‘Genade maakt ootmoedig.’
Dat is een van de uitwerkingen van de genade van God. Hij heeft
ons uitermate lief. Dat zou ons hart raken en doen beseffen, dat al
wat wij kunnen uit Hem is. Zoals ook in die bijzondere Filippenzen-
brief staat:
want God is het, Die in jullie zowel het willen als het werken voor Zijn
welbehagen bewerkt (2:13)
‘Ja, bijzonder fijn, het hangt niet van mij af.’
We kunnen alleen met dat als basis onze redding uitwerken in ons
dagelijks leven. Paulus geeft vers 13 als onderliggende reden voor
Filippenzen 2 vers 12:
Daarom mijn geliefden, ….. , werkt je eigen redding met vrees en
beven uit
Paulus legt dat niet op, hij geeft een liefdevolle aanwijzing van de Heer
door. De juiste verhouding is: Christus Jezus is Heer en wij dienen Hem.
‘Dat is de juiste plaats.’
In onderschikking aan Hem, en dus aan Zijn woord, leven wij nu in
vernedering. In een wandel van ootmoedigheid en dienstbetoon.
Hij geeft Zijn genade, die is overstromend, dat is: de kracht van
Zijn opstanding die in ons werkt. Zo leven we de Heer tegemoet.
Het fijne is, dat in dat dienen we als leden van dat lichaam van
Christus elkaar mogen bemoedigen met Zijn genade.