16 juni 2017
‘Een grote toekomst.’
Niet alleen voor Israël, maar ook voor de
volkeren en voor de gemeente. Die laat-
ste is de eerste. Want levendmaking ge-
beurt in rangorde. Eerst Christus Jezus
Zelf. Dan de gemeente die Zijn lichaam
is; daarna de gelovigen uit Israël en ten
slotte de rest van de mensheid in de vol-
einding van de eonen.
‘Tsjonge, dan zijn wij dus eerst.’
Dit toont ook de overmaat aan genade,
die dat lichaam geschonken is. Zij die de
toekomst juist niet hadden, mensen uit
de volkeren (natiën), die een lagere plek
hadden dan Israël, die worden geroepen
tot het lichaam van Christus. Samen met
een gelovige rest uit Israël.
‘Een bijzonder lichaam.’
Het is volgens Efeziërs 3:6 gezamenlijk-
lichaam omdat het uit twee groepen ge-
vormd is tot één lichaam in Christus. Hij
zet de lijnen uit in dat lichaam, Hij is het
Hoofd. Met een hemelse roeping voor
een machtige toekomst te midden van
de hemelsen. Daarom zetten gelovigen
zich niet vast op deze aarde door grond-
bezit of een gebouw in eigen beheer,
maar zijn ze gericht op wat boven is!