Woord vandaag

‘Het lijkt erop, dat de tegenstander er alles aan doet om
de gelovigen tegen elkaar uit te spelen.’

Die wil vooral dat. Hij heeft een heel arsenaal aan trucs om
dat te bewerken. Met name gedachtenbeïnvloeding door

geestelijk mensen in verwarring te brengen. Dat gebeurde
bij de Corinthiërs en de Galaten. Voortdurend werden andere
gedachten opgedrongen waardoor gelovigen het juiste spoor
verlieten. In de tijd dat Saulus geroepen werd, was het enige
evangelie dat klonk, het evangelie van de besnijdenis. Ook
kun je dat het evangelie van het koninkrijk noemen.

‘Toen werd Saulus geroepen en begonnen er dingen te ver-
anderen?’

Jawel, want hij werd geroepen om een unieke boodschap te
gaan brengen en om een uitroeping te bewerken, waardoor
het lichaam van Christus ging ontstaan. Dat was allang in de
gedachten van God aanwezig, zelfs vóór de eonen al, maar
nu ging in de tijd de roeping van dat lichaam vorm krijgen.
Nadat Saulus Paulus genoemd werd, werd echt duidelijk waar
het om ging: uitroepen van ieder die wil horen. Ook al ging
het om pure heidenen (geen proselieten), die nooit eerder tot
de God van Israël waren genaderd. Dat maakt deze tijd uniek.

‘Nu maakt het helemaal niet uit bij welk volk je hoort, als je
gelooft hoor je bij het lichaam van Christus.’

Ja, in de tijd van Handelingen was het moeilijk. Aan de ene kant
was het evangelie van het koninkrijk actief en zou moeten lei-
den tot de terugkeer van Jezus Christus en de start van het 
aardse koninkrijk. Aan de andere kant werd geestelijk gezien 
duidelijk, dat Israël als geheel het koninkrijks aanbod afwees, zij
geloofden niet en die verwachting ging langzaam maar zeker 
over in uitstel. Tegelijkertijd was Paulus bezig en bracht zijn e-
vangelie waardoor mensen (ook uit Israël) geroepen werden tot
het lichaam van Christus. Zijn evangelie lees je niet in Handelingen;
dat lees je uitsluitend in zijn brieven. Wat hij verkondigde in het
kader van het koninkrijksevangelie lees je in Handelingen.

‘Dat laatste vind ik wel verhelderend. Anders blijf je met de vraag
zitten waarom hij dat verkondigde wat in Handelingen staat.’

We zijn bezig met de verschillen, en hij moest aan de ene kant een
soort priesterlijke functie vervullen, aan de andere kant riep hij door

zijn evangelie van genade en verzoening de leden van de ekklesia,
het lichaam van Christus, uit. Dat evangelie geldt vandaag. Recht-
vaardiging door het geloof van Jezus Christus, om niet, in Zijn gena-
de door de vrijkoping in Christus Jezus. Voor de gelovigen geldt,
dat er geen veroordeling is voor hen die in Christus Jezus zijn, Zij
hebben een hemelse roeping en verwachting, in tegenstelling tot
Israël dat een aardse roeping en verwachting kent. Israël kent nu
in het vlees geen voorrecht, straks weer wel zodra het lichaam van
Christus voor de grote verdrukking is weggerukt van de aarde! 

 

Woord vandaag

‘Duidelijk wordt het, als je gewoon de brieven leest die de
apostel Paulus schreef.’

Dan lees je de unieke boodschap die vandaag geldt. Genade
op de troon. Romeinen begint met de situatie van de mens on-
der de zonde. De waarheid wordt door de mens in ongerechtig-
heid neergehouden, onder gehouden. Allereerst de waarheid,
dat God de schepper is en men vereert God niet als God. Dan
blijkt -en dat is soms binnen de christenheid omstreden- dat
er niemand is, die goed is, niemand is rechtvaardig, ook niet
één. Er blijkt voor de mensheid in eigen kracht geen uitweg te
zijn. Toen kwam die Ene en door één daad van gerechtigheid
komt er leven, uiteindelijk voor iedereen!

‘Machtig, het begint in Romeinen 3 al.’

Ja, daar staat dat, ‘nu echter is –buiten de Thora om– gerechtig-
heid van God openbaar geworden waarvan de Thora en de
profeten getuigen, gerechtigheid van God door het geloof van
Jezus Christus, voor allen, en op allen die geloven’….
Het is de rechtvaardiging om niet, door het geloof van Jezus
Christus, in Zijn genade, door de vrijkoping in Christus Jezus.
Dat is genade van God. En die ontvangen wij als basis voor
onze wandel als gelovigen, een levenswandel die voor altijd
in Zijn genade is. De Galatische dwaling is, dat zij weer onder
de grondregels van de oude schepping wilden gaan leven, de
Mozaïsche Thora. Wel, voor die dwaling wil God ons bewaren
door middel van de Galatenbrief.

‘Je keert dus terug in de oude schepping situatie, terwijl je in
Christus al een nieuwe schepping bent?’

Zo kun je dat zeggen, ja. Je draait de klok een eind terug. Eén
van de redenen waarom Paulus bij de Corinthiërs niet verder
kwam, had hiermee te maken. Verder waren zij hopeloos ver-
deeld en dat maakte de gemeente daar zwak. Partijen die zich
vormden, stonden tegenover elkaar. De onderlinge eenheid was
in de praktijk niet meer merkbaar. Dat gold ook voor de Galatische
gemeentes. De verkeerde opvatting over de Thora werkte
daar als een splijtzwam. Zo ook in gemeentes vandaag de dag.
Dat was een (groot) verdriet voor de apostel. Hij had toch de
geestelijke zorg voor de gemeentes, in feite. Een brief zou ef-
fectief kunnen zijn, daarom schreef hij de Galaten een brief.

‘Daarom ben ik blij met de brief en dat we die nu behandelen. Je
ontdekt hoe langer hoe beter de verschillen.’

Ja ook in het geestelijk opzicht geldt: dat wat God samenvoegt,
zou de mens niet scheiden en andersom. De verschillen tussen
de twee evangeliën zijn er nu eenmaal en die zouden wij niet ver-
geten of wegpoetsen. Daarom blijven wij bij de genade van God
en laten ons niet weer een slavenjuk opleggen. Sta dan in de vrij-
heid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft! 

 

Woord vandaag

‘He mooi dat stukje ‘geciteerd’ over Romeinen 6, het laat
je zien wat daar staat.’

Deze leer over hoe het zit met de opperheerschappij van de genade
sinds de dood en opstanding van onze Heer Jezus Christus, is hevig
ondergesneeuwd geraakt in de afgelopen 2000 jaar van christelijk
denken en leren. Men raakte in een min of meer wettisch systeem
verwikkeld en verloor het zicht op de genade die door Paulus ver-
kondigd wordt. Juist die leer is zo goed en bevrijdend voor het da-
gelijks leven. De ware vrijheid voor de mens ligt niet in de gebon-
denheid aan een serie ‘leefregels’, maar in de gebondenheid aan
Christus Jezus!

‘Men viel al snel uit de genade, zoals dat vorige stukje ‘geciteerd’
laat zien.’

De christenheid is voor een groot deel al vroeg beland in de dwa-
ling van de Galaten, dat het dagelijks leven onder de Thora, of
onder de 10 woorden geleefd zou moeten worden. Daarnaast kent
ook het christendom een serie ‘dagen, jaren, vaste tijden’ waar-
aan men gebonden is. Het kerkelijk jaar. De gelovige in Christus
Jezus heeft niet met opgelegde inzettingen te maken, maar met
geloof dat hem in de vrijheid plaatst! Geloof van Jezus Christus.
Leven door de geest, door geloof. Dat is waar het om draait in ons
leven.
Sta dan in de vrijheid waarmee Christus ons vrijmaakt, en laat je
niet opnieuw onder een slavenjuk brengen. Genade van God, die
zit op de troon, wij zijn niet onder wet, maar onder Zijn genade!

Woord vandaag

‘Het evangelie blijft goed nieuws. Ik vind het nog steeds
verbazingwekkend.’

Wat in geen mensenhart is opgekomen, dát heeft God
bereid voor degenen die Hem liefhebben. Dat wil zeggen:
degenen die Zijn woord alle ruimte geven in hun leven en
dat op de eerste plaats stellen. Dán zul je verder komen in
de waarheid van het evangelie. In 1 Corinthiërs 2 bedoelt
Paulus niet, dat je het niet kan weten omdat het geheimen
van God zijn. Nee, hij bedoelt juist: op dat wij zouden weten
wat God ons in genade schénkt!

‘Nou, ik vind het een geweldig goed bericht, en ik ben er elke
dag blij mee.’

We vergeten daarbij niet, dat het Zijn genade is, dat wij het
kunnen verstaan, en dat met ons hart. Geen twijfel mogelijk,

als je gelooft in de beloften van God. Die zijn betrouwbaar,
daar kun je van op aan. God zal ál Zijn beloften waar maken.
Gegarandeerd. Ieder die dat betwijfelt, geeft daarmee uiting
aan ongeloof. Abraham achtte die God betrouwbaar, die wat
niet is in aanzijn roept. Hij geloofde tegen alle verwachtingen
in dat hij een zoon zou krijgen met Saraï. Hij twijfelde niet aan
de beloften van God door ongeloof.

‘Jahweh zal voorzien, dat was het waarop Abraham vast ver-
trouwde toen hij Isaäk op het hout bond.’

Hij overwoog daarbij, dat God bij machte was zijn zoon uit de
doden op te wekken en hij heeft hem bij wijze van spreken

daaruit teruggekregen. Dat zegt Hebreeën 11 in elk geval.
We hebben alle vertrouwen in die grote God, die de doden
opwekt en levendmaakt. Allen zullen uiteindelijk léven, zonder
einde, nadat de tweede dood is opgeheven. Alles en iedereen
zal delen in de heerlijkheid van God en dat zal bovenal tot eer
van die God zijn, die Zijn eigen Zoon liet kruisigen en niette-
min de mensheid bleef liefhebben. Hij wekte Hem op en daar-
mee kwam de heel de nieuwe mensheid uit het graf. Het is
slechts een kwestie van tijd, dan zal blijken dat God wérkelijk
liefde is en allen gered heeft!