Woord vandaag

‘Als ik jou zo hoor over allerlei denkrichtingen, lijkt het mij, dat
je erg op moet letten, anders kom je verkeerd uit.’

Ja, het is nodig heel dicht bij het woord van God te blijven, maar
als mensen heel subtiel de dingen gaan verleggen is het helemaal
oppassen geblazen. De tegenstander doet zich voor als een bood-
schapper van het licht. Het lijkt dan allemaal mooi en het lijkt
gerechtigheid op te leveren, maar het is uit een andere bron dan
God zelf.

God is per definitie een sprekende God. In Zijn woord maakt Hij zich
bekend. Ook de schepping spreekt, het evangelie staat in de sterren
geschreven, zoals ook die mooie Psalm 19 zegt.
Paulus, de apostel voor de natiën, is een man van het woord. Hij spreekt
over Christus, juist in Athene. Als dan blijkt, dat Hij de Opgestane is,
haken de meeste luisteraars daar af.

‘Vreemd dat theologen dan ook afhaken, of het niet zeggen te weten hoe
dat precies zit.’

Ja, vreemd he, of zou het komen, doordat aan de theologische opleidingen
een flinke dosis filosofie wordt onderwezen? Je ziet, dat soms mensen, die
theologie studeerden, óók filosofie studeerden. Merkwaardig, want als je
Christus echt hebt leren kennen, heb je geen filosofie meer nodig.
Hij is het einde van alle filosofie en van alle religie. Paulus haalt een
streep door beide in Kolossenzen 2.

Christus is het begin en het einde van Gods wegen, Gods plan van eonen!

Woord vandaag

‘Hoe kun je eigenlijk leven als je zo vrijzinnig bent? Want als je
denkt dat de bijbel niet historisch betrouwbaar is, houd je toch niets over?’

Dat klopt. Volgens mij wordt het dan allemaal ongrijpbaar.
Als je Nico ter Linden vragen stelt over de opstanding van de
Heer Jezus Christus, glipt hij weg.
Hij ontwijkt dat. Lichamelijk opgestaan? Dat is volgens hem maar zeer
de vraag. Men weet niet wat er precies gebeurd is. Weer die mist.
‘Is het ook dat God gezegd heeft?’ zei de slang in de hof.
Betwijfelen van Gods woord.
Soms denk ik: mensen als Nico ter Linden en Hendrikse zijn
moderne sadduceeën. Zij praten heel interessant en filosofisch,
maar aan het einde van de rit, om het zo maar te zeggen, houd je
niets over. Je staat met lege handen.

‘Zullen we dan maar terugkeren naar de Schriften?’

Graag! De Heer Jezus zegt diverse keren tegen Zijn eigen volk:
’Hebben zij dan niet gelezen?’ Nou kennelijk niet, of het dringt niet
meer tot hen door omdat de deken van o.a. de Talmoed de Schriften
zelf bedekt heeft in de loop van de tijd. Paulus zegt scherp in
2 Corinthiërs 3, dat in en door Christus de bedekking wordt wegge-
nomen. Steeds als Mozes (het oude verbond) voorgelezen wordt, ligt er
een bedekking over hun hart. Deze wordt slechts in Christus weggenomen.

‘Ja, die traditie he.’

Parallel daaraan denk ik dat ook een bedekking ligt over mensen
die de Schrift zien als een woord van mensen of dat je het Woord
alleen moet zien binnen de (culturele) context van de tijd waarin het
geschreven is. Dan verliest het automatisch zijn gezag voor vandaag.
Een hele geraffineerde manier waardoor het Woord krachteloos gemaakt
wordt. De listen van de tegenwerker zijn vandaag volop aanwezig!

Zulke mensen menen in verblinding, dat het woorden van mensen zijn.
In 2 Corinthiërs 4 spreekt Paulus dan ook over de god van deze eon,
die de zinnen van de mensen verblindt, opdat zij niet het licht ontvangen
van het evangelie van de heerlijkheid van Christus, die het beeld van God is.

Dát goede nieuws mag gehoord worden! Christus is de Opgestane!
En Hij zal niet rusten, voordat Hij alle schepselen onder  zijn voeten
gebracht heeft, daarna kan zijn God en Vader alles in allen worden!

Woord vandaag

‘He jij zei eergisteren iets over vrijzinnigheid. Hoe zit dat nu met die mensen?’

Nou, Hendrikse is in elk geval een vrijzinnige. Alleen gaat hij verder dan de
vrijzinnigen doorgaans gaan. Voor een vrijzinnige bestaan er geen dogma’s.
Zij wíllen geen leerstellingen.
Dat zij geen dogmatiek accepteren is voor hen eigenlijk weer een dogma, een
leerstelling geworden. Meestal geloven vrijzinnigen wel, dat God bestaat.
Maar je mag niet zeggen dat God zus of zo is, want dat ruikt weer naar dogmatiek.

‘Oke, en hoe kijken zij naar Gods woord?’

Ja, dat zien zij als een woord van mensen, een weerslag van hun ervaringen met God.
Hendrikse noemt bijvoorbeeld de geschiedenis van Mozes bij de brandende braambos
een verhaal.
Nico ter Linden heeft zijn vertolking van de bijbel ‘het verhaal gaat’ genoemd.
Men gelooft, dat de Israëlieten pas tijdens de Babylonische ballingschap hun
geschiedenis in de vorm van verhalen, die mondeling zijn overgeleverd, opschreven.

´Dus, als ik het goed begrijp, veel van wat in de Tenach (OT) opgeschreven staat,
zien zij niet als werkelijk gebeurde geschiedenis, maar als verhalen?’

Ja. Dus, voor hen is de Tenach absoluut niet historisch betrouwbaar.
Adam en Eva bijvoorbeeld? Of die echt bestaan hebben?
Abram? Mozes? Zij zien het als verhalen, zoals de Israël omringende
volkeren van die tijd ook hadden.

‘Dan blijft er niets meer over, eigenlijk.’

Voor de Heer Jezus, Petrus en Paulus staat het wel vast, dat de dingen die in Tenach
beschreven staan,  ook werkelijk historisch zo gebeurd zijn. En, eerlijk gezegd vind ik
de Heer zelf, Paulus en Petrus heel wat betrouwbaarder dan de (post)moderne
theologie en de vrijzinnigheid.
Als Paulus het heeft over de laatste Adam, dan moet de eerste Adam net zo werkelijk
bestaan hebben als de Heer zelf als mens. Met andere woorden: als je zo naar het
verleden kijkt,  heb je ook geen toekomst.  Dan is alles in de mist.

Paulus spreekt van een geweldige toekomst, die gebaseerd is op de werkelijke,
lichamelijke opstanding van de laatste Adam, onze Heer Jezus Christus!

Woord vandaag

‘Dat was een duidelijke opmerking gisteren.
Eigenlijk onvoorstelbaar dat zo iemand predikant  kan blijven binnen de PKN’.

En: wíl blijven. Maar als hij ontslag neemt heeft hij niets meer. Het is voor hem
zingeving. We leven nu in een merkwaardige tijd.
Je kunt meestal zeggen: ‘wiens brood men eet, wiens woord men spreekt’.
Maar bij Hendrikse is het: ‘wiens brood men eet, wiens woord men niet spreekt’.
Ooit beweerde de theologe Dorothee Sölle, dat zij dacht: God is dood.
Dat berustte op een enorm misverstand.  Zij vond, dat God niets van zich liet horen.
Niet God, maar zij was zelf dood – voor God.
En de levende God laat wel degelijk van zich horen: Zijn woord!
Het is allemaal menselijk denken, de slang boekt wat dat betreft grote successen,
als het hem lukt  de mensen hun geloof in God te ontnemen, en daarmee God weg
te redeneren.
In de wetenschappelijke wereld heeft men al lang geleden God
weggeredeneerd, onder andere op basis van de evolutietheorie.
Er zijn nog wel wetenschappers, die in God geloven, maar dat is een
kleine minderheid geworden.
God spréékt! Dat doet Hij elke dag. Onophoudelijk gaat Zijn woord uit.
Daarin laat Hij zien wie Hij is en dat Hij de redder van alle mensen is.

‘Ook van zulke theologen als Hendrikse en Sölle?’

Ja er staat toch: álle mensen? God, de redder van alle mensen zal alle atheïsme
(de leer dat God niet bestaat) en agnosticisme (de leer dat je God niet kan
(leren) kennen) wegnemen als al die mensen voor de grote witte troon staan.
Dan zien zij Jezus Christus, hun richter én redder.
Dan hebben zij geen uitvluchten meer.
Weg is alles waar zij zich achter konden verbergen.
Zij staan daar, de doden, klein en groot. Hun werken worden daar door
de Heer beoordeeld. En voor ieders ervaring is dat direct na hun leven.

De uitkomst: zij gaan na dit gericht eerst de tweede dood in,
om daarna onsterfelijkheid te ontvangen!