en onthulling in
erkenning van Hem (Efeziërs 1:17). Dat gebed bidden wij ook.
De volgende woorden zijn ook weer heel bijzonder in wat zij
zeggen over de Zoon van God, Christus Jezus.
‘Het geheimenis van Zijn wil. Maar wat is dan Zijn wil? En hoe
kunnen wij dat weten?’
Eerst zegt de tekst, dat God ons bekendmaakt het geheimenis
van Zijn (Gods) wil. Hij doet dat aan degenen, in wie Hij de rijk-
dom van Zijn genade laat overvloeien. Vergeet dat niet.
En dat doet Hij in alle wijsheid en bezonnenheid. Dus de diep-
ste voorraad aan wijsheid en bezonnenheid (verstand, gezind-
heid) wordt als het ware aangesproken om dit aan ons bekend
te maken: de hoogste heerlijkheid van Christus Jezus.
‘Ah het wordt al iets duidelijker. Maar de NBG vertaling begrijp
ik hier niet goed.’
Nee, zoals vaker begrepen de vertalers niet waar het precies
over ging. Maar er staat: ons bekendmakend het geheimenis
van Zijn wil …. tot beheer van het complement van de era’s
om het al te culmineren in de Christus: zowel wat in de hemelen
als wat op de aarde is, in Hem.
Dit is zo op het eerste gezicht een moeilijke tekst.
Wat was geheim aan Zijn wil? Zijn wil had Hij bekendgemaakt
in de Hebreeuwse Schrift, namelijk dat de Messias Jezus zou
komen. Onder Zijn voeten zou heel de aarde gesteld worden,
wij lezen dat onder meer in Psalm 8, 45, 110 en vele andere
Schriftplaatsen. Hij zal het Hoofd zijn over heel de aarde, heel
de mensheid!